Uitspraak
RECHTBANK NOORD-NEDERLAND
1.[eiseres 1],
[eiseres 2],
[eiseres 2],
1.De procedure
- de dagvaarding
- de conclusie van antwoord
- de conclusie van repliek
- de conclusie van dupliek.
2.De feiten
3.De vordering
4.Het geschil en de beoordeling daarvan
[ccc] heeft zich de saldi van de onderhavige bankrekeningen, zijnde een bedrag van in totaal € 76.595,- toegeëigend, waardoor er sprake is van ongerechtvaardigde verrijking (artikel 6:212 BW). Van goede trouw aan de zijde van [ccc] is geen sprake. Al in 2006 is zij benaderd door de financieel adviseur van [cc] in verband met de afwikkeling van de nalatenschap van erflater. Vanaf dat moment diende zij rekening te houden met een eventuele vordering van [cc] en diende zij de gelden niet uit te geven. [ccc] heeft er voorts niet op mogen vertrouwen dat zij gerechtigd was tot het saldo van de en/of-rekening; zij heeft deze rekening zelf gevoed met pensioengelden van erflater en over de door [ccc] gedane stortingen is in de eerder gevoerde procedure al ten gunste van [cc] geoordeeld. Subsidiair stelt [cc] zich op het standpunt dat [ccc] inbreuk heeft gemaakt op het vermogensrecht van [cc], waardoor er sprake is van een onrechtmatige daad (artikel 6:162 BW).
volgens haar eigen stellingen hooguit tot de helft van de (gemeenschappelijke) rekeningen gerechtigd was. Kennelijk is er van de saldi niets meer over. In dat geval klopt de stelling van [ccc] dat zij helemaal geen rekening met een vordering van [cc] hoefde te houden, dus niet.
€ 1.788,00(2 punten × tarief € 894,00)