2.6.Naar aanleiding van voormelde brief heeft Witte Kruis op 23 december 2015 een kort geding aanhangig gemaakt tegen DWF. DWF heeft voorafgaand aan dat kort geding een verlengingsovereenkomst gesloten met Kijlstra, met een tussentijdse opzegmogelijkheid van vier maanden. De 'verklaring over het aangaan van een verlengingsovereenkomst voor de duur van heraanbesteding, met de mogelijkheid van tussentijdse opzegging ten behoeve van een eventuele uitspraak in kort geding', op 28 januari 2016 opgesteld door de directeur van DWF, mevrouw M. Birkhoff, luidt (voor zover van belang):
Omdat Witte Kruis tegen de beslissing tot stopzetting van het Offertetraject een kort geding heeft
opgestart, waarvan de mondelinge behandeling zal plaatsvinden op dinsdag 2 februari 2016 heeft de
Dokterswacht, omwille van de belangen van Witte Kruis een opzegmogelijkheid opgenomen in die
verlengingsovereenkomst voor het geval de Voorzieningenrechter het met Witte Kruis eens zou zijn
dat het Offertetraject niet stopgezet mocht worden en dat in plaats daarvan de Dokterswacht de
aanvankelijke opdracht aan Witte Kruis zou moeten gunnen. Die, ten behoeve van een eventueel
ingrijpen door de Voorzieningenrechter, opgenomen opzegmogelijkheid kent een opzegtermijn van
vier maanden, aldus gelijk aan de implementatieperiode zoals die volgens de oorspronkelijke planning in het Offertetraject dan ook voor Witte Kruis zou hebben gegolden. Witte Kruis behoudt zo de mogelijkheid tot het doorlopen van een grondige implementatie conform haar aanbieding, opdat de
vereiste continuïteit van de vervoersdiensten blijft gegarandeerd. Het belang van Witte Kruis wordt,
voor die onverhoopte situatie, ook overigens niet geschaad, doordat de looptijd van de alsdan aan
Witte Kruis op last van de Voorzieningenrechter te gunnen opdracht, ondanks een vier maanden
latere start, gelijk blijft aan de oorspronkelijke looptijd en aldus nog steeds voor 6 jaar wordt
aangegaan.
Voor zover de Voorzieningenrechter geen gebruik maakt van de mogelijkheid tot ingrijpen in de
verlengingsovereenkomst, bedraagt de looptijd van de verlengingsovereenkomst 12 maanden. Een
termijn van 12 maanden is in redelijkheid de minimale looptijd om een grondige procedure te
doorlopen, waarbij de noodzakelijke continuïteit van de vervoersdiensten niet opnieuw in gevaar
komen. Binnen zo’n termijn kan, na een korte maar zorgvuldige voorbereidingstijd van circa 1,5 a 2
maand een gedegen offertetraject met zorgvuldig en op basis van de wensen van de huisartsen een
hernieuwde afgestemde opdracht, opgestart worden. Daarbij wordt een inschrijvingsperiode
gehanteerd van, mede gelet op de zomerperiode, circa 4,5 a 5 maanden, waarin de uitgenodigde
inschrijvers een redelijke termijn hebben om de stukken te bestuderen en in ten minste twee rondes
vragen te stellen, om daarna, na bestudering van antwoorden en wijzigingen in de nota’s van
inlichtingen, een gedegen inschrijving te doen en die vervolgens nader toe te lichten in een
presentatie. Vervolgens wordt de voorlopige beslissing bekendgemaakt en is er een redelijke termijn
van circa 6 weken om eventuele gerechtelijke procedures te doorlopen en definitief te kunnen gunnen.
Tot slot start de implementatietermijn van circa vier maanden tot aan start van de nieuwe
overeenkomst, welke aldus voor de markt beschikbaar blijft voor een looptijd van (vermoedelijk)
wederom 6 jaar.