ECLI:NL:RBNNE:2016:2059
Rechtbank Noord-Nederland
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Ontruiming van een woning onder de Leegstandswet in kort geding
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Nederland op 28 april 2016 uitspraak gedaan in een kort geding over de ontruiming van een woning onder de Leegstandswet. De eiser, vertegenwoordigd door mr. M.J. Siertsema, heeft de gedaagde, vertegenwoordigd door mr. M.T. van Daatselaar, gedagvaard omdat de gedaagde en haar echtgenoot de huur niet tijdig hebben betaald en de ontruiming van de woning niet heeft plaatsgevonden. De huurovereenkomst was aangegaan voor onbepaalde tijd, maar met een minimum van zes maanden, en de gedaagde was van rechtswege medehuurder. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de gedaagde niet vrijwillig de woning wenst te verlaten, wat heeft geleid tot de onderhavige procedure. De kantonrechter heeft geoordeeld dat de eiser voldoende spoedeisend belang heeft bij de gevraagde ontruiming en dat de gedaagde in gebreke is gebleven in de nakoming van de huurovereenkomst. De kantonrechter heeft de vordering van de eiser toegewezen, met een dwangsom van € 250,00 per dag voor het geval de gedaagde niet aan de ontruimingsverplichting voldoet, met een maximum van € 5.000,00. Tevens is de gedaagde veroordeeld in de proceskosten.