ECLI:NL:RBNNE:2016:2377

Rechtbank Noord-Nederland

Datum uitspraak
23 februari 2016
Publicatiedatum
20 mei 2016
Zaaknummer
08.951277-13
Instantie
Rechtbank Noord-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Op tegenspraak
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Terugzending van strafzaak naar rechtbank Overijssel wegens onbevoegdheid van rechtbank Noord-Nederland

In deze zaak heeft de rechtbank Overijssel, zitting houdende te Assen, de behandeling van een strafzaak teruggezonden naar de rechtbank Overijssel, zitting houdende te Almelo. De zaak betreft een verdachte die zich schuldig zou hebben gemaakt aan valsheid in geschrifte en oplichting. De verdachte was niet verschenen op de zitting, maar had zich laten verdedigen door mr. A.P. Drosten, die daartoe gemachtigd was. Het openbaar ministerie werd vertegenwoordigd door mr. A. van der Veen. De rechtbank stelde vast dat zij niet bevoegd was om de zaak te behandelen, omdat een van de aangevers werkzaam was bij de rechtbank Overijssel en aangifte had gedaan. De rechtbank Overijssel houdt echter geen zitting te Assen, waardoor de behandeling van de zaak daar niet kon plaatsvinden. De rechtbank concludeerde dat er geen verwijzingsbeslissing was genomen, wat betekende dat de rechtbank Noord-Nederland ook niet bevoegd was om de zaak te behandelen. Daarom werd de zaak teruggezonden naar de rechtbank Overijssel, zitting houdende te Almelo, voor verdere behandeling.

Uitspraak

RECHTBANK OVERIJSSEL

Afdeling strafrecht
Locatie Assen
parketnummer 08/951277-13
vonnis van de meervoudige kamer voor de behandeling van strafzaken d.d. 23 februari 2016 in de zaak van het openbaar ministerie tegen de verdachte

[verdachte] ,

geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats] ,
wonende te [woonplaats] .
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 9 februari 2016.
De verdachte is niet verschenen maar heeft zich ter terechtzitting laten verdedigen door mr. A.P. Drosten, die verklaart daartoe uitdrukkelijk te zijn gemachtigd. Het openbaar ministerie heeft zich laten vertegenwoordigen door mr. A. van der Veen.

Tenlastelegging

Aan verdachte is tenlastegelegd dat:
1.
zij op één of meer verschillende tijdstippen in of omstreeks de periode van 13
mei 2013 tot en met 30 mei 2013 in de gemeente Almelo met het oogmerk om zich
en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een
valse naam en/of van een valse hoedanigheid en/of door een of meer listige
kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels, [bedrijf 1]
en/of [bedrijf 2]
(werkgever van [persoon] ) heeft bewogen tot de afgifte van een
geldbedrag (ongeveer l040,= euro), in elk geval van enig goed en/of
geldbedrag, hebbende verdachte met vorenomschreven oogmerk - zakelijk
weergegeven — valselijk en/of listiglijk en/of bedrieglijk en/of in strijd met
de waarheid
- voorgewend dat [persoon] onder [bedrijf 3] stond en derhalve
loonbeslag was komen te vervallen en/of
- zich uitgegeven als bewindvoerder en/of een aantal vervalste stukken ter
adstructie van de stelling dat [persoon] onder bewind stond aan de werkgever
gemaild,
waardoor [bedrijf 1] en/of [bedrijf 2] werd(en)
bewogen tot bovenomschreven afgifte;
art. 326 lid 1 Wetboek van Strafrecht
2.
zij op één of meer verschillende tijdstippen in of omstreeks de periode van
13 mei 2013 tot en met 30 mei 2013 in de gemeente Almelo meermalen, althans
eenmaal, (telkens) opzettelijk gebruik heeft gemaakt van (een) vals(e) of
vervalst(e)
- brief van [bedrijf 3] en/of
- brief namens [bedrijf 3] en voor akkoord namens de beslaglegger
[bedrijf 1] en/of
- brief van de Rechtbank Overijssel (Almelo/ de Rechtspraak) ,- (elk) zijnde
een geschrift dat bestemd was om tot bewijs van enig feit te dienen — als ware
die/dat geschrift(en) (telkens) echt en onvervalst, bestaande dat gebruikmaken
hierin dat genoemde brief/brieven is/zijn toegezonden aan de werkgever van
[persoon] teneinde te "bewijzen" dat hij onder bewind was gesteld en bestaande die
valsheid of vervalsing hierin dat
- de brief/brieven niet was/waren opgemaakt op/overeenkomstig het officiele
briefpapier en/of gebruik was gemaakt van het bedrijfslogo van
[bedrijf 3] en/of [bedrijf 1]
en/of de Rechtbank Overijssel (Almelo/ de Rechtspraak)
en/of
- de vermelde/genoemde perso(o)n(en) in de brief/brieven deze zelf niet
heeft/hebben opgemaakt en/of ondertekend en/of
- de vermelde/genoemde perso(o)n(en) in de brief van [bedrijf 3]
niet werkzaam is/zijn bij [bedrijf 3] ;
art 225 lid 2 Wetboek van Strafrecht

Bevoegdheid van de rechtbank

De raadsman van verdachte heeft ter terechtzitting aangevoerd dat de rechtbank niet bevoegd is kennis te nemen van de strafzaak omdat een van de aangevers werkzaam is bij de rechtbank Overijssel en mede namens deze rechtbank aangifte tegen verdachte heeft gedaan.
De officier van justitie heeft bepleit dat de rechtbank Overijssel bevoegd is om van de zaak kennis te nemen.
De rechtbank stelt vast dat zij op grond van artikel 2, van het Wetboek van Strafvordering bevoegd is tot kennisneming van onderhavige strafzaak. De rechtbank Overijssel houdt echter geen zitting te Assen. Derhalve kan de behandeling van onderhavige strafzaak niet op de locatie Assen plaatsvinden.
Op grond van artikel 46b van de Wet op de rechterlijke organisatie (wet RO) kan de rechtbank een zaak ter verdere behandeling verwijzen naar een andere rechtbank, indien naar haar oordeel door betrokkenheid van de rechtbank, behandeling van die zaak door een andere rechtbank gewenst is. De rechtbank Overijssel heeft in artikel 5 van haar zaaksverdelingsreglement opgenomen dat zaken waarbij eigen medewerkers zijn betrokken worden verwezen naar de rechtbank Noord-Nederland. In onderhavige zaak is er geen verwijzingsbeslissing genomen. Dit brengt mee dat de rechtbank Noord-Nederland niet op de voet van artikel 46b, van de wet RO, bevoegd is om van deze strafzaak kennis te nemen.
De rechtbank is op grond van het voren overwogene van oordeel dat de behandeling van deze strafzaak niet door de rechtbank Overijssel, locatie Assen kan plaatsvinden en - naar huidige stand van zaken - evenmin door de rechtbank Noord-Nederland, locatie Assen.
De zaak zal daarom worden teruggezonden naar de rechtbank Overijssel, zitting houdende te Almelo, teneinde haar verder te behandelen.

Uitspraak

De rechtbank Overijssel, zitting houdende te Assen:
oordeelt dat de behandeling van de strafzaak niet in Assen kan plaatsvinden, niet door de rechtbank Overijssel, zitting houdende te Assen maar ook niet door de rechtbank Noord-Nederland.
zendt de zaak terug naar de rechtbank Overijssel, zitting houdende te Almelo, teneinde haar verder te behandelen.
Deze uitspraak is gewezen door mr. E. Läkamp, voorzitter, mrs. M.A.A. van Capelle en J. van den Bosch, rechters, bijgestaan door D.C. Witvoet, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 23 februari 2016.