(…) Om het ongevalsmechanisme te analyseren heb ik in mijn voorgaande advies gebruik gemaakt van de volgende bronnen:
- Anamnese van betrokkene
- Video opname van het voetbal trauma
- Foto’s van letsel op SEH
- Primaire Röntgenopnames
2. Is sprake van een direct of indirect trauma
Bij een direct trauma treedt letsel op de hoogte van de locatie van het direct inwerkend geweld. (bijvoorbeeld onderbeenfractuur door bumperletsel bij aanrijding). Bij een indirect trauma treedt het letsel op een andere hoogte op dan de inwerkende kracht (bijvoorbeeld onderbeenfractuur bij rotatieletsel skiën).
Video
Ik deel de mening van collega Nollen dat de video geen direct uitsluitsel geeft welk been van welke speler eventueel de oorzaak is geweest van een trauma van het onderbeen van betrokkene. Er zijn op de video echter wel aanwijzingen dat er sprake was van een indirect[rechtbank: kennelijk is hier
directbedoeld]
trauma met geweld inwerking van een tegenspeler op de betrokkene. Immers, de video laat duidelijk zien dat betrokkene, nadat hij op het doel geschoten heeft, ten gevolge van een actie van twee tegenspelers ten val wordt gebracht. Logischerwijs moet er dus sprake zijn geweest van een vorm van direct lichamelijk contact tussen de tegenspeler(s) en betrokkene. Ook collega Nollen stelt terecht dat een direct trauma hier zeker suspect is. Echter collega Nollen stelt ook dat er ook sprake zou kunnen zijn van een indirect ongevalsmechanisme waarbij betrokkene al vallend - en het linker been belastend - met grote kracht met zijn mediale voetrand de grond aanraakte, waarna de enkel luxeerde. Dit indirecte ongevalsmechanisme dunkt mij echter uiterst onaannemelijk daar betrokkene immers op het moment van de actie van de twee tegenspelers stond op zijn linker voet en pas na de actie van de tegenspelers ten val kwam en daarbij niet op zijn linker voet terecht kwam maar op zijn linker zijde/rug.
Röntgenfoto
Er bestaat onder andere een uiterst comminutieve (verbrijzeling) fractuur van de fibula boven de syndesmose van de enkel. De mate van de comminutie is goed te zien op de eerste voor-achterwaartse Röntgenfoto postoperatief. De comminutie van de fractuur, met vele losse fractuur fragmenten en splinterd past bij een direct hoogenergetisch letsel ten gevolge van direct lokaal uitwendige contact. Collega Nollen stelt, zonder de Röntgenfoto te beschrijven, dat een dergelijke fractuur van de fibula (kuitbeen) ook zou kunnen ontstaan door een indirect trauma. Ik deel de mening dat door een indirect trauma inderdaad ook een meervoudige fractuur van de fibula kan optreden. De mate van comminutie (verbrijzeling) van fractuur van betrokkene is echter dermate ernstig dat er sprake is van versplintering van de fibula hetgeen uiterst suggestief is voor direct inwerkend hoogenergetisch geweld. Dit in tegenstelling tot indirecte letsel van de fibula welke veelal gekenmerkt wordt door een spiraalfractuur, korte schuine fractuur van de fibula of een zogenaamd vlinderfragment maar in ieder geval niet door ernstige comminutie. Verder is de zeer forse diastase (verwijding) tussen de tibia (scheenbeen) en fibula (kuitbeen) ter hoogte van de syndesmose (duidend op een ruptuur van zowel de voorste als achterste syndesmose van de enkel) indicatief voor een hoogenergetisch letsel en derhalve passend bij een direct trauma dan een indirect trauma.3. Wat was locatie van het directe trauma?
Video
De video toont dat beide tegenspelers laag inkomen op enkel niveau of juist daarboven. Ook collega Nollen stelt dat er was gewelds-/krachtinwerking op het linker been van betrokkene met als punctum maximum de linker enkelregio.
Röntgenfoto’s
Het betreft een uiterst comminutieve (verbrijzeling) fractuur van de fibula boven de syndesmose van de enkel. Dit past bij het laag inkomen op de enkel van betrokkene.
4. Wat was de richting van het directe trauma?
Video
De video toont een actie van twee tegenspelers die beide laag van achteren inkomen, één van de linker achterzijde en één van rechtsachter, op het moment dat betrokkene juist met zijn rechter been op het doel geschoten heeft en terwijl zijn linker been zijn standbeen is. Door deze actie wordt betrokkene ten val gebracht waarbij hij naar links achter valt en op zijn linker zij/rug terecht komt.
Deze richting van de val van betrokkene is uiterst suggestief voor laag inwerkend geweld van links/achter ten opzichte van betrokkene. De video toont direct na de val een forse standsafwijking van linker enkel van betrokkene waarbij de voet naar buiten verplaatst is ten opzichte van het onderbeen. Ook collega Nollen beaamt dat het mechanisme zeker suspect voor een direct trauma met een mogelijke krachtsinwerking vanuit lateraal ten opzichte van het getroffen linker been van betrokkene.
Röntgenfoto
Bij de fibulafractuur is er sprake van een standsafwijking in de vorm van een translatie ad axim met een forse angulatie (hoekstand van het distale (onderste) botdeel ten opzichte van het proximale botdeel). Op de voor-achterwaartse Röntgenopnames is te zien dat er sprake is van angulatie van het distale botdeel naar lateraal; een valgus stand. Op de zijdelingse Röntgenopnames is te zien dat er sprake is van een angulatie van het distale botdeel naar dorsaal; een antecurvatie stand. Er is dus sprake van een samengestelde angulatie naar lateraal-dorsaal. De richting van de hoekstand van de fibula, met een angulatie van het distale botdeel naar lateraal en dorsaal, leidt tot de conclusie dat de richting van het uitwendige inwerkende geweld van dorso-lateraal is gekomen; met andere woorden
van links achter ten opzichte van betrokkene. Tevens is er is sprake van een avulsie fractuur van de mediale malleolus (binnenste enkelknokkel) welke passend is bij een eversie (naar buiten kantelen) letsel van de enkel.
Foto’s van letsel op SEH
Deze foto’s tonen een gecompliceerde (open) luxatie (ontwrichting) waarbij de enkel naar lateraal (naar buiten) geluxeerd staat en de distale tibia (onderste gedeelte van het scheenbeen) aan de mediale (binnen) zijde van de enkel door een dwarse traumatische wond naar buiten perforeert. Ook dit past bij uitwendig geweld komend vanaf linksachter op het enkelgebied van betrokkene.
Beschouwing
Gezien bovenstaande analyse van het traumamechanisme kom ik (wederom) tot de volgende conclusies:
1. Het letsel van betrokkene is ontstaan door toedoen van een tegenspeler.
2. Het letsel is opgetreden ten gevolge van een direct trauma door uitwendig inwerkend uitwendig geweld.
3. Het uitwendig geweld greep aan juist boven de enkel van betrokkene.
4. De richting van waarmee het uitwendig geweld aangreep ten opzichte van betrokkene kwam van links achter.