Uitspraak
RECHTBANK NOORD-NEDERLAND
1.Het procesverloop
2.De feiten
1.Inleiding
'lieve groetjes van mij') buiten het EPD gehouden waardoor er ook geen mogelijkheid van toetsing was. De heer [A] heeft hierover niets besproken met zijn collega's, ook niet het feit dat [B] (in ieder geval voor het eerst in juni) had aangegeven gevoelens voor hem te hebben die verder gingen dan gebruikelijk en wenselijk in een professionele hulpverlening.
aannemelijkis dat er ook sprake is geweest van verdergaand seksueel grensoverschrijdend gedrag tussen de heer [A] en [B] waarbij
aannemelijkis dat deze intimiteit heeft bestaan uit in ieder geval zoenen en/of seksueel contact.
3.Het verzoek
4.Het verweer en het tegenverzoek
5.De beoordeling
Stcrt.2015/12685) zijn daarvoor nadere regels gesteld (Ontslagregeling).
'hij wilde graag het huis zien (dit wilde hij al eerder) en samen zijn ze door het huis gegaan en zo ook bij haar slaapkamer aangekomen. Daar hebben ze op haar bed elkaar betast en seksuele handelingen uitgevoerd aan geslachtsdelen. Zowel zij bij hem als hij bij haar. Er heeft geen geslachtsgemeenschap plaatsgevonden. Ze vertelde dat ze dit fijn vond',aldus de schriftelijke verklaring van [C] , zoals GGZ die in het geding heeft gebracht. Dat [B] deze verklaring heeft herhaald tegenover de huisarts, is niet gebleken. Voormelde verklaring van [C] vermeldt slechts dat [B] op 10 september 2015, tijdens een reeds gepland bezoek, de huisarts heeft ingelicht. Vervolgens heeft [D] op 11 september 2015 telefonisch contact opgenomen met [B] . Blijkens het verslag van de onderzoekscommissie heeft [B] tegenover [D] bevestigd dat er sprake is geweest van eenmalig intiem contact. Dat [B] een inhoudelijke verklaring over het gebeurde tegenover [D] heeft afgelegd, is echter niet gebleken.
'Mevrouw [I] benoemt nogmaals de kern van de melding grensoverschrijdend gedrag, namelijk dat gemeld is dat dhr. [A] en mevrouw [B] seksueel contact hebben gehad waarbij het tot wederzijdse bevrediging is gekomen en vraagt om bevestiging van mevrouw [B] Mevrouw [B] beaamt wat mevrouw [I] zegt. Ze zegt hierover: 'hetgeen ik gezegd heb, is gezegd en dat trek ik niet terug. Ik mag niet liegen dus dit blijft staan.''[B] heeft in haar reactie op dit verslag aangegeven dat de beschrijving van het grensoverschrijdend gedrag in het conceptverslag feitelijk onjuist is weergegeven en dat voormelde passage vervangen zou moeten worden door:
'Mevrouw [I] vraagt of mevrouw [B] bij haar standpunt blijft voor wat betreft de gedane melding. Mevrouw [B] beaamt dit. Ze zegt hierover: 'hetgeen ik gezegd heb, is gezegd en dat trek ik niet terug. Ik mag niet liegen dus dit blijft staan.''[B] heeft haar verdere medewerking aan het onderzoek geweigerd en ook [C] heeft geen nadere verklaring afgelegd omtrent hetgeen [B] haar zou hebben verteld. De externe onderzoekscommissie heeft afgezien van het horen van [B] .