Op 2 februari 2016 heeft de Rechtbank Noord-Nederland een man veroordeeld voor het medeplegen van dealen in cocaïne en heroïne. De rechtbank oordeelde dat de verdachte gedurende een periode van drie jaar actief betrokken was bij de verkoop van deze harddrugs aan een grote anonieme klantenkring. De verdachte werd gezien als een brooddealer die uit winstbejag handelde. De rechtbank legde een gevangenisstraf op van 42 maanden, waarvan 6 maanden voorwaardelijk, met aftrek van het voorarrest en een proeftijd van twee jaren. Tevens werd de schorsing van de voorlopige hechtenis opgeheven en de gevangenneming van de verdachte bevolen.
De tenlastelegging omvatte onder andere het opzettelijk verkopen, afleveren en vervoeren van heroïne en cocaïne in de periode van oktober 2012 tot en met 13 oktober 2015. De rechtbank achtte de verdachte schuldig aan het opzettelijk aanwezig hebben van deze middelen in woningen en op andere locaties. De rechtbank baseerde haar oordeel op diverse bewijsmiddelen, waaronder verklaringen van de verdachte en getuigen, alsook op inbeslaggenomen drugs en gerelateerde voorwerpen.
De rechtbank overwoog dat de verdachte, ondanks eerdere veroordelingen voor vergelijkbare feiten, doorging met zijn criminele activiteiten. De ernst van de feiten, de impact op de samenleving en de hoge kans op recidive werden meegewogen in de strafmaat. De rechtbank besloot tot een onvoorwaardelijke gevangenisstraf, zonder voorwaardelijke delen, en verklaarde de inbeslaggenomen goederen verbeurd en onttrokken aan het verkeer.