In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Nederland op 24 februari 2015 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die werd beschuldigd van meerdere feiten, waaronder mishandeling en bedreiging. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte zijn ex-partner, [slachtoffer 1], heeft mishandeld op twee verschillende momenten en haar ouders heeft bedreigd. De feiten vonden plaats in het kader van een vechtscheiding, wat de context van de zaak beïnvloedde. De rechtbank heeft de verdachte vrijgesproken van de tenlastelegging van belaging, omdat de bewezen geachte feiten niet als stelselmatige inbreuk op de persoonlijke levenssfeer van [slachtoffer 1] konden worden gekwalificeerd. De rechtbank oordeelde dat de verdachte zich in een aantal gevallen niet correct had gedragen, maar dat deze incidenten niet voldoende waren om te spreken van belaging. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot 90 uren werkstraf, zonder voorwaardelijke straf, om de omgangsregeling met zijn kinderen niet te belemmeren. De vorderingen van de benadeelde partijen zijn afgewezen, omdat de rechtbank de feiten waarop deze vorderingen waren gebaseerd niet bewezen achtte. De uitspraak benadrukt de ernst van de mishandelingen en bedreigingen, vooral gezien de aanwezigheid van kinderen tijdens de incidenten.