In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Noord-Nederland op 9 mei 2016 uitspraak gedaan in een kort geding tussen eisers, [eiser 2] en [eiser 3], en de gemeente Meppel. Eisers vorderden een verbod voor de gemeente om haar grond te gebruiken voor de vestiging van een asielzoekerscentrum (azc). De voorzieningenrechter heeft de vorderingen van eisers afgewezen, omdat niet aannemelijk is gemaakt dat zij reeds schade lijden door de plannen van de gemeente. De voorzieningenrechter oordeelde dat de gemeente nog geen onomkeerbare stappen heeft gezet en dat er voldoende mogelijkheden zijn voor eisers om hun belangen te laten toetsen in het bestuursrechtelijke traject dat volgt op de aanvraag van de gemeente voor een omgevingsvergunning. De voorzieningenrechter concludeerde dat de vorderingen van eisers onvoldoende onderbouwd waren en dat de gemeente niet onrechtmatig handelt door haar grond ter beschikking te stellen aan het COA voor de oprichting van een azc. De kosten van de procedure werden aan eisers opgelegd, aangezien zij in het ongelijk zijn gesteld.