ECLI:NL:RBNNE:2016:1819

Rechtbank Noord-Nederland

Datum uitspraak
15 april 2016
Publicatiedatum
15 april 2016
Zaaknummer
18.930221-15
Instantie
Rechtbank Noord-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Op tegenspraak
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling voor meerdere vermogensdelicten, waaronder inbraken, met gevangenisstraf en schadevergoeding

Op 15 april 2016 heeft de Rechtbank Noord-Nederland in Assen uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die werd beschuldigd van 19 vermogensdelicten, waaronder meerdere inbraken. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van 30 maanden. De zaak kwam aan het licht na een onderzoek dat begon met een aangifte van inbraak in een fietsenwinkel op 2 augustus 2015. De verdachte, bijgestaan door zijn advocaat, verscheen op de zitting, waar het Openbaar Ministerie werd vertegenwoordigd door de officier van justitie. De rechtbank oordeelde dat de verdachte samen met medeverdachten meerdere diefstallen had gepleegd, waarbij hij zich toegang tot de plaatsen van misdrijf had verschaft door middel van braak of andere middelen. De rechtbank achtte de verdachte strafbaar en legde een onvoorwaardelijke gevangenisstraf op, waarbij ook rekening werd gehouden met eerdere veroordelingen van de verdachte voor vergelijkbare feiten. Daarnaast werden er schadevergoedingen toegewezen aan verschillende benadeelde partijen, waarbij de rechtbank oordeelde dat de verdachte aansprakelijk was voor de schade die door zijn daden was veroorzaakt. De rechtbank verklaarde de benadeelde partij in sommige gevallen niet ontvankelijk in hun vordering, terwijl andere vorderingen wel werden toegewezen. De uitspraak benadrukt de ernst van de gepleegde feiten en de gevolgen voor de slachtoffers.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-NEDERLAND

Afdeling strafrecht
Locatie Assen
parketnummer 18/930221-15
Vonnis van de meervoudige kamer d.d. 15 april 2016 in de zaak van het openbaar ministerie tegen:

[verdachte] ,

geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats] ,
wonende in de [gemeente 1] ,
thans gedetineerd in [verblijfplaats] .
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 1 april 2016.
De verdachte is verschenen, bijgestaan door mr. S.M. Wolfert, advocaat te Groningen.
Het openbaar ministerie werd ter terechtzitting vertegenwoordigd door mr. P. van der Vliet.

Tenlastelegging

Aan verdachte is krachtens een ter terechtzitting van 5 februari 2016 toegewezen vordering nadere omschrijving tenlastelegging ten laste gelegd dat
1.
(BVH 2015 223 787, feit 1 in het dossier)
hij op of omstreeks 02 augustus 2015 te [pleegplaats 1] tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit een winkelpand meermalen, heeft weggenomen meerdere fietsen, in elk geval enig goed,
geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 1] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededaders, waarbij verdachte en/of zijn mededaders zich de toegang tot de plaats van het misdrijf hebben verschaft en/of die weg te nemen
fietsen onder hun bereik hebben gebracht door middel van braak en inklimming;
2.
(BVH 2015 227 149, feit 2 in het dossier)
hij op of omstreeks 01 of 02 augustus 2015 te [pleegplaats 1] tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een aanhanger (met [kenteken 1] ), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 2] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s);
3.
(BVH 2015 185 657, feit 3 in het dossier)
hij op of omstreeks 29 juni 2015 te [pleegplaats 2] , in de gemeente Borger-Odoorn, gedurende de voor de nachtrust bestemde tijd, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit een woning (aan de
[adres 1] ) heeft weggenomen een (geelgekleurd) geldkistje met inhoud (geld en sleutels van een Mercedes) en/of een (oranjegekleurde) motor van het merk Yamaha, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 3] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededaders, waarbij verdachte en/of zijn mededaders zich de toegang tot de plaats van het misdrijf hebben verschaft en/of die/dat weg te nemen
goederen onder hun bereik hebben gebracht door middel van braak en/of verbreking;
4.
(BVH 2015 225 178, feit 5 in het dossier)
hij in of omstreeks de periode van 1 t/m 3 augustus te [pleegplaats 1] tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen 3 koperen regenpijpen, althans koper, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan de [slachtoffer 4] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededaders, waarbij verdachte en/of zijn mededaders zich de toegang tot de plaats van het misdrijf hebben verschaft en/of die/dat weg te nemen regenpijpen, althans het koper onder zijn/haar/hun bereik hebben gebracht door middel van braak en/of verbreking;
5.
(BVH 2015 111 827, feit 27 in het dossier)
hij in of omstreeks de periode van 1 oktober 2014 tot en met 13 april 2015 te [pleegplaats 3] , gemeente Aa en Hunze, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, meermalen, telkens met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen onder meer
- een sleutel
- een elektrische fiets, grasmaaier, elektrisch gereedschap en/of televisie,
- een ipad, mobiele telefoon, sleutelbos en/of televisie,
in elk geval telkens enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 5] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader, waarbij verdachte en/of zijn mededader zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft/hebben verschaft en/of die/dat weg te nemen elektriche fiets, grasmaaier, elektrisch gereedschap, mobiele telefoon, televisies, sleutels, onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak en/of
verbreking en/of inklimming en/of valse sleutel;
6.
(BVH 2015 196 796, feit 4 in het dossier)
hij in of omstreeks de periode van 7 tot en met 8 juli 2015 te [pleegplaats 2] , gemeente Borger-Odoorn, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening heeft weggenomen een moterboot en trailer, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 19] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededaders;
7.
(BVH 2015 200 662, feit 7 in het dossier)
hij in of omstreeks van 9 tot en met 10 juli 2015 te [pleegplaats 4] , gemeente Aa en Hunze, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening vanaf een fietsendrager heeft weggenomen een grijze Gazelle herenfiets en een damesfiets, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 6] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededaders, waarbij verdachte en/of zijn mededaders zich de toegang tot de plaats van het misdrijf hebben verschaft en/of die/dat weg te nemen fietsen onder zijn/hun bereik hebben gebracht door middel van braak en/of verbreking;
8.
(BVH 2015 219 845, feit 8 in het dossier)
hij en/of [medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 2] in of omstreeks de periode van 23 tot en met 24 juli 2015 te [pleegplaats 2] , gemeente Borger-Odoorn, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een zwarte Sparta PickUp damesfiets met witte banden, in elk geval enig goed,
geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 7] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededaders, waarbij verdachte en/of zijn mededaders zich de toegang tot de plaats van het misdrijf hebben verschaft en/of die/dat weg te nemen fiets onder zijn/hun bereik hebben gebracht door middel van braak en/of verbreking, welk feit hij door misbruik van gezag of door het verschaffen van gelegenheid, middelen en/of inlichtingen opzettelijk heeft uitgelokt, immers is verdachte een volwassen man die de minderjarigen [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] regelmatig meenam om goederen te stelen en heeft hij deze minderjarigen getipt over deze fiets;
9.
(BVH 2015 188 455, feit 9 in het dossier)
hij in of omstreeks de periode van 30 juni 2015 tot en met 1 juli 2015 te [pleegplaats 2] , gemeente Borger-Odoorn, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening uit een schuur heeft weggenomen 4 bromfietsen, (onder meer 2 Zundapps en een Vespa Grillo) in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 19] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededaders, waarbij verdachte en/of zijn mededaders zich de toegang tot de plaats van het misdrijf hebben verschaft en/of die/dat weg te nemen bromfietsen onder zijn/haar/hun bereik hebben gebracht door middel van braak en/of verbreking;
10.
(BVH 2015 211 446, feit 10 in dossier)
hij in of omstreeks de periode van 13 tot en met 20 juli 2015 te [pleegplaats 2] , gemeente Borger-Odoorn, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening heeft weggenomen een zonnewijzer, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 9] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte;
11.
(BVH 2015 208 203 + 2015 208 021, feiten 11+12 in het dossier)
hij in of omstreeks de periode van 17 tot en met 18 juli 2015 te [pleegplaats 2] , gemeente Borger-Odoorn, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening uit een hotel heeft weggenomen 4 fietsen, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 10] en aan [slachtoffer 11] , in
elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededaders, waarbij verdachte en/of zijn mededaders zich de toegang tot de plaats van het misdrijf hebben verschaft en/of die/dat weg te nemen fietsen onder zijn/haar/hun bereik hebben gebracht door middel van braak en/of verbreking;
12.
(BVH 2015 228 068, feit 13 in dossier)
hij in of omstreeks de periode van 18 juli 2015 tot en met 6 augustus 2015 te [pleegplaats 5] , gemeente Emmen, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening heeft weggenomen kratten met bierflesjes, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 12] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s);
13.
(BVH 2015 228 068, feit 13 in dossier)
hij in of omstreeks de periode van 18 juli tot en met 6 augustus 2015 te [pleegplaats 5] , gemeente Emmen, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening uit de tuin van [adres 2] weg te nemen witte retro scooter, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 12] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededaders en zich daarbij de toegang tot de plaats van het misdrijf te verschaffen en/of die/dat weg te nemen scooter onder zijn/haar/hun bereik te brengen
door middel van braak en/of verbreking, over het hekje van genoemde tuin te stappen en het stuur van die scooter proberen te bewegen en/of de elektrische starter van die scooter te
vernielen, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
14.
(BVH 2015 2015 201 034, feit 14 in het dossier)
hij en/of [medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 2] in of omstreeks de periode van 7 tot en met 9 juli 2015 te [pleegplaats 1] , tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een snorbrommer, merk Gilera Citta, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 13] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededaders, waarbij verdachte en/of zijn mededaders zich de toegang tot de plaats van het misdrijf hebben verschaft en/of die/dat weg te nemen brommer onder zijn/haar/hun bereik hebben gebracht door middel van braak en/of verbreking, welk feit hij door misbruik van gezag of door het verschaffen van gelegenheid, middelen en/of inlichtingen opzettelijk heeft uitgelokt, immers is verdachte een volwassen man die de minderjarigen [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] regelmatig meenam om goederen te stelen en heeft hij deze minderjarigen getipt over deze fiets en/of een betonschaar meegenomen om een slot door te knippen en/of deze minderjarigen vervoerd naar de plek waar deze brommer stond en/of deze minderjarigen opdracht gegeven deze brommer te stelen;
15.
(BVH 2015 236 869, feit 18 in het dossier)
hij in of omstreeks de periode van 30 tot en met 31 juli 2015 te [pleegplaats 6] , gemeente Borger-Odoorn, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening heeft weggenomen gasflessen, kratten bier, stroomhaspel, ijs, patat, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 14] , in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 14] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededaders;
16.
(BVH 2015 182 434, feit 19 in het dossier)
hij in of omstreeks de periode van 23 tot en met 26 juni 2015 te [pleegplaats 2] , gemeente Borger-Odoorn, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een rode bromscooter, merk Keeway Focus, een witte helm, merk Univex en zwarte winterhandschoenen, in elk geval enig goed,
geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 15] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededaders, waarbij verdachte en/of zijn mededaders zich de toegang tot de plaats van het misdrijf hebben verschaft en/of die/dat weg te nemen scooter onder zijn/haar/hun bereik hebben gebracht door middel van braak, verbreking en/of valse sleutel;
17.
(BVH 2015 184 925, feit 20 in het dossier)
hij op of omstreeks 28 juni 2015 te [pleegplaats 2] , gemeente Borger-Odoorn, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening vanaf een fietsendrager aan een auto, heeft weggenomen (3 fietsen, waaronder) een witte sportfiets merk Ridley, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 16] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededaders, waarbij verdachte en/of zijn mededaders zich de toegang tot de plaats van het misdrijf hebben verschaft en/of die/dat weg te nemen fietsen onder zijn/hun bereik hebben gebracht door middel van braak en/of verbreking;
18.
(BVH 2015 234 232, feit 21 in dossier)
hij in of omstreeks de periode van 3 tot en met 8 augustgus 2015 te [pleegplaats 7] , gemeente Borger-Odoorn, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening uit een schuur heeft weggenomen gereedschap, waaronder een elektrische afkortzaag (cirkelzaag), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 17] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededaders, waarbij verdachte en/of zijn mededaders zich de toegang tot de plaats van het misdrijf hebben verschaft en/of die/dat weg te nemen gereedschap onder zijn/hun bereik hebben gebracht door middel van braak en/of verbreking;
19.
(BVH 2015 241 837, feit 22 in het dossier)
hij in of omstreeks de periode van 18 tot en met 19 juli 2015 te [pleegplaats 7] , gemeente Borger-Odoorn, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen 2 fietsen, merk Giant (met toebehoren, zoals een GPS-toestel), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 18] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededaders, waarbij verdachte en/of zijn mededaders zich de toegang tot de plaats van het misdrijf hebben verschaft en/of die/dat weg te nemen fietsen onder zijn/hun bereik hebben gebracht door middel van braak en/of verbreking;
20.
(BVH 2015 221 670, feit 26 in dossier)
hij en/of [medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 2] op of omstreeks 30 juli 2015 te [pleegplaats 8] , gemeente Coevorden, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening uit een auto heeft weggenomen een mapje (met daarin een kentekenbewijs en/of een onderhoudsboekje, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededaders, waarbij verdachte en/of zijn mededaders zich de toegang tot de plaats van het misdrijf hebben verschaft en/of die/dat weg te nemen mapje onder zijn/hun bereik hebben gebracht door middel van braak en/of verbreking, welk feit hij door misbruik van gezag of door het verschaffen van gelegenheid, middelen en/of inlichtingen opzettelijk heeft uitgelokt, immers is verdachte een volwassen man die de minderjarigen [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] regelmatig
meenam om goederen te stelen en heeft hij een betonschaar in zijn auto meegenomen om een raam in te kunnen slaan en/of deze minderjarigen vervoerd naar de plek waar deze auto stond en/of opdracht gegeven een raam van die auto kapot te slaan en/of opdracht gegeven iets uit de auto te stelen.
In de tenlastelegging voorkomende schrijffouten of kennelijke misslagen worden verbeterd gelezen. De verdachte is hierdoor niet in zijn belangen geschaad.
De rechtbank zal, waar in de tenlastelegging staat "en/of zijn mededaders" lezen alsof daar staat "en/of zijn medeverdachten". De term mededader namelijk impliceert dat verdachte ook als dader moet worden aangemerkt, hetgeen in strijd is met de presumptie van onschuld: een verdachte dient tot aan het moment van onherroepelijke bewezenverklaring van het hem tenlastegelegde voor onschuldig te worden gehouden.

Vordering officier van justitie

De officier van justitie heeft ter terechtzitting gevorderd verdachte met betrekking tot de feiten onder 1. tot en met 12. en 14. tot en met 20. te veroordelen tot een gevangenisstraf van 32 maanden, waarvan twaalf maanden voorwaardelijk met een proeftijd van drie jaren en, naast de algemene voorwaarden, de bijzondere voorwaarden van meldplicht, behandel-verplichting, het geven van openheid over zijn verblijf, eventueel meewerken aan begeleid wonen/opvang, ambulante woonbegeleiding en bewindvoering op te leggen. Voorts heeft de officier van justitie gevorderd dat de [benadeelde partij/slachtoffer 1] in diens vordering niet ontvankelijk dient te worden verklaard, de civiele vordering van [slachtoffer 3] tot een bedrag van € 1.219,46 toegewezen dient te worden, de civiele vordering van [slachtoffer 5] integraal toegewezen dient te worden, de civiele vordering van [slachtoffer 19] tot een bedrag van € 1.192,-- hoofdelijk dient te worden toegewezen, de civiele vordering van [slachtoffer 13] integraal en hoofdelijk dient te worden toegewezen en de civiele vordering van [slachtoffer 15] integraal toegewezen dient te worden, tevens telkens in de vorm van een schadevergoedingsmaatregel.

Standpunt van de verdediging

De raadsvrouw heeft betoogd dat verdachte moet worden vrijgesproken van het onder 8., 13. en 20 tenlastegelegde.
Vrijspraak
De verdachte dient van het onder 13. tenlastegelegde te worden vrijgesproken, omdat de rechtbank dit, evenals de officier van justitie en de raadsvrouw van verdachte, niet wettig en overtuigend bewezen acht.

Beoordeling van het bewijs

De rechtbank past bij de beoordeling van het ten laste gelegde de volgende bewijsmiddelen toe.
De rechtbank volstaat ten aanzien van de feiten onder 1. tot en met 7., 9. tot en met 12. en 14. tot en met 19. met een opgave van de bewijsmiddelen overeenkomstig het bepaalde in artikel 359, derde lid, tweede volzin van het Wetboek van Strafvordering, nu verdachte deze feiten duidelijk en ondubbelzinnig heeft bekend.
ten aanzien van het eerste feit
[slachtoffer 1] doet aangifte van inbraak in zijn fietsenwinkel [wijk] te [pleegplaats 1] op 2 augustus 2015 [1] . Er zijn vier fietsen weggenomen.
Aangever verklaart op 3 augustus 2015 dat er nog vier fietsen zijn weggenomen. [2]
[medeverdachte 1] wordt op 4 augustus 2015 gehoord [3] . Hij bekent dat hij samen met verdachte en [medeverdachte 2] heeft ingebroken in die winkel.
[medeverdachte 2] bekent de inbraak ook. [4]
Verdachte heeft ter terechtzitting, zakelijk weergegeven, verklaard dat hij dit feit samen met [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] heeft gepleegd.
ten aanzien van het tweede feit
[persoon 1] doet namens [slachtoffer 2] aangifte van diefstal van een aanhangwagen tussen 31 juli en 3 augustus 2015 [5] .
[medeverdachte 1] bekent dat hij samen met [verdachte] en [medeverdachte 2] een aanhanger heeftweggenomen op het industrieterrein in [pleegplaats 1] [6] .
[medeverdachte 2] bekent dit feit ook [7] .
Verdachte heeft ter terechtzitting, zakelijk weergegeven, verklaard dat hij dit feit samen met [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] heeft gepleegd.
ten aanzien van het derde feit
[slachtoffer 3] doet aangifte van inbraak in zijn woning aan de [adres 1] te [pleegplaats 2] . Weggenomen zijn een geldkistje met geld en sleutels van een Mercedes en een motor. Men is via de terrasdeur binnengekomen [8] .
[medeverdachte 2] bekent dat hij dit feit met [verdachte] heeft gepleegd [9] .
Verdachte heeft ter terechtzitting, zakelijk weergegeven, verklaard dat hij dit feit samen met [medeverdachte 2] heeft gepleegd.
ten aanzien van het vierde feit
Ene [voornaam 1] doet namens [slachtoffer 4] aangifte van diefstal van drie koperen hemelwaterafvoeren van de [slachtoffer 4] te [pleegplaats 1] tussen 1 en 3 augustus 2015 [10] .
[medeverdachte 1] bekent dit feit te hebben gepleegd [11] .
[medeverdachte 2] bekent ook [12] .
Verdachte heeft ter terechtzitting, zakelijk weergegeven, verklaard dat hij dit feit samen met [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] heeft gepleegd.
ten aanzien van het vijfde feit
[slachtoffer 5] doet aangifte van inbraak in haar woning aan de [adres 3] ter [pleegplaats 3] [13] . Men is met een valse sleutel binnengekomen.
[medeverdachte 3] bekent de diefstal [14] . Hij is daar met [verdachte] geweest om te stelen.
Verdachte heeft ter terechtzitting, zakelijk weergegeven, verklaard dat hij samen met [medeverdachte 3] heeft ingebroken in die woning. Ze zijn met een sleutel die [medeverdachte 3] had, binnengekomen.
ten aanzien van het zesde feit
Op 8 juli 2015 doet [persoon 2] namens [slachtoffer 19] aangifte van de diefstal van een motorboot met trailer te [pleegplaats 2] [15] .
[medeverdachte 1] bekent dit feit [16] . Hij heeft dit gedaan met [verdachte] en [medeverdachte 2] .
[medeverdachte 2] bekent dit feit ook [17] .
Verdachte heeft ter terechtzitting, zakelijk weergegeven, verklaard dat hij dit feit samen met [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] heeft gepleegd.
ten aanzien van het zevende feit
[slachtoffer 6] doet aangifte van diefstal van zijn fiets tussen 9 en 10 juli 2015 te [pleegplaats 4] . De fiets, een grijze Gazelle herenfiets, stond op slot op een fietsenrek op een auto samen met een damesfiets. De fietsen waren met een spanriem aan elkaar gezet [18] .
[medeverdachte 1] bekent die diefstal [19] . Hij heeft hem gepleegd met [verdachte] en [medeverdachte 2] , zijn broer.
[medeverdachte 2] bekent ook. Hij heeft dit gedaan samen met [verdachte] en [medeverdachte 1] [20] .
Verdachte heeft ter terechtzitting, zakelijk weergegeven, verklaard dat hij dit feit samen met [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] heeft gepleegd.
ten aanzien van het achtste feit
[slachtoffer 7] doet aangifte van diefstal van haar zwarte Sparta Pick-up damesfiets met witte banden tussen 23 en 24 juli 2015 bij de bushalte aan de [straat 2] te [pleegplaats 2] [21] . De fiets stond op slot.
[medeverdachte 1] bekent deze diefstal [22] . Hij heeft het samen gedaan met zijn broer [medeverdachte 2] . [verdachte] wilde niet mee; hij was moe. [verdachte] had hen wel getipt over deze fiets. Het was ook zijn idee om de fiets te stelen. [medeverdachte 2] tilde de fiets daar weg. Ze hebben de fiets naar [verdachte] gebracht die het slot heeft open geslepen.
[medeverdachte 2] bekent ook [23] . Hij heeft die fiets samen met [medeverdachte 1] gestolen. De fiets stond op slot. Ze hebben de fiets tillend meegenomen en bij [verdachte] in huis neergezet. [24]
Verdachte heeft ter terechtzitting, zakelijk weergegeven, verklaard dat hij en [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] de fiets hadden zien staan en dat [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] hem later hebben opgehaald. Verdachte heeft het slot opengeslepen en de fiets op Marktplaats gezet om te verkopen.
ten aanzien van het negende feit
[persoon 2] doet namens [slachtoffer 19] aangifte van diefstal van bromfietsen uit zijn schuur aan de [straat 3] te [pleegplaats 2] tussen 30 juni en 1 juli 2015 [25] . De schuur was opengebroken. Uit het schuurtje zijn twee Zündapps en een Vespa Grillo weggenomen.
[medeverdachte 1] bekent deze diefstal [26] . Hij heeft het gedaan samen met [verdachte] en broer [medeverdachte 2] . Er zijn drie brommers weggenomen: twee Zündapps en een soort Puch. De schuur waar ze in stonden is opengebroken.
Ook [medeverdachte 2] bekent de diefstal [27] . De schuur is opengebroken door [verdachte] .
Verdachte heeft ter terechtzitting, zakelijk weergegeven, verklaard dat hij dit feit samen met [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] heeft gepleegd.
ten aanzien van het tiende feit
[slachtoffer 9] doet aangifte van diefstal van haar zonnewijzer tussen 13 en 20 juli 2015 te [pleegplaats 2] [28] .
Verdachte heeft ter terechtzitting, zakelijk weergegeven, verklaard dat hij dit feit heeft gepleegd.
ten aanzien van het elfde feit
[slachtoffer 10] doet op 18 juli 2015 aangifte van de diefstal van twee fietsen op 18 juli 2015 te [pleegplaats 2] [29] . Hij doet mede aangifte namens [slachtoffer 20] . Het gaat om een blauwe elektrische fiets Koga De Luxe (van [slachtoffer 20] ) en een blauwe herenfiets Koga Road Speed [30] .
[slachtoffer 21] doet op 18 juni 2015 aangifte van de diefstal van twee fietsen in de nacht van 17 op 18 juli 2015 in [pleegplaats 2] [31] . Het betreft twee elektrische fietsen van het merk Stella.
[medeverdachte 1] bekent de diefstal [32] . In [pleegplaats 2] bij een hotel hebben hij, broer [medeverdachte 2] en [verdachte] fietsen weggenomen.
[medeverdachte 2] bekent de diefstal ook [33] . [medeverdachte 2] heeft de lichte Koga fiets meegenomen naar de woning van [verdachte] [34] .
Verdachte heeft ter terechtzitting, zakelijk weergegeven, verklaard dat hij dit feit samen met [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] heeft gepleegd.
ten aanzien van het twaalfde feit
[slachtoffer 12] doet op 10 augustus 2015 aangifte van de diefstal van vijf kratten bier tussen 18 juli en 6 augustus 2015 te [pleegplaats 5] [35] .
[medeverdachte 1] bekent de diefstal [36] . Het waren vijf bierkratten. Het was met broer [medeverdachte 2] en [verdachte] [37] .
Ook [medeverdachte 2] bekent de diefstal [38] . Hij heeft het samen gedaan met broer [medeverdachte 1] en [verdachte] .
[medeverdachte 4] bevestigt de diefstal [39] . De kratten zijn ingeleverd bij de Lidl.
Verdachte heeft ter terechtzitting, zakelijk weergegeven, verklaard dat hij dit feit samen met [medeverdachte 1] , [medeverdachte 2] en [medeverdachte 4] heeft gepleegd.
ten aanzien van het veertiende feit
[slachtoffer 13] doet aangifte van de diefstal van haar Gilera Citta tussen 7 en 9 juli 2015 te [pleegplaats 1] [40] . Het betreft een zwart/rode metallic voertuig, een zgn. snorbrommer.
Hij was afgesloten met een kabelslot.
[medeverdachte 1] bekent de diefstal [41] . Hij was met broer [medeverdachte 2] en [verdachte] . De scooter stond op slot met een hangslot. [medeverdachte 2] tilde de scooter aan het slot en nam hem zo mee.
Ook [medeverdachte 2] bekent de diefstal [42] . Hij heeft het samen gedaan met broer [medeverdachte 1] en [verdachte] .
Verdachte heeft ter terechtzitting, zakelijk weergegeven, verklaard dat hij dit feit samen met [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] heeft gepleegd.
ten aanzien van het vijftiende feit
[naam] doet namens [slachtoffer 14] aangifte van inbraak in een loods aan de [straat 1] te [pleegplaats 6] tussen 30 en 31 juli 2015 [43] . De deur van de loods is geopend door met ijzerdraad de pal die de deur afsluit open te schuiven. Weggenomen zijn twee gasflessen, twee kratten bier en een stroomhaspel.
[medeverdachte 1] verklaart op de vraag wat hij en [medeverdachte 2] allemaal gaan doen als ze met [verdachte] op pad gaan dat ze nog ergens bij [pleegplaats 9] bij het [slachtoffer 22] zijn geweest [44] .
[medeverdachte 2] bekent de diefstal [45] . Hij is er geweest met [verdachte] , broer [medeverdachte 1] en [medeverdachte 5] .
Verdachte heeft ter terechtzitting, zakelijk weergegeven, verklaard dat hij dit feit samen met [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] en [medeverdachte 5] heeft gepleegd.
ten aanzien van het zestiende feit
[slachtoffer 15] doet aangifte van diefstal van zijn bromscooter tussen 23 en 26 juni 2015 te [pleegplaats 2] [46] .
[medeverdachte 1] verklaart dat [medeverdachte 2] en [verdachte] met een rode scooter aankwamen die ze hadden gestolen [47] . Ze lieten hem ook zien. Hij is bij hen in de schuur gezet.
Verdachte heeft ter terechtzitting, zakelijk weergegeven, verklaard dat hij dit feit samen met [medeverdachte 2] heeft gepleegd.
ten aanzien van het zeventiende feit
[slachtoffer 16] doet op 28 juni 2015 aangifte van diefstal van een witte sportfiets, merk Ridley, op 28 juni 2015 te [pleegplaats 2] [48] . De fiets was afgesloten en stond op de fietsendrager van de auto.
[medeverdachte 1] bekent dit feit [49] . De fiets, een soort wielrennersfiets, stond op een fietsendrager achterop een auto. Hij was met broer [medeverdachte 2] en [verdachte] .
[medeverdachte 2] bekent dit feit ook [50] . Hij heeft het samen met broer [medeverdachte 1] en [verdachte] gedaan.
Verdachte heeft ter terechtzitting, zakelijk weergegeven, verklaard dat hij dit feit samen met [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] heeft gepleegd.
ten aanzien van het achttiende feit
[slachtoffer 17] doet op 12 augustus 2015 aangifte van inbraak in zijn schuur tussen 3 en 10 augustus 2015 te [pleegplaats 7] [51] . De schuur is opengebroken. Weggenomen is gereedschap waaronder een elektrische afkortzaag [52] .
[medeverdachte 1] bekent de diefstal [53] . Hij was samen met broer [medeverdachte 2] , [verdachte] en [medeverdachte 5] .
Ook [medeverdachte 2] bekent de inbraak [54] . Hij heeft het samen gedaan met [verdachte] , [medeverdachte 1] en [medeverdachte 5] .
[medeverdachte 5] bekent de inbraak ook [55] . De inbraak is samen met [verdachte] en de broertjes [medeverdachten 1 en 2] gepleegd.
Verdachte heeft ter terechtzitting, zakelijk weergegeven, verklaard dat hij dit feit samen met [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] en [medeverdachte 5] heeft gepleegd.
ten aanzien van het negentiende feit
[slachtoffer 18] doet aangifte van de diefstal van zijn twee toerfietsen tussen 18 en 19 juli 2015 te [pleegplaats 7] [56] . De fietsen zaten op een beugelslot en aan een rode ketting aan elkaar vast.
[medeverdachte 1] bekent de diefstal [57] . Hij heeft het samen gedaan met [verdachte] en broer [medeverdachte 2] .
[medeverdachte 2] bekent de diefstal ook [58] . Hij heeft het samen gedaan met [verdachte] en broer [medeverdachte 1] .
Verdachte heeft ter terechtzitting, zakelijk weergegeven, verklaard dat hij dit feit samen met [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] heeft gepleegd.
ten aanzien van het twintigste feit
[verbalisant 1] van Politie Eenheid Noord-Nederland relateert [59] dat ene [voornaam 2] ziet dat inzittenden van een rode BMW voorzien van het [kenteken 2] een ruit hadden vernield van een lichtblauwe auto op carpoolplaats bij [pleegplaats 8] . De melder is achter de auto aangereden. Er zaten vijf personen in de rode BMW. De BMW werd door de verbalisanten [verbalisant 2] en [verbalisant 3] aangetroffen bij de [adres 4] . De motorkap en de banden waren warm. De bewoner, tevens eigenaar van de BMW, deed open. Er bleken vier personen in de auto te hebben gezeten: verdachte en [medeverdachte 2] , [medeverdachte 1] en [medeverdachte 4] .
[medeverdachte 1] verklaart dat ze met z'n vijven in de auto zaten, een rode BMW [60] . Dat waren [verdachte] , [medeverdachte 2] en [medeverdachte 4] , hijzelf en ene [medeverdachte 5] . Ze zijn gestopt op de carpoolplaats in [pleegplaats 8] . Daar zagen ze een auto staan. [verdachte] en [medeverdachte 5] zijn uitgestapt. Hij, [medeverdachte 1] , heeft een ruit van de auto ingeslagen. [verdachte] zei dat hij dat moest doen. [medeverdachte 2] stak zijn arm door het gat en haalde een bruinachtig mapje en een kentekenbewijs uit de auto.
[medeverdachte 2] verklaart dat hij met [verdachte] en [medeverdachte 1] was [61] . Ze hebben [medeverdachte 5] opgehaald en [medeverdachte 4] . Ze zijn bij een carpoolplaats vlakbij het [locatie] geweest. Hij ging plassen in het mais. Toen hij terug kwam zag hij [medeverdachte 1] met een betonschaar in zijn handen staan. Hij zag dat het raam van de auto aan de bijrijderszijde kapot was.
[medeverdachte 5] verklaart dat hij samen was met vier anderen [62] . Bij een carpoolplaats nabij [pleegplaats 8] ging hij plassen. Er stond een auto. [verdachte] zei tegen de grootste jongen: sla maar een ruit in. De jongen pakte een betonschaar en sloeg een ruit van de auto in.
[medeverdachte 4] verklaart dat hij [verdachte] tegen [medeverdachte 1] hoorde zeggen: sla dat raam kapot. [medeverdachte 1] deed dat. [medeverdachte 2] stak zijn hand door het gat en haalde uit het dashboardkastje een mapje en een kentekenpasje [63] .
Verdachte heeft ter terechtzitting, zakelijk weergegeven, verklaard dat hij in de auto reed.

Bijzondere bewijsoverweging met betrekking tot het achtste feit

De rechtbank acht, anders dan de raadsvrouw van verdachte, wettig en overtuigend bewezen dat verdachte dit feit heeft medegepleegd.
[medeverdachte 1] heeft verklaard dat [verdachte] weliswaar niet mee wilde maar dat hij [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] wel had getipt over deze fiets en dat het ook zijn idee was om de diets te gaan stelen. [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] hebben de fiets naar [verdachte] gebracht die het slot heeft opengeslepen.
[medeverdachte 2] verklaart dat hij de fiets samen met [medeverdachte 1] heeft weggenomen en bij [verdachte] in huis heeft gezet.
Onder deze omstandigheden hebben verdachte en [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] naar het oordeel van de rechtbank zodanig bewust en nauw samengewerkt bij het voorbereiden en uitvoeren van de diefstal dat moet worden gesproken van medeplegen.

Bijzondere bewijsoverweging met betrekking tot het twintigste feit

Ook ten aanzien van dit feit acht de rechtbank, anders dan de raadsvrouw van verdachte, wettig en overtuigend bewezen dat verdachte dit feit heeft medegepleegd.
[medeverdachte 5] heeft verklaard dat hij [verdachte] tegen de grootste jongen hoorde zeggen: sla maar een ruit in.
[medeverdachte 4] heeft verklaard dat hij [verdachte] tegen [medeverdachte 1] hoorde zeggen: sla dat raam kapot. [medeverdachte 1] heeft verklaard dat hij een ruit van de auto heeft ingeslagen.
Onder deze omstandigheden is naar het oordeel van de rechtbank bij het voorbereiden en uitvoeren van deze diefstal zodanig bewust en nauw samengewerkt dat moet worden gesproken van medeplegen.

Bewezenverklaring

De rechtbank acht het onder 1. tot en met 12. en 14. tot en met 20. ten laste gelegde bewezen, met dien verstande dat
1.
(BVH 2015 223 787, feit 1 in het dossier)
hij op 02 augustus 2015 te [pleegplaats 1] tezamen en in vereniging met anderen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening uit een winkelpand meermalen heeft weggenomen meerdere fietsen, toebehorende aan [slachtoffer 1] , waarbij verdachte en zijn medeverdachten zich de toegang tot de plaats van het misdrijf hebben verschaft door middel van braak;
2.
(BVH 2015 227 149, feit 2 in het dossier)
hij op 01 of 02 augustus 2015 te [pleegplaats 1] tezamen en in vereniging met anderen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een aanhanger (met [kenteken 1] ), toebehorende aan [slachtoffer 2] ;
3.
(BVH 2015 185 657, feit 3 in het dossier)
hij op 29 juni 2015 te [pleegplaats 2] , in de gemeente Borger-Odoorn, gedurende de voor de nachtrust bestemde tijd, tezamen en in vereniging met een ander, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening uit een woning aan de [adres 1] heeft weggenomen een geelgekleurd geldkistje met inhoud (geld en sleutels van een Mercedes) en een oranjegekleurde motor van het merk Yamaha, toebehorende aan [slachtoffer 3] , waarbij verdachte en zijn medeverdachte zich de toegang tot de plaats van het misdrijf hebben verschaft door middel van braak;
4.
(BVH 2015 225 178, feit 5 in het dossier)
hij in de periode van 1 t/m 3 augustus te [pleegplaats 1] tezamen en in vereniging met anderen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen 3 koperen regenpijpen, toebehorende aan de [slachtoffer 4] , waarbij verdachte en zijn medeverdachten die weg te nemen regenpijpen onder hun bereik hebben gebracht door middel van verbreking;
5.
(BVH 2015 111 827, feit 27 in het dossier)
hij in de periode van 1 oktober 2014 tot en met 13 april 2015 te [pleegplaats 3] , gemeente Aa en Hunze, tezamen en in vereniging met een ander, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een i-Pad, een mobiele telefoon, een sleutelbos en een televisie,
toebehorende aan [slachtoffer 5] , waarbij verdachte en zijn medeverdachte zich de toegang tot de plaats van het misdrijf hebben verschaft door middel van een valse sleutel;
6.
(BVH 2015 196 796, feit 4 in het dossier)
hij in de periode van 7 tot en met 8 juli 2015 te [pleegplaats 2] , gemeente Borger-Odoorn, tezamen en in vereniging met anderen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een motorboot en trailer, toebehorende aan [slachtoffer 19] ;
7.
(BVH 2015 200 662, feit 7 in het dossier)
hij in de periode van 9 tot en met 10 juli 2015 te [pleegplaats 4] , gemeente Aa en Hunze, tezamen en in vereniging met anderen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening vanaf een fietsendrager heeft weggenomen een grijze Gazelle herenfiets, toebehorende aan [slachtoffer 6] , waarbij verdachte en zijn medeverdachten die weg te nemen fiets onder hun bereik hebben gebracht door middel van verbreking;
8.
(BVH 2015 219 845, feit 8 in het dossier)
hij en [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] in de periode van 23 tot en met 24 juli 2015 te [pleegplaats 2] , gemeente Borger- [pleegplaats 2] , tezamen en in vereniging, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening hebben weggenomen een zwarte Sparta PickUp damesfiets met witte banden, toebehorende aan [slachtoffer 7] , waarbij verdachte en zijn medeverdachten die weg te nemen fiets onder hun bereik hebben gebracht door middel van verbreking;
9.
(BVH 2015 188 455, feit 9 in het dossier)
hij in de periode van 30 juni 2015 tot en met 1 juli 2015 te [pleegplaats 2] , gemeente Borger- [pleegplaats 2] , tezamen en in vereniging met anderen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening uit een schuur heeft weggenomen drie bromfietsen, (twee Zundapps en een Vespa Grillo), toebehorende aan [slachtoffer 19] , waarbij verdachte en zijn medeverdachten zich de toegang tot de plaats van het misdrijf hebben verschaft door middel van braak;
10.
(BVH 2015 211 446, feit 10 in dossier)
hij in de periode van 13 tot en met 20 juli 2015 te [pleegplaats 2] , gemeente Borger-Odoorn, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een zonnewijzer, toebehorende aan [slachtoffer 9] ;
11.
(BVH 2015 208 203 + 2015 208 021, feiten 11+12 in het dossier)
hij in de periode van 17 tot en met 18 juli 2015 te [pleegplaats 2] , gemeente Borger-Odoorn, tezamen en in vereniging met anderen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening uit een hotel heeft weggenomen vier fietsen, toebehorende aan [slachtoffer 10] of aan [slachtoffer 11] , waarbij verdachte en zijn medeverdachten zich de toegang tot de plaats van het misdrijf hebben verschaft door middel van braak;
12.
(BVH 2015 228 068, feit 13 in dossier)
hij in de periode van 18 juli 2015 tot en met 6 augustus 2015 te [pleegplaats 5] , gemeente Emmen, tezamen en in vereniging met anderen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen kratten met bierflesjes, toebehorende aan [slachtoffer 12] ;
14.
(BVH 2015 2015 201 034, feit 14 in het dossier)
hij en [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] in de periode van 7 tot en met 9 juli 2015 te [pleegplaats 1] , tezamen en in vereniging, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening hebben weggenomen een snorbrommer, merk Gilera Citta, toebehorende aan [slachtoffer 13] , waarbij verdachte en zijn medeverdachten die weg te nemen brommer onder hun bereik hebben gebracht door middel verbreking;
15.
(BVH 2015 236 869, feit 18 in het dossier)
hij in de periode van 30 tot en met 31 juli 2015 te [pleegplaats 6] , gemeente Borger- [pleegplaats 2] , tezamen en in vereniging met anderen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening hebben weggenomen gasflessen, kratten bier, een stroomhaspel, ijs en patat, toebehorende aan [slachtoffer 14] ;
16.
(BVH 2015 182 434, feit 19 in het dossier)
hij in de periode van 23 tot en met 26 juni 2015 te [pleegplaats 2] , gemeente Borger-Odoorn, tezamen en in vereniging met een ander, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een rode bromscooter, merk Keeway Focus, en een witte helm, toebehorende aan [slachtoffer 15] , waarbij verdachte en zijn medeverdachte die weg te nemen scooter onder hun bereik hebben gebracht door middel van verbreking;
17.
(BVH 2015 184 925, feit 20 in het dossier)
hij op 28 juni 2015 te [pleegplaats 2] , gemeente Borger-Odoorn, tezamen en in vereniging met anderen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening vanaf een fietsendrager aan een auto, heeft weggenomen een witte sportfiets merk Ridley, toebehorende aan [slachtoffer 16] , waarbij verdachte en zijn medeverdachten die weg te nemen fiets onder hun bereik hebben gebracht door middel van verbreking;
18.
(BVH 2015 234 232, feit 21 in dossier)
hij in de periode van 3 tot en met 8 augustus 2015 te [pleegplaats 7] , gemeente Borger-Odoorn, tezamen en in vereniging met anderen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening uit een schuur heeft weggenomen gereedschap, waaronder een elektrische afkortzaag (cirkelzaag), toebehorende aan [slachtoffer 17] , waarbij verdachte en zijn medeverdachten zich de toegang tot de plaats van het misdrijf hebben verschaft door middel van braak;
19.
(BVH 2015 241 837, feit 22 in het dossier)
hij in de periode van 18 tot en met 19 juli 2015 te [pleegplaats 7] , gemeente Borger-Odoorn, tezamen en in vereniging met anderen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen twee fietsen, merk Giant (met toebehoren, zoals een GPS-toestel), toebehorende aan [slachtoffer 18] ;
20.
(BVH 2015 221 670, feit 26 in dossier)
hij en [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] op 30 juli 2015 te [pleegplaats 8] , gemeente Coevorden, tezamen en in vereniging met anderen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening uit een auto hebben weggenomen een mapje (met daarin een kentekenbewijs en/of een onderhouds-boekje), toebehorende aan een ander of anderen dan aan verdachte en zijn medeverdachten, waarbij verdachte en zijn medeverdachten dat weg te nemen mapje onder hun bereik hebben gebracht door middel van braak.
De verdachte zal van het onder 1. tot en met 12. en 14 tot en met 20. meer of anders ten laste gelegde worden vrijgesproken, aangezien de rechtbank dat niet bewezen acht.
Redengeving bewezenverklaring
De rechtbank acht de in de bewijsmiddelen genoemde feiten en omstandigheden redengevend voor hetgeen bewezen is verklaard en op grond daarvan heeft de rechtbank de overtuiging bekomen dat verdachte het onder 1. tot en met 12. en 14 tot en met 20. bewezen verklaarde heeft begaan.

Strafbaarheid van het bewezen verklaarde

Het bewezen verklaarde levert respectievelijk op:
onder 1.
diefstal door twee of meer verenigde personen, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van braak,
strafbaar gesteld bij artikel 311 in verbinding met artikel 310 van het Wetboek van Strafrecht;
onder 2.
diefstal door twee of meer verenigde personen,
strafbaar gesteld bij artikel 311 in verbinding met artikel 310 van het Wetboek van Strafrecht;
onder 3.
diefstal gedurende de voor de nachtrust bestemde tijd door twee of meer verenigde personen, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van braak,
strafbaar gesteld bij artikel 311 in verbinding met artikel 310 van het Wetboek van Strafrecht;
onder 4.
diefstal door twee of meer verenigde personen, waarbij de schuldige het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van verbreking,
strafbaar gesteld bij artikel 311 in verbinding met artikel 310 van het Wetboek van Strafrecht;
onder 5.
diefstal door twee of meer verenigde personen, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van valse sleutels,
strafbaar gesteld bij artikel 311 in verbinding met artikel 310 van het Wetboek van Strafrecht;
onder 6.
diefstal door twee of meer verenigde personen,
strafbaar gesteld bij artikel 311 in verbinding met artikel 310 van het Wetboek van Strafrecht;
onder 7.
diefstal door twee of meer verenigde personen, waarbij de schuldige het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van verbreking,
strafbaar gesteld bij artikel 311 in verbinding met artikel 310 van het Wetboek van Strafrecht;
onder 8.
diefstal door twee of meer verenigde personen, waarbij de schuldige het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van verbreking,
strafbaar gesteld bij artikel 311 in verbinding met artikel 310 van het Wetboek van Strafrecht;
onder 9.
diefstal door twee of meer verenigde personen, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van braak
strafbaar gesteld bij artikel 311 in verbinding met artikel 310 van het Wetboek van Strafrecht;
onder 10.
diefstal,
strafbaar gesteld bij artikel 310 van het Wetboek van Strafrecht;
onder 11.
diefstal door twee of meer verenigde personen, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van braak,
strafbaar gesteld bij artikel 311 in verbinding met artikel 310 van het Wetboek van Strafrecht;
onder 12.
diefstal door twee of meer verenigde personen,
strafbaar gesteld bij artikel 311 in verbinding met artikel 310 van het Wetboek van Strafrecht;
onder 14.
diefstal door twee of meer verenigde personen, waarbij de schuldige het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van verbreking,
strafbaar gesteld bij artikel 311 in verbinding met artikel 310 van het Wetboek van Strafrecht;
onder 15.
diefstal door twee of meer verenigde personen,
strafbaar gesteld bij artikel 311 in verbinding met artikel 310 van het Wetboek van Strafrecht;
onder 16.
diefstal, waarbij de schuldige het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van verbreking,
strafbaar gesteld bij artikel 311 in verbinding met artikel 310 van het Wetboek van Strafrecht;
onder 17.
diefstal door twee of meer verenigde personen, waarbij de schuldige het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van verbreking,
strafbaar gesteld bij artikel 311 in verbinding met artikel 310 van het Wetboek van Strafrecht;
onder 18.
diefstal door twee of meer verenigde personen, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van braak,
strafbaar gesteld bij artikel 311 in verbinding met artikel 310 van het Wetboek van Strafrecht;
onder 19.
diefstal door twee of meer verenigde personen,
strafbaar gesteld bij artikel 310 van het Wetboek van Strafrecht;
onder 20.
diefstal door twee of meer verenigde personen, waarbij de schuldige het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak,
strafbaar gesteld bij artikel 311 in verbinding met artikel 310 van het Wetboek van Strafrecht.
Deze feiten zijn strafbaar nu geen omstandigheden aannemelijk zijn geworden die de strafbaarheid uitsluiten.

Strafbaarheid van verdachte

De rechtbank acht verdachte strafbaar nu niet van enige strafuitsluitingsgrond is gebleken.

Strafmotivering

Bij de bepaling van de straf heeft de rechtbank rekening gehouden met de aard en de ernst van de bewezen en strafbaar geachte feiten en de omstandigheden waaronder deze zijn begaan.
Voorts heeft de rechtbank gelet op de persoon van verdachte zoals deze naar voren is gekomen uit het onderzoek op de terechtzitting, op het hem betreffende uittreksel uit de justitiële documentatie d.d. 12 januari 2016, waaruit blijkt dat verdachte eerder is veroordeeld wegens vermogensdelicten, alsmede op de rapporten die omtrent verdachte zijn opgemaakt, op de vordering van de officier van justitie en op het pleidooi van de raadsvrouw van verdachte.
De rechtbank heeft in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
Verdachte heeft in de maanden juni, juli en augustus 2015, voornamelijk samen met de broers [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] een groot aantal vermogensdelicten gepleegd.
Vrijwel alle delicten werden gepleegd op initiatief van verdachte.
De rechtbank rekent het de verdachte zwaar aan dat hij in korte tijd zo'n groot aantal strafbare feiten heeft gepleegd en de minderjarige [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] meenam op zijn strooptochten.
De verdachte heeft aangevoerd dat [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] ver vóór hem al op het dievenpad gingen maar de rechtbank acht dit op grond van de stukken en het onderzoek ter terechtzitting niet aannemelijk geworden.
Verdachte heeft inmiddels 255 dagen in voorlopige hechtenis doorgebracht maar de rechtbank is met de officier van justitie van oordeel dat niet kan worden volstaan met een gevangenisstraf gelijk aan het voorarrest, gelet op grote hoeveelheid strafbare feiten, de ernst daarvan en omstandigheden waaronder die zijn gepleegd.
De officier van justitie heeft een gevangenisstraf gevorderd van 32 maanden - met aftrek van voorarrest - waarvan twaalf maanden voorwaardelijk met een proeftijd van drie jaren. Daarnaast vorderde zij het opleggen van de door de Reclassering van het Leger des Heils geformuleerde algemene en bijzondere voorwaarden.
De rechtbank gaat daar niet in mee. Naar het oordeel van de rechtbank heeft een vruchtbare samenwerking met de reclassering weinig kans van slagen, nu verdachte heeft verklaard dat hij wel behandeld wil worden maar feitelijk de oorzaak van zijn problemen bij de [gemeente 2] legt, die hem structureel te weinig geld gaf waardoor hij wel moest gaan stelen. Dat hij voor € 10,-- per dag wiet gebruikte, laat hij daarbij buiten beschouwing.
De rechtbank acht, mede gelet op de oriëntatiepunten voor de straftoemeting, een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van dertig maanden voor de bewezen geachte strafbare feiten passend en gerechtvaardigd.
Verdachte kan, als hij tweederde van de op te leggen vrijheidsstraf heeft ondergaan, voorwaardelijk in vrijheid worden gesteld. Hieraan kunnen, naast de algemene voorwaarde van het verlenen van medewerking aan reclasseringstoezicht, bijzondere voorwaarden betreffende het gedrag van verdachte worden gesteld.
In dat kader kan verdachte worden verplicht zich onder behandeling te stellen van een instelling voor ambulante forensische zorg en/of te verblijven in een instelling voor begeleid wonen of maatschappelijke opvang gedurende de aan de voorwaardelijke invrijheidstelling te verbinden proeftijd.

De vorderingen van de benadeelde partijen

[slachtoffer 1] (het eerste feit)
De rechtbank is van oordeel dat zij over onvoldoende informatie beschikt om de hoogte van de geleden schade te kunnen beoordelen. De rechtbank zal echter niet overgaan tot schorsing van het onderzoek om de hoogte van die schade alsnog te doen aantonen. Dit zal namelijk leiden tot een onevenredige belasting van het strafgeding. De benadeelde partij zal daarom niet ontvankelijk worden verklaard in de vordering. De vordering kan slechts bij de burgerlijke rechter worden aangebracht.
[slachtoffer 3] (het derde feit)
De rechtbank acht het causaal verband tussen het bewezen geachte feit en de schade alsmede de aansprakelijkheid van de verdachte voor die schade bewezen. De vordering acht zij tot een bedrag van € 2.010,-- (€ 2.493,-- minus de Kärcher ad € 483,-- = € 2.010,--) voldoende aannemelijk gemaakt.
De civiele vordering is dan ook gegrond en tot genoemd bedrag voor toewijzing vatbaar.
Voor het overige acht de rechtbank de vordering onvoldoende aannemelijk gemaakt. De benadeelde partij zal voor dit deel niet ontvankelijk worden verklaard in de vordering. De benadeelde partij kan de vordering voor dat deel slechts bij de burgerlijke rechter aanbrengen.
[slachtoffer 5] (het vijfde feit)
De rechtbank acht het causaal verband tussen het bewezen geachte feit en de schade alsmede de aansprakelijkheid van de verdachte voor die schade bewezen. Het gevorderde bedrag acht zij voldoende aannemelijk gemaakt. De civiele vordering is dan ook gegrond en voor toewijzing vatbaar.
[slachtoffer 19] (het zesde feit)
De rechtbank acht het causaal verband tussen het bewezen geachte feit en de schade alsmede de aansprakelijkheid van de verdachte voor die schade bewezen. De vordering acht zij tot een bedrag van € 1.192,-- (€ 1.250,-- minus € 300,-- van de motor, vermeerderd met de declaratie van ESMA Expertise ad € 242,--) voldoende aannemelijk gemaakt.
De civiele vordering is dan ook gegrond en tot genoemd bedrag voor toewijzing vatbaar.
Voor het overige acht de rechtbank de vordering onvoldoende aannemelijk gemaakt. De benadeelde partij zal voor dit deel niet ontvankelijk worden verklaard in de vordering. De benadeelde partij kan de vordering voor dat deel slechts bij de burgerlijke rechter aanbrengen.
[slachtoffer 13] (het veertiende feit)
De rechtbank acht het causaal verband tussen het bewezen geachte feit en de schade alsmede de aansprakelijkheid van de verdachte voor die schade bewezen. De vordering acht zij voldoende aannemelijk gemaakt.
De civiele vordering is dan ook gegrond en voor toewijzing vatbaar.
[slachtoffer 15] (het zestiende feit)
De rechtbank acht het causaal verband tussen het bewezen geachte feit en de schade alsmede de aansprakelijkheid van de verdachte voor die schade bewezen. Het gevorderde bedrag acht zij tot een bedrag van € 809,-- (de dagwaarde van de scooter en de helm) voldoende aannemelijk gemaakt. De civiele vordering is dan ook gegrond en tot genoemd bedrag voor toewijzing vatbaar.
Voor het overige (een nieuwe zuiger en cilinder en ca. vijf liter brandstof) acht de rechtbank de vordering onvoldoende aannemelijk gemaakt. De benadeelde partij zal voor dit deel niet ontvankelijk worden verklaard in de vordering. De benadeelde partij kan de vordering voor dat deel slechts bij de burgerlijke rechter aanbrengen.

Schadevergoedingsmaatregelen

Met betrekking tot de bewezen geachte feiten acht de rechtbank de verdachte jegens de slachtoffers naar burgerlijk recht aansprakelijk voor de schade die door de strafbare feiten is toegebracht. Aan de verdachte zal de verplichting worden opgelegd die bedragen aan de Staat te betalen ten behoeve van de slachtoffers.
De rechtbank zal ingevolge het bepaalde in artikel 36f, zevende lid van het Wetboek van Strafrecht telkens vervangende hechtenis opleggen.
Tot vervangende hechtenis zal worden overgegaan als volledig verhaal op de goederen van de verdachte onmogelijk is gebleken [64] .
De rechtbank acht het illusoir te menen dat verdachte, aan wie, zoals hierna zal worden beslist, een langdurige gevangenisstraf zal worden opgelegd, in staat zal zijn binnen een redelijke termijn aan zijn verplichtingen te voldoen. Daarmee zou de normaliter op te leggen vervangende hechtenis, die immers is bedoeld als drukmiddel voor betalingsonwilligen, naar het oordeel van de rechtbank een punitief karakter krijgen, hetgeen de rechtbank ongewenst acht.
De rechtbank zal daarom bepalen dat bij gebreke van betaling van de aan de Staat te betalen bedragen telkens slechts één dag vervangende hechtenis zal worden toegepast.

Toepassing van wetsartikelen

De rechtbank heeft mede gelet op de artikelen 10, 24c, 27, 36f en 57 van het Wetboek van Strafrecht.

DE UITSPRAAK VAN DE RECHTBANK LUIDT:

verklaart niet bewezen hetgeen de verdachte onder 13. is tenlastegelegd en spreekt de verdachte daarvan vrij;
verklaart het onder 1. tot en met 12. en 14. tot en met 20. ten laste gelegde bewezen, te kwalificeren en strafbaar zoals voormeld en verdachte daarvoor strafbaar;
verklaart niet bewezen hetgeen aan verdachte onder 1. tot en met 12. en 14. tot en met 20. meer of anders is ten laste gelegd dan het bewezen verklaarde en spreekt verdachte daarvan vrij;

veroordeelt de verdachte tot gevangenisstraf voor de tijd van dertig maanden.

De rechtbank beveelt dat de tijd die de verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, bij de uitvoering van de
opgelegde gevangenisstraf geheel in mindering zal worden gebracht.

de benadeelde partij [slachtoffer 1]

De rechtbank bepaalt dat de benadeelde partij niet ontvankelijk is in de vordering en dat de vordering slechts bij de burgerlijke rechter kan worden aangebracht. De benadeelde partij en de verdachte dragen de eigen kosten.

De benadeelde partij [slachtoffer 3]

De rechtbank veroordeelt de verdachte hoofdelijk tot betaling aan de benadeelde partij van de som van € 2.010,-- en veroordeelt de verdachte tevens in de kosten van de benadeelde partij tot op heden gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak alsnog te maken, tot op heden begroot op nihil, met dien verstande dat indien genoemd bedrag geheel of gedeeltelijk door een medeverdachte is betaald, de verdachte in zoverre is bevrijd.
De rechtbank bepaalt dat de benadeelde partij voor het overige deel van de vordering niet ontvankelijk is dat dat deel van de vordering slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen. De benadeelde partij en de verdachte dragen de eigen kosten.
De rechtbank legt aan de verdachte hoofdelijk de verplichting op aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer een bedrag van € 2.010,-- te betalen, bij gebreke van betaling te vervangen door één dag hechtenis, met dien verstande dat de toepassing van de vervangende hechtenis de hiervoor opgelegde verplichting niet opheft, en dat indien genoemd bedrag geheel of gedeeltelijk door een medeverdachte is betaald, de verdachte in zoverre is bevrijd en verstaat dat voldoening aan de verplichting tot betaling aan de Staat van voormeld bedrag ten behoeve van het slachtoffer de veroordeling tot betaling aan de benadeelde partij doet vervallen alsmede dat betaling van voormeld bedrag aan de benadeelde partij de verplichting tot betaling aan de Staat van dit bedrag doet vervallen.

De benadeelde partij [slachtoffer 5]

De rechtbank veroordeelt de verdachte tot betaling aan de benadeelde partij van de som van € 500,-- en veroordeelt de verdachte tevens in de kosten van de benadeelde partij tot op heden gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak alsnog te maken, tot op heden begroot op nihil.
De rechtbank legt aan de verdachte de verplichting op aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer een bedrag van € 500,-- te betalen, bij gebreke van betaling te vervangen door één dag hechtenis, met dien verstande dat de toepassing van de vervangende hechtenis de hiervoor opgelegde verplichting niet opheft en verstaat dat voldoening aan de verplichting tot betaling aan de Staat van voormeld bedrag ten behoeve van het slachtoffer de veroordeling tot betaling aan de benadeelde partij doet vervallen alsmede dat betaling van voormeld bedrag aan de benadeelde partij de verplichting tot betaling aan de Staat van dit bedrag doet vervallen.

De benadeelde partij [slachtoffer 19]

De rechtbank veroordeelt de verdachte hoofdelijk tot betaling aan de benadeelde partij van de som van € 1.192,-- en veroordeelt de verdachte tevens in de kosten van de benadeelde partij tot op heden gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak alsnog te maken, tot op heden begroot op nihil, met dien verstande dat indien genoemd bedrag geheel of gedeeltelijk door een medeverdachte is betaald, de verdachte in zoverre is bevrijd.
De rechtbank bepaalt dat de benadeelde partij voor het overige deel van de vordering niet ontvankelijk is dat dat deel van de vordering slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen. De benadeelde partij en de verdachte dragen de eigen kosten.
De rechtbank legt aan de verdachte hoofdelijk de verplichting op aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer een bedrag van € 1.192,-- te betalen, bij gebreke van betaling te vervangen door één dag hechtenis, met dien verstande dat de toepassing van de vervangende hechtenis de hiervoor opgelegde verplichting niet opheft, en dat indien genoemd bedrag geheel of gedeeltelijk door een medeverdachte is betaald, de verdachte in zoverre is bevrijd en verstaat dat voldoening aan de verplichting tot betaling aan de Staat van voormeld bedrag ten behoeve van het slachtoffer de veroordeling tot betaling aan de benadeelde partij doet vervallen alsmede dat betaling van voormeld bedrag aan de benadeelde partij de verplichting tot betaling aan de Staat van dit bedrag doet vervallen.

De benadeelde partij [slachtoffer 13]

De rechtbank veroordeelt de verdachte hoofdelijk tot betaling aan de benadeelde partij van de som van € 575,-- en veroordeelt de verdachte tevens in de kosten van de benadeelde partij tot op heden gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak alsnog te maken, tot op heden begroot op nihil, met dien verstande dat indien genoemd bedrag geheel of gedeeltelijk door een medeverdachte is betaald, de verdachte in zoverre is bevrijd.
De rechtbank legt aan de verdachte hoofdelijk de verplichting op aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer een bedrag van € 575,-- te betalen, bij gebreke van betaling te vervangen door één dag hechtenis, met dien verstande dat de toepassing van de vervangende hechtenis de hiervoor opgelegde verplichting niet opheft, en dat indien genoemd bedrag geheel of gedeeltelijk door een medeverdachte is betaald, de verdachte in zoverre is bevrijd en verstaat dat voldoening aan de verplichting tot betaling aan de Staat van voormeld bedrag ten behoeve van het slachtoffer de veroordeling tot betaling aan de benadeelde partij doet vervallen alsmede dat betaling van voormeld bedrag aan de benadeelde partij de verplichting tot betaling aan de Staat van dit bedrag doet vervallen.

De benadeelde partij [slachtoffer 15]

De rechtbank veroordeelt de verdachte hoofdelijk tot betaling aan de benadeelde partij van de som van € 809,-- en veroordeelt de verdachte tevens in de kosten van de benadeelde partij tot op heden gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak alsnog te maken, tot op heden begroot op nihil, met dien verstande dat indien genoemd bedrag geheel of gedeeltelijk door een medeverdachte is betaald, de verdachte in zoverre is bevrijd.
De rechtbank bepaalt dat de benadeelde partij voor het overige deel van de vordering niet ontvankelijk is dat dat deel van de vordering slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen. De benadeelde partij en de verdachte dragen de eigen kosten.
De rechtbank legt aan de verdachte hoofdelijk de verplichting op aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer een bedrag van € 809,-- te betalen, bij gebreke van betaling te vervangen door één dag hechtenis, met dien verstande dat de toepassing van de vervangende hechtenis de hiervoor opgelegde verplichting niet opheft, en dat indien genoemd bedrag geheel of gedeeltelijk door een medeverdachte is betaald, de verdachte in zoverre is bevrijd en verstaat dat voldoening aan de verplichting tot betaling aan de Staat van voormeld bedrag ten behoeve van het slachtoffer de veroordeling tot betaling aan de benadeelde partij doet vervallen alsmede dat betaling van voormeld bedrag aan de benadeelde partij de verplichting tot betaling aan de Staat van dit bedrag doet vervallen.
Dit vonnis is gewezen door mr. O.J. Bosker, voorzitter,
en mr. E. Läkamp en mr. J. van den Bosch, rechters,
bijgestaan door R.C. Sprong, griffier,
en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 15 april 2016.
Mr. Läkamp is buiten staat dit vonnis binnen de door de wet gestelde termijn mede te ondertekenen.

Voetnoten

1.dossierpagina 298
2.dossierpagina 308
3.dossierpagina 385
4.dossierpagina 397
5.dossierpagina 419
6.dossierpagina 433
7.dossierpagina 443
8.dossierpagina 454
9.dossierpagina 487
10.dossierpagina 541
11.dossierpagina 555
12.dossierpagina 567
13.dossierpagina 1162 en volgende
14.dossierpagina 1199
15.dossierpagina 500
16.dossierpagina 516
17.dossierpagina 525
18.dossierpagina 604
19.dossierpagina 615
20.dossierpagina 250
21.dossierpagina 621
22.dossierpagina 644
23.dossierpagina 649
24.dossierpagina 651
25.dossierpagina 653
26.dossierpagina 670
27.dossierpagina 678
28.dossierpagina 684
29.dossierpagina 710
30.dossierpagina 712
31.dossierpagina 734
32.dossierpagina 725
33.dossierpagina 729
34.dossierpagina 730
35.dossierpagina 755
36.dossierpagina 765
37.dossierpagina 764
38.dossierpagina 770
39.dossierpagina 779
40.dossierpagina 782
41.dossierpagina 794
42.dossierpagina 806
43.dossierpagina 904
44.dossierpagina 917
45.dossierpagina 923
46.dossierpagina 945
47.dossierpagina 958
48.dossierpagina 966
49.dossierpagina 975
50.dossierpagina 981
51.dossierpagina 988
52.dossierpagina 990
53.dossierpagina 1005
54.dossierpagina 1010
55.dossierpagina 1026
56.dossierpagina 1029
57.dossierpagina 1042
58.dossierpagina 1047
59.dossierpagina 1114
60.dossierpagina 1122
61.dossierpagina 1135
62.dossierpagina 1142
63.dossierpagina 1154
64.artikel 573, derde lid Wetboek van Strafvordering