ECLI:NL:RBNNE:2016:1998
Rechtbank Noord-Nederland
- Op tegenspraak
- Rechtspraak.nl
Geheel voorwaardelijke taakstraf voor het de beschikking hebben over een afbeelding verkregen door een strafbaar gestelde handeling
Op 25 april 2016 heeft de Rechtbank Noord-Nederland uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van het in bezit hebben van afbeeldingen die verkregen zijn door middel van een strafbaar feit, zoals vastgelegd in artikel 139f van het Wetboek van Strafrecht. De zaak werd behandeld door een meervoudige kamer in Groningen, waarbij de verdachte werd bijgestaan door zijn advocaat, mr. F.H. Kappelhof, en het openbaar ministerie werd vertegenwoordigd door mr. D. Roggen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte in de periode van 15 maart 2009 tot en met 2014 meermalen de beschikking heeft gehad over afbeeldingen, te weten films en video's, die hij wist waren verkregen door of ten gevolge van een onder artikel 139f van het Wetboek van Strafrecht strafbaar gestelde handeling. De rechtbank heeft echter ook geoordeeld dat de verdachte niet kon worden veroordeeld voor de feiten die vóór 15 maart 2009 waren gepleegd, omdat het recht tot strafvordering door verjaring was vervallen. De rechtbank heeft de verdachte vrijgesproken van het eerste ten laste gelegde feit, omdat niet kon worden vastgesteld wanneer de opnames waren gemaakt. De rechtbank heeft de verdachte wel schuldig bevonden aan het tweede feit en hem een taakstraf van 80 uren opgelegd, die voorwaardelijk is met een proeftijd van één jaar. De rechtbank heeft ook bepaald dat de in beslag genomen goederen, waaronder een geheugenkaart, onttrokken worden aan het verkeer.