Uitspraak
RECHTBANK NOORD-NEDERLAND
1.[eiser 1] ,
1.De procedure
- de dagvaarding;
- de conclusie van antwoord in kort geding;
- de mondelinge behandeling;
- de pleitnota van [eisers] ;
- de pleitnota van de gemeente.
2.De feiten
- beleving van het spoor met ruimte voor recreatie en ontspanning
- wandelen, fietsen en trekken door velden, dorpen en natuur
- overnachten langs het spoor in Bed & Brochje, tent of hotel
- Stoomtreinverbinding in oude stijl met lokale vervoersallures
3.Het geschil
4.De beoordeling
Spoedeisend belang
een verantwoorde benadering en exploitatie van de spoorverbinding, op basis van een streekvervoerconcept, gebaseerd op het toeristisch gebruik van spoorfietsen op verschillende locaties langs het tracé."Het feit dat dit wezenlijke element in het plan van [eisers] niet is terug te vinden in de brochure van de gemeente maakt, in samenhang beschouwd met de andere verschillen tussen het plan en de brochure van de gemeente, dat de totaalindruk van de brochure van de gemeente zodanig verschilt van de totaalindruk van het plan van [eisers] dat van auteursrechtinbreuk geen sprake is.
toeristisch kralensnoer" en in de brochure van de gemeente staat vermeld dat het wandel-fietspad over het oude tracé toeristen de kans biedt kennis te maken met enkele van de belangrijkste "
monumentale parels"van de provincie, is onvoldoende om te kunnen concluderen dat de totaalindruk van de brochure van de gemeente te weinig verschilt van de totaalindruk van de brochure van NFLS om de brochure van de gemeente als een zelfstandig werk aan te kunnen merken. De voorzieningenrechter wijst er overigens op dat, zoals de gemeente heeft betoogd, in het stedenbouwkundig rapport van 31 augustus 2004 dat in opdracht van de gemeente is opgesteld, als bedoeld in r.o. 2.1., ook al werd gesproken over
"een ketting (…) waar veel kralen aan geregen kunnen worden"onder verwijzing naar de bijzondere plekken die aan het spoor grenzen. De slotsom is derhalve dat de gemeente met haar brochure geen inbreuk maakt op het auteursrecht dat rust op de brochure van NFLS.
"door de brochure bewust zo vorm te geven dat de totaalindruk dezelfde is als die van de oorspronkelijke publicaties" de belangen van [eisers] heeft beschadigd en derhalve onrechtmatig jegens [eisers] heeft gehandeld. Zoals hiervoor reeds is geoordeeld, zijn de totaalindrukken van de brochures niet hetzelfde, zodat deze stelling geen standhoudt. Voor het overige heeft [eisers] in het kader van deze grondslag een aantal andere verwijten in de dagvaarding geponeerd, maar heeft hij daaraan geen andere vorderingen verbonden dan de geldvordering en de ingetrokken vordering, zodat daaraan voorbij wordt gegaan.