Uitspraak
RECHTBANK NOORD-NEDERLAND
vonnis van de kantonrechter ex art. 254 lid 5 Rv d.d. 4 mei 2016
[verzoeker] ,
Procesverloop
Motivering
€ 600,00
Rechtbank Noord-Nederland
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Nederland op 4 mei 2016 uitspraak gedaan in een kort geding tussen [verzoeker] en Lidl Nederland GmbH. [verzoeker] was in dienst bij Lidl en had zich op 10 februari 2016 ziek gemeld vanwege een alcoholverslaving. Lidl had de loonbetaling stopgezet, stellende dat de verslaving een ernstige mate van schuld opleverde. [verzoeker] vorderde in kort geding betaling van zijn achterstallige en toekomstige salaris, met een beroep op artikel 7:629 lid 1 BW, dat recht geeft op loondoorbetaling tijdens ziekte.
De kantonrechter oordeelde dat [verzoeker] recht had op loondoorbetaling, omdat niet was komen vast te staan dat hij op het moment van zijn sollicitatie wist of redelijkerwijs had moeten begrijpen dat zijn verslaving hem ongeschikt maakte voor de functie. De rechter verwierp het verweer van Lidl dat de alcoholverslaving als een aan opzet gelijk te stellen ernstige mate van schuld kon worden gezien, en oordeelde dat de uitzondering op het loondoorbetalingsrecht niet van toepassing was. De kantonrechter wees de vordering van [verzoeker] tot betaling van het achterstallige salaris over de periode van 23 februari tot en met 31 maart 2016 toe, evenals de wettelijke rente en de vakantietoeslag. Lidl werd ook veroordeeld in de proceskosten van [verzoeker].