Uitspraak
Tenlastelegging
Bewijsvraag
Strafbaarheid van de feiten
afpersing, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen;
opzetheling.
Rechtbank Noord-Nederland
In deze zaak heeft de rechtbank Noord-Nederland op 15 februari 2016 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen de verdachte, die samen met een medeverdachte een gewapende overval heeft gepleegd op een cafetaria in Groningen. De overval vond plaats op 1 oktober 2014, waarbij de verdachten onder bedreiging met een mes twee medewerksters dwongen om een kassalade met daarin € 462,00 af te geven. De rechtbank heeft de verklaringen van de verdachten tegenover een informant van de politie als rechtmatig en bruikbaar voor het bewijs beschouwd. De verdachte is veroordeeld tot een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van drie jaren. De rechtbank heeft daarbij rekening gehouden met de ernst van de feiten, de gevoelens van angst en onveiligheid die bij de slachtoffers zijn veroorzaakt, en de eerdere veroordelingen van de verdachte voor soortgelijke feiten. Daarnaast is de verdachte ook schuldig bevonden aan opzetheling van een scooter, wat bijdraagt aan de vermogenscriminaliteit in het algemeen. De rechtbank heeft de vordering van de officier van justitie, die een gevangenisstraf van vier jaar had geëist, gematigd en de verdachte tot drie jaar gevangenisstraf veroordeeld. Tevens is de tenuitvoerlegging gelast van een eerder voorwaardelijk opgelegde gevangenisstraf van drie maanden, omdat de verdachte de voorwaarden niet had nageleefd.