ECLI:NL:RBNNE:2016:2342
Rechtbank Noord-Nederland
- Op tegenspraak
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak in hennepteeltzaak na gebrek aan bewijs van medeplegen
Op 22 januari 2016 heeft de Rechtbank Noord-Nederland, zitting houdende in Groningen, uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die werd beschuldigd van het medeplegen van hennepteelt. De zaak kwam voor de meervoudige kamer na een terechtzitting op 8 januari 2016. De verdachte, bijgestaan door zijn advocaat mr. L.A.A. Ongenae, werd beschuldigd van het telen en/of aanwezig hebben van een groot aantal hennepplanten in de periode van 1 augustus 2013 tot en met 8 oktober 2014 in de gemeente Oldambt. Het openbaar ministerie voerde aan dat het ten laste gelegde wettig kon worden bewezen op basis van verklaringen van medeverdachten, die stelden dat de verdachte een grote rol had gespeeld in de hennepkwekerij.
De verdediging betoogde echter dat er onvoldoende wettig en overtuigend bewijs was om de verdachte schuldig te verklaren. De rechtbank heeft de bewijsmiddelen zorgvuldig beoordeeld en kwam tot de conclusie dat, hoewel de medeverdachten de verdachte impliceren, er onvoldoende bewijs was om te concluderen dat de verdachte alleen of in nauwe samenwerking met anderen had gehandeld. De rechtbank oordeelde dat de rol van de verdachte niet als medepleger kon worden gekwalificeerd, vooral omdat hij zijn betrokkenheid ontkende en stelde dat hij enkel advies had gegeven vanuit zijn expertise als growshophouder.
Uiteindelijk heeft de rechtbank de verdachte vrijgesproken van de tenlastegelegde feiten, omdat niet wettig en overtuigend bewezen kon worden dat hij zich schuldig had gemaakt aan het telen van hennepplanten. De uitspraak werd gedaan door de voorzitter mr. L.H.A.M. Voncken, samen met mrs. H.L. Stuiver en S. Zwarts, en werd openbaar uitgesproken op dezelfde dag.