ECLI:NL:RBNNE:2015:846

Rechtbank Noord-Nederland

Datum uitspraak
19 februari 2015
Publicatiedatum
26 februari 2015
Zaaknummer
18.730368-14
Instantie
Rechtbank Noord-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Op tegenspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak van verdachte in zaak van feitelijke aanranding van de eerbaarheid

In de zaak van het openbaar ministerie tegen de verdachte, die beschuldigd werd van feitelijke aanranding van de eerbaarheid, heeft de rechtbank Noord-Nederland op 19 februari 2015 uitspraak gedaan. De verdachte was aanwezig op de zitting, bijgestaan door zijn raadsman, mr. W. Boonstra, terwijl het openbaar ministerie werd vertegenwoordigd door mr. H. Mous. De tenlastelegging betrof een incident dat zich zou hebben voorgedaan op of omstreeks 22 september 2012, waarbij de verdachte de [slachtoffer] zou hebben gedwongen tot het plegen van ontuchtige handelingen door middel van geweld of bedreiging. Tijdens de zitting op 5 februari 2015 werd het bewijs besproken. De rechtbank oordeelde dat er weliswaar wettig bewijs aanwezig was, maar dat dit niet overtuigend genoeg was om de verdachte schuldig te verklaren. De rechtbank sprak de verdachte vrij van de hem ten laste gelegde feiten. De uitspraak werd gedaan door een meervoudige kamer, onder leiding van voorzitter mr. A.H.M. Dölle, en de andere rechters mr. I.M. Dölle en mr. C.A.J. Tuinstra. De griffier, mr. L.S. Gosselaar, was ook aanwezig bij de uitspraak. De rechtbank concludeerde dat de verdachte niet schuldig was aan de feitelijke aanranding van de eerbaarheid, en verklaarde het ten laste gelegde niet bewezen.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-NEDERLAND

Afdeling strafrecht
Locatie Leeuwarden
parketnummer 18/730368-14
vonnis van de meervoudige kamer voor de behandeling van strafzaken d.d. 19 februari 2015 in de zaak van het openbaar ministerie tegen de verdachte

[verdachte],

geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats],
wonende te [woonadres].
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 5 februari 2015.
De verdachte is verschenen, bijgestaan door mr. W. Boonstra, advocaat te Leeuwarden.
Het openbaar ministerie werd ter terechtzitting vertegenwoordigd door mr. H. Mous.

Tenlastelegging

Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
hij op of omstreeks 22 september 2012, in ieder geval in de maand september
2012, te [pleegplaats], door geweld of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) en/of
bedreiging met geweld of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) een persoon,
genaamd, [slachtoffer], heeft gedwongen tot het plegen en/of dulden van een of
meer ontuchtige handeling(en), bestaande uit het vastpakken van een borst van
die [slachtoffer] en bestaande dat geweld of die andere feitelijkhe(i)d(en) en/of
die bedreiging met geweld of die andere feitelijkhe(i)d(en) uit het feit dat
verdachte deze handeling onverhoeds en plotseling heeft verricht zulks zonder
dat zij dit kon verhinderen en/of een situatie heeft doen ontstaan waarin zij
zich niet, althans onvoldoende, aan bovengenoemde handeling kon onttrekken.
In de tenlastelegging voorkomende schrijffouten of kennelijke misslagen worden verbeterd gelezen. De verdachte is hierdoor niet in zijn belangen geschaad.

Vordering officier van justitie

De officier van justitie heeft ter terechtzitting gevorderd:
- vrijspraak van het ten laste gelegde.

Beoordeling van het bewijs

De rechtbank is -met de officier van justitie en de raadsman- van oordeel dat in het dossier weliswaar sprake is van wettig bewijs, maar dat niet overtuigend kan worden bewezen hetgeen aan verdachte is ten laste gelegd en spreekt verdachte derhalve vrij van de feitelijke aanranding van de eerbaarheid.

DE UITSPRAAK VAN DE RECHTBANK LUIDT:

Verklaart niet bewezen hetgeen verdachte is ten laste gelegd en spreekt verdachte daarvan vrij.
Dit vonnis is gewezen door mr. A.H.M. Dölle, voorzitter, mr. I.M. Dölle en mr. C.A.J. Tuinstra, rechters, bijgestaan door mr. L.S. Gosselaar, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 19 februari 2015.
Mr. Tuinstra is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.
w.g.
Dölle
VOOR EENSLUIDEND AFSCHRIFT
Dölle
de griffier van de rechtbank Noord-Nederland,
Gosselaar
locatie Leeuwarden,

RECHTBANK NOORD-NEDERLAND

Afdeling strafrecht
Locatie Leeuwarden
parketnummer 18/730368-14
proces-verbaal van de in het openbaar gehouden terechtzitting van de meervoudige strafkamer in bovengenoemde rechtbank op 5 februari 2015
Tegenwoordig:
mr. A.H.M. Dölle, voorzitter,
mr. I.M. Dölle en mr. C.A.J. Tuinstra, rechters, en
mr. L.S. Gosselaar, griffier.
Als officier van justitie is ter terechtzitting aanwezig mr. H. Mous.
De voorzitter doet de zaak tegen na te noemen verdachte uitroepen.
De voorzitter belast de jongste rechter met de leiding van het onderzoek.
De verdachte, ter terechtzitting aanwezig, antwoordt op de vragen van de jongste rechter te zijn genaamd:

[verdachte],

geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats],
wonende te [woonadres].
Als raadsman van verdachte is ter terechtzitting aanwezig mr. W. Boonstra, advocaat te Leeuwarden.
…..
De jongs rechter verklaart het onderzoek gesloten en deelt mede, dat volgens de beslissing van de rechtbank de uitspraak zal plaatsvinden ter terechtzitting van 19 februari 2015 te 13:00 uur.
Waarvan proces-verbaal, vastgesteld en ondertekend door de voorzitter en de griffier.