ECLI:NL:RBNNE:2015:999
Rechtbank Noord-Nederland
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de machtiging tot opzegging van arbeidsovereenkomsten in faillissement
In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Nederland op 10 februari 2015 uitspraak gedaan in het hoger beroep van [A] tegen de beslissing van de rechter-commissaris. De rechter-commissaris had op 2 december 2014 aan de curatoren van de failliete onderneming Pasana Care B.V. machtiging verleend om de arbeidsovereenkomsten van een aantal werknemers, waaronder [A], op te zeggen. [A] had bezwaar gemaakt tegen deze opzegging en haar bezwaar werd door de rechtbank opgevat als een hoger beroep. Tijdens de zitting op 28 januari 2015 werd de zaak behandeld, waarbij [A] werd bijgestaan door haar advocaat mr. J.M.H. Houben van de FNV, en de curator mr. W.M. Sturms aanwezig was.
De rechtbank heeft vastgesteld dat Pasana op 28 november 2014 failliet was verklaard en dat de curatoren de arbeidsovereenkomsten op basis van de Faillissementswet (Fw) hebben opgezegd. De rechtbank heeft de belangen van de schuldeisers en de continuïteit van de onderneming in haar beoordeling betrokken. De curatoren hebben aangegeven dat zij de opzeggingen hebben gedaan om de kosten te beperken en de belangen van de kwetsbare groep bewoners te waarborgen. De rechtbank heeft echter ook gekeken naar de individuele situatie van [A].
De rechtbank oordeelde dat niet is gebleken dat [A] op het moment van ontslag misbaar was of gedurende zes weken of langer ziek was. Uit de door [A] overgelegde urenstaten bleek dat zij haar aanstellingsuren had gedraaid en zelfs meer had gewerkt. De rechtbank concludeerde dat het niet redelijk was om de arbeidsovereenkomst van [A] op te zeggen en vernietigde de machtiging van de rechter-commissaris. De uitspraak benadrukt de noodzaak voor curatoren om zorgvuldig om te gaan met de belangen van individuele werknemers, zelfs binnen de context van een faillissement.