ECLI:NL:RBNNE:2015:6456
Rechtbank Noord-Nederland
- Op tegenspraak
- Rechtspraak.nl
Aansprakelijkheid bij longeren van een merrie na het verwijderen van wolfskiezen
In deze zaak, die werd behandeld door de Rechtbank Noord-Nederland, stond de aansprakelijkheid van gedaagden centraal na een incident waarbij een merrie tijdens het longeren achterover viel en blijvende blindheid opliep. De eisende partij, bestaande uit drie eisers, vorderde schadevergoeding wegens wanprestatie. De merrie was enkele dagen voor het longeren geopereerd waarbij wolfskiezen waren verwijderd. Getuigen werden gehoord over de fysieke toestand van de merrie en de vraag of het verantwoord was om met een bit te werken na de ingreep. De kantonrechter oordeelde dat de eisende partij niet voldoende bewijs had geleverd dat het handelen van gedaagden het steigeren en vallen van de merrie had veroorzaakt. De getuigenverklaringen waren tegenstrijdig en er was onvoldoende bewijs dat de merrie niet in staat was om met een bit te werken. De kantonrechter wees de vorderingen van de eisende partij af en veroordeelde hen in de proceskosten. De vordering in reconventie, die betrekking had op de kosten van dierenarts en tandarts, werd eveneens toegewezen aan gedaagden, omdat niet was komen vast te staan dat gedaagden tekort waren geschoten in hun verplichtingen. Het vonnis werd uitgesproken op 18 november 2015.