"Op het moment dat de akten nog niet gepasseerd zijn en ook nog niet klaar zijn om te passeren komt [X] met de mededeling dat morgen zijn laatste werkdag was. De akten konden nog niet gepasseerd worden omdat er een doorlevering plaats zou vinden binnen het concern en daar was een derde partij bij betrokken. De ins- en outs moesten nog besproken worden. Het is de heer [X] verteld dat daar het wachten op was. Welke ins- en outs is niet verteld maar dat ging hem ook niet aan.(…) In de periode voor 20 juli 2007 hebben wij veelvuldig gewezen op diverse zaken. Normaal gesproken beur je een koopsom en dan ben je van elkaar af. Hier zouden de koopsommen schuldig worden gebleven, er moest nog gekeken worden naar een financiering, daar was men mee bezig, er waren ook al stukken van de bank.
(…)
Op de vraag of op 20 juli 2007 bekend was dat er geen terug leveringsplicht meer in de akte zou worden opgenomen antwoordde ik als volgt. Vanaf het moment dat het bekend was dat er sprake zou zijn van een aandelenoverdracht is een eventuele terug leveringsplicht als onderdeel van de akte niet meer aan de orde geweest. Een eventuele terug leveringsplicht zouden [M] en [N] samen met [X] kunnen overeenkomen. Het is geen issue geweest als onderdeel van de akte. Op 20 juli 2007 was al bekend dat de aandelen in [X] bouwbedrijf zouden worden overgedragen. Je zou nog kunnen zeggen waarom heeft er geen levering plaats gevonden onder een opschortende of ontbindende voorwaarde als niet betaald wordt, maar dat is voor een financier niet duidelijk, want dan kan je niet goed een hypotheek op de onroerende zaak vestigen. Er was al een financier in beeld en alles moest goed komen en daarom is het niet opgenomen. In concernverband worden koopsommen wel vaker schuldig gebleven in rekening courant en in concerns is het niet een gebruikelijke constructie om te werken met een terug leveringsconstructie. Dat de onroerende zaken en de boomgaard uiteindelijk in Westzijde terecht zouden komen, dat was al duidelijk. De route er naar toe was alleen nog niet duidelijk. Ons inziens was het voor [X] ook niet belangrijk om te weten waar de onroerende zaken en boomgaard terecht zouden komen, omdat het om doorschuiven binnen concernverband ging, maar dat er zou worden doorgeschoven dat was wel al duidelijk.
(…)
Op de vraag of op 20 juli 2007 al bekend was dat de boomgaard in Westzijde terecht zou komen en dat er geen contract zou worden overgenomen door Westzijde antwoord ik dat ik dat niet weet. Maar [X] is daar ook niet minder van geworden. Het is aan het concern om te bepalen waar men administratief die verplichting legt. Als de kavels bij particulieren terecht zouden zijn gekomen dan zouden die particulieren die verplichting ook niet opgelegd hebben gekregen. Als [X] na die tijd een keer met de gemeente om tafel zou gaan samen met Trusta, dan zou tijdens de onderhandelingen wel naar voren komen wie voor de gemeente binnen Trusta een acceptabele partij zou zijn; maar dat was voor later. Ik zie niet dat het in een keer in de hobbel is dat de verplichting in de ene BV en de boomgaard in de andere BV zit. Als de gemeente en [X] en Trusta een keer om de tafel zouden zitten dan zouden ze kunnen bespreken onder welke voorwaarden de gemeente [X] zou willen ontslaan van zijn verplichting.
(…)
Mr. Arnouts vraagt mij of ik nog gesproken heb op 20 juli 2007 over het schuldig blijven van de koopsom. Ja, dat staat ook in de volmacht. Besproken is dat het een vordering van de ene BV op de andere is omdat de financiering nog niet rond was; dat was [X] klip en klaar helder.
(…)
De situatie van het schuldig blijven van de koopsommen is op 20 juli 2007 aan de orde geweest. Later is hier niets in gewijzigd. De situatie op 31 juli 2007 was op dit punt hetzelfde. Gevraagd word of de verkopende partij geïnformeerd mag worden over doorleveringen in de vorm van A-B-C-D-E transacties. Er is uiteraard een geheimhoudingsplicht. Als partijen niets meer met elkaar van doen hebben speelt de geheimhoudingsplicht een rol. Maar als [X] niet op vakantie was gegaan zou hij denk ik niet de gang op worden gestuurd als we het gehad hadden over de doorleveringen binnen concernverband. In verband met de verhoudingen die er waren tussen [X] en Trusta. Op de vraag of mij nog meer bijstaat van het gesprek van 20 juli 2007 antwoord ik dat wij alle ins en outs hebben doorgenomen.
(…)
U houdt mij voor dat er ook nog een hypotheek gevestigd is op 31 juli 2007 ten behoeve van Nederborg. Dat was niet een hypotheek om de koopsom van de aandelen af te dekken. Het was bedoeld voor het afdekken van een mogelijke fiscale claim die bij de verkopende partij terecht zou komen. Het was bedoeld om minder makkelijk te maken dat buiten het zicht van Nederborg om het onroerend goed aan een derde zou worden overgedragen. Het was een signalering richting hem.
(…)
Het klopt dat er tussen 20 juli 2007 en 31 juli 2007 door niemand van ons kantoor contact is geweest met [X]. Dat komt omdat op zijn punten niets veranderd was ten opzichte van datgene wat met hem al besproken was."