In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Nederland, afdeling Privaatrecht, op 11 februari 2015 uitspraak gedaan in een geschil tussen NDEA B.V. en een gedaagde. NDEA B.V., eiseres in conventie en verweerder in reconventie, vorderde betaling van een eindafrekening van € 281,91, die door de gedaagde onbetaald was gelaten. De gedaagde, die in persoon procedeerde, betwistte de eindafrekening en voerde aan dat hij de meterstanden correct had doorgegeven. De kantonrechter heeft vastgesteld dat NDEA B.V. de eindafrekening op basis van onjuiste meterstanden had opgesteld, maar dat de gedaagde niet voldoende bewijs had geleverd voor zijn stellingen. De kantonrechter heeft de vordering van NDEA B.V. toegewezen, met inachtneming van een vermindering van eis van € 49,13. De gedaagde werd veroordeeld tot betaling van € 277,79, vermeerderd met wettelijke rente en proceskosten. In reconventie heeft de gedaagde een schadevergoeding van € 50.000,00 gevorderd, maar deze vordering werd afgewezen omdat hij niet aan zijn stelplicht had voldaan. De kantonrechter heeft de gedaagde ook veroordeeld in de kosten van de procedure.