In deze zaak, die voor de Rechtbank Noord-Nederland is behandeld, gaat het om een vordering van de bewindvoerder van Geert Benedictus Q.Q. in het kader van een faillissementspauliana. De bewindvoerder stelt dat een hypotheekverlening door de saniet aan de gedaagde, die op 26 maart 2012 heeft plaatsgevonden, rechtsgeldig is vernietigd. De bewindvoerder betoogt dat deze hypotheekverlening een onverplichte rechtshandeling is, die benadeling van schuldeisers tot gevolg heeft gehad, en beroept zich daarbij op de artikelen 42 en 43 van de Faillissementswet. De rechtbank heeft vastgesteld dat de saniet en de gedaagde een lening zijn overeengekomen, maar de vraag is of deze lening onder de voorwaarde is verstrekt dat de saniet een hypotheekrecht zou vestigen. De rechtbank heeft de bewindvoerder opgedragen bewijs te leveren dat deze voorwaarde niet is bedongen. De zaak is aangehouden voor bewijslevering, waarbij de bewindvoerder de mogelijkheid heeft om getuigen te horen of bewijsstukken over te leggen. De rechtbank heeft de zaak opnieuw op de rol gezet voor 4 maart 2015, waar de bewindvoerder zijn bewijsvoering kan uitlaten.