Uitspraak
RECHTBANK NOORD-NEDERLAND
1.Het procesverloop
(zaaknummer: 4737116 AR VERZ 16-5).Partijen hebben
2.De feiten
(zaaknummers 4693787 AR VERZ 15-59
de B.V. ingeschreven. (…) Ik denk dat de taakverdeling ieder 33% is. [katvanger] heeft geen aandelen. Hij is inderdaad een soort van katvanger (…) Het is opgericht voor extern vlechtwerk. [broer 2] heeft inderdaad namens CRH werk uitbesteed aan zijn eigen bedrijf, te weten het Noordelijk Vlechtbedrijf. (…) De fee van het Noordelijk Vlechtbedrijf is begonnen op € 250,- per kwartaal en het is nu € 350,- per kwartaal. Ik ben er altijd vanuit gegaan dat er geld werd verdiend aan het werk dat werd uitbesteed. (…) Met BMN hebben we dezelfde constructie toegepast. Het klopt inderdaad dat het Noordelijk Vlechtbedrijf de enige aandeelhouder is van BMN. Ik wist niet precies hoe dat zat. Ik denk niet dat er bij het Noordelijk Vlechtbedrijf onder het KOMO-label wordt gewerkt. Dat is voor het CHR inderdaad wel een vereiste. (…) Ik heb mij nooit willen verrijken ten koste van CRH. Mijn rol is gewoon niet goed. Of er sprake is van belangenverstrengeling? Ja, inderdaad, maar ik heb er niet veel aan verdiend. Al met al heeft HACO met al die BV's niet meer dan € 2.000,- verdiend. Binnen CRH weet buiten [broer 1] , [broer 2] en ikzelf niemand dat wij bij die BV's betrokken zijn. Jullie hebben mij een spiegel voorgehouden. Het was moeilijk, maar ik ben nu wel eerlijk geweest. (…)".
conform de personeelsregeling disciplinaire maatregelengeen
)mist [broer 1] hij heeft info dat hij met jou weg is. [broer 1] moet goede reden bedenken. [medewerker CRH] wil weten waar zijn personeel zit. Bedenk maar iets van familie aangelegenheid fam. [broers] .
"Bouwbedrijf de kast"te noemen (
WhatsApp bericht van 15-5-2014: 16:41) naar
"k [zwager verzoeker] a [broer 1] en [broer 2] st van [verzoeker] ".Over de uiteindelijk gekozen naam BMN geeft [verzoeker] in deze WhatsApp berichten aan
(WhatsApp bericht van 16-5-2014):
3.Het verzoek
4.Het verweer
5.De beoordeling
“Jullie hebben mij de spiegel voorgehouden. Het was moeilijk, maar ik ben
Schorsingwordt gesproken over
de ernst van de situatie dan wel overtreding, oordeelt de kantonrechter een onvoldoende contractuele grondslag. In het arrest Van der Gulik/Vissers & Partners heeft de Hoge Raad beslist dat een schorsing een oorzaak voor het niet verrichten van de bedongen werkzaamheden is die in de risicosfeer van de werkgever valt. Consequentie daarvan is dat een werknemer die door een schorsing zijn werkzaamheden niet verricht, zijn recht op loon behoudt. Volgens de Hoge Raad kan de werkgever zich niet eenzijdig onttrekken aan de verplichting tot betaling van loon. Dat is ook het geval indien de werkgever gegronde redenen heeft om de werknemer te schorsen of op non-actief te stellen en die schorsing of op non-actiefstelling aan de werknemer is te wijten.