ECLI:NL:RBNNE:2015:6390

Rechtbank Noord-Nederland

Datum uitspraak
22 oktober 2015
Publicatiedatum
27 mei 2016
Zaaknummer
18.730433-13
Instantie
Rechtbank Noord-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Op tegenspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontucht met minderjarige en bezit van kinderpornografie

In deze zaak heeft de rechtbank Noord-Nederland op 22 oktober 2015 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die zich schuldig heeft gemaakt aan ontucht met een 4-jarig buurmeisje. De verdachte heeft tijdens het maken van kinderpornografische foto's met zijn hand de vagina van het meisje aangeraakt. Twee van deze foto's zijn door hem via het internet verspreid. Daarnaast zijn er op de harde schijf van zijn laptop duizenden kinderpornografische afbeeldingen aangetroffen. De verdachte heeft gedurende meerdere jaren een gewoonte gemaakt van het bezit van dergelijke afbeeldingen.

De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een onvoorwaardelijke gevangenisstraf gelijk aan de duur van het voorarrest, en een voorwaardelijke gevangenisstraf van 6 maanden met een proeftijd van 3 jaren. Tevens zijn er bijzondere voorwaarden opgelegd, waaronder een meldplicht bij de reclassering, het volgen van een ambulante behandeling en de verplichting om medewerking te verlenen aan controles van zijn digitale gegevensdragers. Daarnaast is een taakstraf van 240 uren opgelegd.

De rechtbank heeft in haar overwegingen rekening gehouden met de ernst van de feiten, de impact op het slachtoffer en de psychologische toestand van de verdachte. De verdachte is volledig toerekeningsvatbaar geacht, ondanks de vastgestelde psychische problemen. De rechtbank heeft besloten om geen langere onvoorwaardelijke gevangenisstraf op te leggen dan de reeds ondergane voorlopige hechtenis, om de behandeling van de verdachte niet te verstoren. De vordering van de benadeelde partij is toegewezen, waarbij de verdachte is veroordeeld tot betaling van € 817,56 aan schadevergoeding.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-NEDERLAND

Afdeling strafrecht
Locatie Leeuwarden
parketnummer 18/730433-13
vonnis van de meervoudige kamer voor de behandeling van strafzaken d.d. 22 oktober 2015 in de zaak van het openbaar ministerie tegen de verdachte

[verdachte] ,

geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats] ,
wonende te [woonadres] .
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 8 oktober 2015.
De verdachte is verschenen, bijgestaan door mr. T. van der Goot, advocaat te Leeuwarden.
Het openbaar ministerie werd ter terechtzitting vertegenwoordigd door mr. P.F. Hoekstra.

Tenlastelegging

Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
1.
hij op een tijdstip in of omstreeks de maand augustus 2012,
althans het jaar 2012, te [pleegplaats] , (althans) in de gemeente Weststellingwerf,
met [slachtoffer] geboren op [geboortedatum slachtoffer] ,
die toen de leeftijd van zestien jaren nog niet had bereikt, buiten echt, een
of meer ontuchtige handeling(en) heeft gepleegd, bestaande uit het leggen van
een hand op de vagina (over de onderbroek heen) van [slachtoffer] , althans het
betasten van het kruis (over de onderbroek heen) van [slachtoffer] ;
2.
hij in of omstreeks de periode van 1 januari 2007 tot en met 2 april 2013,
te [pleegplaats] , in elk geval in Nederland,
één- of meermalen (telkens) een (groot aantal) afbeelding(en),
te weten 7826 foto('s) en/of 238 film(s) en/of (een) gegevensdrager(s)
bevattende (een) afbeelding(en) (telkens) heeft verspreid en/of aangeboden
en/of openlijk tentoongesteld en/of vervaardigd en/of ingevoerd en/of
uitgevoerd en/of verworven en/of in bezit heeft gehad en/of zich door middel
van een geautomatiseerd werk en/of met gebruikmaking van een
communicatiedienst de toegang daartoe heeft verschaft,
terwijl op die afbeelding(en) (telkens) (een) seksuele gedraging(en)
zichtbaar was/waren, waarbij (telkens) een persoon die kennelijk de leeftijd
van achttien jaar nog niet had bereikt, was betrokken of schijnbaar was
betrokken,
welke voornoemde seksuele gedraging(en) (telkens) bestonden uit (onder meer):
- het vaginaal en/of anaal penetreren (met de penis en/of (een) vinger(s)
en/of (een) voorwerp(en)) door zichzelf en/of door een persoon (die kennelijk
de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt) van het lichaam van een
persoon (die kennelijk de leeftijd van 18 jaar (eveneens) nog niet heeft
bereikt)
en/of
- het (laten) betasten van de vagina en/of de borsten en/of de billen en/of de
penis van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaren nog niet heeft
bereikt door een persoon (die (eveneens) kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog
en/of
- het betasten en/of likken van de vagina en/of het houden van een vinger
tussen de schaamlippen en/of het drukken van een stijve penis in/tegen de
vagina en/of de billen van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaren
nog niet heeft bereikt
en/of
- het (laten) vasthouden en/of in de mond (laten) nemen van de penis van een
volwassen man door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaren nog niet
heeft bereikt
en/of
- het in de mond (laten) nemen van de penis van een persoon die kennelijk de
leeftijd van 18 jaren nog niet heeft bereikt door een persoon die (eveneens)
kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt
en/of
-het (door een volwassen man) masturberen boven en/of ejaculeren op het
lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaren nog niet heeft
bereikt
en/of
- het houden van een penis tegen of (dicht) bij het gezicht en/of het
geslachtsdeel en/of de anus en/of het lichaam van een persoon die kennelijk de
leeftijd van 18 jaren nog niet heeft bereikt (terwijl op het gezicht/lichaam
van die persoon een op sperma gelijkende substantie zichtbaar is)
en/of
- het geheel of gedeeltelijk naakt (laten) poseren van een persoon die
kennelijk de leeftijd van 18 jaren nog niet heeft bereikt, waarbij door het
camerastandpunt en/of de (onnatuurlijke) pose en/of de wijze van kleden van
die persoon nadrukkelijk de (ontblote) geslachtsdelen en/of de ontblote
borsten in beeld gebracht worden en/of
en/of
- het poseren van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaren nog niet
heeft bereikt waarbij deze persoon slechts een hemdje en onderbroek draagt en
wijdbeens zit en/of waarbij deze persoon haar kruis betast en/of de handen in
de onderbroek heeft en/of waarbij het kruis van deze persoon wordt betast
door een ander en/of
- het geheel of gedeeltelijk naakt (laten) poseren van een persoon die
kennelijk de leeftijd van 18 jaren nog niet heeft bereikt, waarbij deze
persoon gekleed en/of opgemaakt is en/of in een omgeving en/of met voorwerpen
en/of in (erotisch getinte) houdingen poseert die niet bij zijn/haar leeftijd
past/passen en/of waarbij deze persoon zich (vervolgens) in opeenvolgende
afbeeldingen/filmfragmenten van zijn/haar kleding ontdoet en/of (waarna) door
het camerastandpunt en/of de (onnatuurlijke) pose en/of de wijze van kleden
van deze persoon nadrukkelijk de (ontblote) geslachtsdelen en/of de ontblote
borsten in beeld gebracht worden (waarbij) de afbeelding(en) (aldus) een
onmiskenbaar seksuele strekking had(den) en/of strekte(n) tot seksuele
prikkeling
en/of
- het door een meisje dat kennelijk de leeftijd van 18 jaren nog niet heeft
bereikt, (nadrukkelijk) tonen van haar ontblote borsten
van welk(e) misdrijf/misdrijven hij, verdachte, een gewoonte heeft gemaakt.
In de tenlastelegging voorkomende schrijffouten of kennelijke misslagen worden verbeterd gelezen. De verdachte is hierdoor niet in zijn belangen geschaad.

Vordering officier van justitie

De officier van justitie heeft ter terechtzitting gevorderd:
- veroordeling voor het onder 1 en 2 ten laste gelegde;
- oplegging van een gevangenisstraf voor de duur van 12 maanden, waarvan 6 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 3 jaren;
- oplegging van bijzondere voorwaarden, te weten een meldplicht bij de reclassering, het volgen van een ambulante behandeling en het meewerken aan controles van de digitale gegevensdragers door de politie in overleg met de reclassering;
- toewijzing van de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer] tot een bedrag van
€ 817,56;
- oplegging van de schadevergoedingsmaatregel tot voornoemd bedrag.

Beoordeling van het bewijs

Feit 1
De raadsman heeft vrijspraak van het onder 1 ten laste gelegde bepleit. Hiertoe heeft de raadsman aangevoerd dat enkel op basis van de in het dossier omschreven foto kan worden bewezen dat verdachte de ontuchtige handeling bestaande uit het aanraken van de vagina van [slachtoffer] heeft gepleegd. Nu verdachte ontkent [slachtoffer] op haar vagina te hebben aangeraakt, zijn verklaring bij de politie niet als een bekentenis daarvan is te zien en de omschrijving van de foto door verbalisanten hun interpretatie betreft, is er in de visie van de raadsman onvoldoende bewijs aanwezig voor het hem onder 1 ten laste gelegde feit.
In tegenstelling tot hetgeen de raadsman heeft bepleit, acht de rechtbank op basis van onderstaande bewijsmiddelen wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het onder 1 ten laste gelegde feit heeft begaan. De rechtbank overweegt dat meerdere verbalisanten een foto waarop de hand van verdachte en het onderlichaam van [slachtoffer] te zien is, hebben omschreven en hebben verklaard dat hierop is te zien dat de vagina van het meisje door een (volwassen) hand wordt aangeraakt. De rechtbank overweegt voorts dat zij de verklaring die verdachte bij de politie heeft afgelegd wel degelijk aanmerkt als bekennend van aard, gelet op de context waarbinnen deze verklaring is afgelegd. De rechtbank zal deze verklaring derhalve eveneens voor het bewijs bezigen.
De rechtbank past de volgende bewijsmiddelen toe die de voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden bevatten zoals hieronder weergegeven.
1. De door verdachte op de terechtzitting van 8 oktober 2015 afgelegde verklaring, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
Ik heb in augustus 2012 in mijn woning te [pleegplaats] , Gemeente Weststellingwerf, foto’s, , gemaakt van [slachtoffer] die destijds 4 jaar oud was, aan welke foto’s ik een erotische lading heb gegeven. Ik zat tijdens het maken van de foto’s dichtbij [slachtoffer] . Mijn hand is te zien op een foto die ik van [slachtoffer] heb gemaakt. Mij is deze foto tijdens een verhoor getoond.
2. De inhoud van een zaaksdossier, OPS-dossiernummer PL02R3 2013018827, gesloten op 27 september 2013, bestaande uit diverse processen-verbaal waaronder:
2.1.
een ambtsedig proces-verbaal, nummer PL02R3 2013018827-23, d.d. 12 juni 2013 opgemaakt in wettelijke vorm door daartoe bevoegde opsporingsambtenaren, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, als verklaring van verbalisanten [verbalisant 1] en [verbalisant 2]
(p. 223 e.v.):
Op 16 april 2013 werd onderzoek verricht aan een aantal datadragers welke in beslag
waren genomen tijdens de zoeking op 2 april 2013. [verdachte] verklaarde dat het meisje op de foto [slachtoffer] is. In de Gemeentelijke Basisadministratie is te zien dat [slachtoffer] betreft: [slachtoffer] geboren op [geboortedatum slachtoffer] . In de exif gegevens van de foto uit het Amerikaanse onderzoek is een datum en tijdstip zichtbaar, namelijk 16/08/2012 15:07:25. Het is aannemelijk dat de foto ook op de genoemde datum en tijdstip gemaakt is. [slachtoffer] was toen vier jaar. Hieronder volgt de omschrijving van foto’s van [slachtoffer] , aangetroffen op de in beslag genomen harde schijf van [verdachte] : Op twee foto’s is te zien dat de volwassen linker hand op het onderbroekje van [slachtoffer] ligt, ter hoogte van haar vagina.
2.2.
een ambtsedig proces-verbaal, nummer PL02R3 2013018827-26, d.d. 12 juni 2013 opgemaakt in wettelijke vorm door een daartoe bevoegde opsporingsambtenaar, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, als verklaring van [verbalisant 3] (p. 244 e.v.):
Tijdens het opnemen van de aangifte van [aangeefster] op 11 juni 2013 werd haar een aantal foto’s getoond. Hieronder volgt een omschrijving van de getoonde foto die als vierde getoond is:
Op de vierde foto is alleen het onderlichaam van het meisje zichtbaar en de linkerknie van het jongetje. Het meisje houdt haar rechter hand een stukje boven haar kruis. Verder ligt een volwassen hand op het kruis van het meisje, bovenop het roze onderbroekje.
(foto 40 van het fotoblad van het TBKK-Noord, KP-nummer 2013-18B)
2.3.
een ambtsedig proces-verbaal, nummer PL02SZ 2013018827-28, d.d. 12 juni 2013 opgemaakt in wettelijke vorm door daartoe bevoegde opsporingsambtenaren, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, als verklaring van verdachte (p. 275 e.v.):
(V = vraag verbalisant, A = antwoord verdachte)
V: De foto van de hand hebben we nog een vraag over.
V: Ik laat je de foto zien. Als ik de foto zo zie vind ik dat je haar vagina aanraakt.
O: wij tonen de foto waarop een hand te zien is uit de serie foto’s van [slachtoffer] , die aangetroffen is op de in beslag genomen laptopcomputer van verdachte.
A: Ja ik raak ze aan.
V: Je hebt de hand bij [slachtoffer] op de vagina?
A: Nee, want er zit een broek tussen.
V: Je zit toch met je hand op haar vagina. Of er nu een broek tussen zit of niet.
A: Ja.
Feit 2
De rechtbank past met betrekking tot het onder 2 ten laste gelegde feit de volgende bewijsmiddelen toe, met inachtneming van het bepaalde in artikel 359, derde lid, tweede volzin van het Wetboek van Strafvordering:
1. de door verdachte ter terechtzitting van 8 oktober 2015 afgelegde verklaring;
2. een ambtsedig proces-verbaal met bijlagen, nummer 2013018827/KP2013-18B, d.d. 18 juni 2013 opgemaakt in wettelijke vorm door daartoe bevoegde opsporingsambtenaren
(p. 199 e.v.);
3. een ambtsedig proces-verbaal, nummer PL02R3 2013018827-23, d.d. 12 juni 2013 opgemaakt in wettelijke vorm door daartoe bevoegde opsporingsambtenaren (p. 223 e.v.);
4. een ambtsedig proces-verbaal, nummer PL02R3 2013018827-29, d.d. 12 juni 2013, opgemaakt in wettelijke vorm door daartoe bevoegde opsporingsambtenaren (p. 226 e.v.);
5. een ambtsedig proces-verbaal, nummer PL02R3 2013018827-26, d.d. 12 juni 2013 opgemaakt in wettelijke vorm door een daartoe bevoegde opsporingsambtenaar (p. 244 e.v.).

Bewezenverklaring

De rechtbank acht het onder 1 en 2 ten laste gelegde bewezen, met dien verstande dat:
1.
hij op een tijdstip in de maand augustus 2012 te [pleegplaats] , in de gemeente Weststellingwerf,
met [slachtoffer] geboren op [geboortedatum slachtoffer] , die toen de leeftijd van zestien jaren nog niet had bereikt, buiten echt, een ontuchtige handeling heeft gepleegd, bestaande uit het leggen van een hand op de vagina, over de onderbroek heen, van [slachtoffer] ;
2.
hij op een tijdstip in de maand augustus 2012 te [pleegplaats] , een aantal afbeeldingen, te weten 2 foto’s, heeft verspreid, terwijl op die afbeeldingen seksuele gedragingen zichtbaar waren, waarbij een persoon die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt, was betrokken, welke voornoemde seksuele gedragingen bestonden uit (onder meer):
het poseren van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaren nog niet heeft bereikt waarbij deze persoon slechts een hemdje en onderbroek draagt en wijdbeens zit en waarbij deze persoon haar kruis betast en de hand in de onderbroek heeft;
en
hij in augustus 2012, te [pleegplaats] , een groot aantal afbeeldingen, te weten 105 foto's heeft vervaardigd, terwijl op die afbeeldingen seksuele gedragingen zichtbaar waren, waarbij een persoon die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt, was betrokken, welke voornoemde seksuele gedragingen bestonden uit (onder meer):
het poseren van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaren nog niet heeft bereikt waarbij deze persoon slechts een hemdje en onderbroek draagt en wijdbeens zit en/of waarbij deze persoon haar kruis betast en/of de handen in de onderbroek heeft en/of waarbij het kruis van deze persoon wordt betast door een ander;
en
hij in de periode van 1 januari 2007 tot en met 2 april 2013, te [pleegplaats] , telkens een gegevensdrager bevattende een groot aantal afbeeldingen, te weten 7510 foto's en 220 films in bezit heeft gehad, terwijl op die afbeeldingen telkens (een) seksuele gedraging(en) zichtbaar was/waren, waarbij telkens een persoon die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt, was betrokken, welke voornoemde seksuele gedraging(en) bestonden uit (onder meer):
- het vaginaal en/of anaal penetreren (met de penis en/of (een) vinger(s) en/of (een) voorwerp(en)) door zichzelf en/of door een persoon (die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt) van het lichaam van een persoon (die kennelijk de leeftijd van 18 jaar (eveneens) nog niet heeft bereikt)
en/of
- het (laten) betasten van de vagina en/of de borsten en/of de billen en/of de penis van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaren nog niet heeft bereikt door een persoon (die (eveneens) kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt
en/of
- het betasten en/of likken van de vagina en/of het houden van een vinger tussen de schaamlippen en/of het drukken van een stijve penis in/tegen de vagina en/of de billen van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaren nog niet heeft bereikt
en/of
- het (laten) vasthouden en/of in de mond (laten) nemen van de penis van een volwassen man door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaren nog niet heeft bereikt
en/of
- het in de mond (laten) nemen van de penis van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaren nog niet heeft bereikt door een persoon die (eveneens) kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt
en/of
- het (door een volwassen man) masturberen boven en/of ejaculeren op het lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaren nog niet heeft bereikt
en/of
- het houden van een penis tegen of (dicht) bij het gezicht en/of het geslachtsdeel en/of de anus en/of het lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaren nog niet heeft bereikt (terwijl op het gezicht/lichaam van die persoon een op sperma gelijkende substantie zichtbaar is)
en/of
- het geheel of gedeeltelijk naakt (laten) poseren van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaren nog niet heeft bereikt, waarbij door het camerastandpunt en/of de (onnatuurlijke) pose en/of de wijze van kleden van die persoon nadrukkelijk de (ontblote) geslachtsdelen en/of de ontblote borsten in beeld gebracht worden
en/of
- het poseren van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaren nog niet heeft bereikt waarbij deze persoon slechts een hemdje en onderbroek draagt en wijdbeens zit en/of waarbij deze persoon haar kruis betast en/of de handen in de onderbroek heeft en/of waarbij het kruis van deze persoon wordt betast door een ander
en/of
- het geheel of gedeeltelijk naakt (laten) poseren van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaren nog niet heeft bereikt, waarbij deze persoon gekleed en/of opgemaakt is en/of in een omgeving en/of met voorwerpen en/of in (erotisch getinte) houdingen poseert die niet bij zijn/haar leeftijd past/passen en/of waarbij deze persoon zich (vervolgens) in opeenvolgende
afbeeldingen/filmfragmenten van zijn/haar kleding ontdoet en/of (waarna) door het camerastandpunt en/of de (onnatuurlijke) pose en/of de wijze van kleden van deze persoon nadrukkelijk de (ontblote) geslachtsdelen en/of de ontblote borsten in beeld gebracht worden (waarbij) de afbeelding(en) (aldus) een onmiskenbaar seksuele strekking had(den) en/of strekte(n) tot seksuele prikkeling
en/of
- het door een meisje dat kennelijk de leeftijd van 18 jaren nog niet heeft bereikt, (nadrukkelijk) tonen van haar ontblote borsten,
van welk misdrijf hij, verdachte, een gewoonte heeft gemaakt.
De verdachte zal van het meer of anders ten laste gelegde worden vrijgesproken, aangezien de rechtbank dat niet bewezen acht.

Strafbaarheid van het bewezen verklaarde

Het bewezen verklaarde levert op:
1.
Met iemand beneden de leeftijd van zestien jaren buiten echt ontuchtige handelingen plegen.
2.
Afbeeldingen van seksuele gedragingen, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft bereikt, is betrokken verspreiden en vervaardigen
en
Een gewoonte maken van het in bezit hebben van een gegevensdrager, bevattende afbeeldingen van seksuele gedragingen, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft bereikt, is betrokken.
Deze feiten zijn strafbaar nu geen omstandigheden aannemelijk zijn geworden die de strafbaarheid uitsluiten.

Strafbaarheid van verdachte

De rechtbank acht verdachte strafbaar nu niet van enige strafuitsluitingsgrond is gebleken.

Strafmotivering

Bij de bepaling van de straf heeft de rechtbank rekening gehouden met de aard en de ernst van het bewezen en strafbaar verklaarde, de omstandigheden waaronder dit is begaan, de persoon van verdachte zoals deze naar voren is gekomen uit het onderzoek op de terechtzitting en de over hem opgemaakte rapportages, het hem betreffende uittreksel uit de justitiële documentatie, alsmede de vordering van de officier van justitie en het pleidooi van de raadsman.
De rechtbank heeft in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan het plegen van ontucht met zijn 4-jarige buurmeisje door met zijn hand haar vagina aan te raken tijdens het maken van foto’s van kinderpornografische aard. Twee van de door hem vervaardigde foto’s heeft hij via het internet verspreid. Daarnaast is op de harde schijf van zijn laptop een groot aantal kinderpornografische afbeeldingen aangetroffen. Verdachte heeft gedurende meerdere jaren een gewoonte gemaakt van het bezit van dergelijke afbeeldingen. Door zijn handelingen heeft verdachte de lichamelijke en seksuele integriteit van zijn buurmeisje geschonden. Voorts heeft hij bijgedragen aan de instandhouding van de vraag naar kinderpornografisch materiaal en heeft daarmee meegewerkt aan de instandhouding van verwerpelijke praktijken, die plaatsvinden met kinderen van vaak zeer jonge leeftijd. Het is algemeen bekend dat kinderen door betrokkenheid bij de op de afbeeldingen voorkomende seksuele gedragingen, psychische schade kunnen oplopen die ook vele jaren later nog diepe sporen nalaat.
Over verdachte is een psychologisch rapport opgemaakt. Hierin staat beschreven dat verdachte lijdende is aan een ziekelijke stoornis in de vorm van een parafilie niet anders omschreven en een chronische, partiële posttraumatische stress stoornis. Daarnaast is sprake van identiteitsproblematiek. Verdachte wordt niettemin volledig toerekeningsvatbaar geacht, nu hij weerstand had kunnen bieden tegen zijn impulsen. Op korte termijn wordt de kans op recidive gering ingeschat. De kans op het opnieuw maken van foto’s wordt blijvend klein ingeschat. De onderliggende problematiek maakt dat op langere termijn de verleiding toch weer zou kunnen groeien tot het bekijken of downloaden van kinderporno. Geadviseerd wordt verdachte onder toezicht van de reclassering te plaatsen gedurende drie jaren in het kader van bijzondere voorwaarden bij een voorwaardelijk strafdeel en hem een ambulante behandeling te laten ondergaan, waarbij zowel aandacht wordt besteed aan de beheersing van zijn gedrag als aan de behandeling van de onderliggende problematiek. Ook zijn er reclasseringsrapporten opgemaakt. Uit het meest recente rapport volgt dat verdachte, die gedurende ruim twee jaren in het kader van schorsingsvoorwaarden contact met de reclassering onderhoudt, de afspraken met de reclassering goed is nagekomen. Inmiddels volgt verdachte een dag per week een behandeling bij [instantie] . Zijn behandelaar is positief over zijn inzet bij de behandelingen. Geadviseerd wordt een (gedeeltelijk) voorwaardelijke straf op te leggen met als bijzondere voorwaarden een meldplicht, ambulante behandelverplichting en het verlenen van medewerking aan onaangekondigde controles van digitale gegevensdragers.
De officier van justitie heeft de oplegging van een gevangenisstraf van 12 maanden, waarvan 6 maanden voorwaardelijk met daaraan gekoppeld diverse bijzondere voorwaarden gevorderd. De raadsman heeft de oplegging van een onvoorwaardelijke gevangenisstraf gelijk aan de duur van het voorarrest, oplegging van een voorwaardelijke gevangenisstraf met daaraan verbonden bijzondere voorwaarden en de oplegging van de maximale taakstraf van 240 uren bepleit. Indien verdachte opnieuw naar de gevangenis zou moeten, zou zijn behandeling moeten worden onderbroken, hetgeen de raadsman onwenselijk acht.
De rechtbank overweegt dat gelet op de ernst van de feiten en de landelijke richtlijnen een onvoorwaardelijke gevangenisstraf in beginsel geïndiceerd is. De rechtbank neemt echter in aanmerking dat de feiten inmiddels van oudere datum zijn en dat verdachte zich reeds gedurende ruim twee jaren aan schorsingsvoorwaarden heeft gehouden. In het kader van de schorsing van de voorlopige hechtenis neemt verdachte ook thans nog deel aan een behandeling voor zijn problematiek. De rechtbank acht het ter voorkoming van recidive van belang dat deze behandeling niet wordt doorkruist door een onvoorwaardelijke gevangenisstraf. Daarnaast houdt de rechtbank rekening met de omstandigheid dat verdachte door het naar buiten komen van de onderhavige feiten in de tussentijd de nodige negatieve gevolgen in zijn persoonlijk leven heeft ondervonden. De rechtbank zal in verband met het voorgaande niet overgaan tot de oplegging van een onvoorwaardelijke gevangenisstraf langer dan de duur van de reeds ondergane voorlopige hechtenis. In plaats van een langer onvoorwaardelijk gedeelte zal de rechtbank een taakstraf voor de duur van 240 uren opleggen. Voorts zal de rechtbank als stok achter de deur overgaan tot de oplegging van een voorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van 6 maanden met een proeftijd van 3 jaren, met daaraan gekoppeld de bijzondere voorwaarden, bestaande uit een meldplicht bij de reclassering, het volgen van een ambulante behandeling en de verplichting medewerking te verlenen aan controles van zijn digitale gegevensdragers.

Benadeelde partij

[slachtoffer] heeft zich middels haar wettelijk vertegenwoordiger voor de aanvang van de terechtzitting als benadeelde partij in het strafproces gevoegd door middel van indiening van het voorgeschreven formulier bevattende de opgave van een vordering tot vergoeding van door haar geleden schade ten gevolge van het aan verdachte onder 1 ten laste gelegde en bewezen verklaarde feit alsmede de gronden waarop deze berust.
Namens de benadeelde partij wordt een vergoeding voor immateriële schade en een vergoeding voor materiële schade, bestaande uit reiskosten, gevorderd.
De rechtbank is van oordeel dat de gestelde materiële schade voldoende aannemelijk is geworden en in zodanig verband staat met het door verdachte gepleegde strafbare feit, dat deze aan hem als een gevolg van zijn handelen kan worden toegerekend. De rechtbank acht dit gedeelte van de vordering, dat niet dan wel onvoldoende door verdachte en diens raadsman is weersproken, derhalve gegrond en voor toewijzing vatbaar, vermeerderd met de gevorderde wettelijke rente vanaf de datum van ondertekening van de vordering.
Ten aanzien van de gevorderde immateriële schadevergoeding heeft de raadsman naar voren gebracht dat, gelet op de onderbouwing hiervan, sprake lijkt te zijn van schade bij anderen dan de benadeelde partij, zodat het verplaatste schade betreft die thans niet op deze wijze voor vergoeding in aanmerking komt. De rechtbank is met de raadsman van oordeel dat gevorderde affectieschade van derden, zoals in het onderhavige geval de ouders van de benadeelde niet voor vergoeding in aanmerking komt. De rechtbank is niettemin van oordeel dat uit de onderbouwing van de vordering genoegzaam volgt dat aan de benadeelde immateriële schade is toegebracht. Hierbij neemt de rechtbank tevens in aanmerking dat de impact van het strafbare feit op de ouders voor de benadeelde tevens directe gevolgen voor de omgang met anderen en haar bewegingsvrijheid heeft en nog zal hebben. De rechtbank acht de gestelde immateriële schade derhalve voldoende aannemelijk geworden en is van oordeel dat deze in zodanig verband staat met het door verdachte gepleegde strafbare feit, dat deze aan hem als een gevolg van zijn handelen kan worden toegerekend. De rechtbank acht ook dit gedeelte van de vordering, vermeerderd met de gevorderde wettelijke rente vanaf de datum van ondertekening van de vordering, gegrond en voor toewijzing vatbaar.
De rechtbank acht daarnaast oplegging van de schadevergoedingsmaatregel aangewezen nu verdachte jegens de benadeelde partij naar burgerlijk recht aansprakelijk is voor de schade.

Toepassing van wetsartikelen

De rechtbank heeft gelet op de artikelen 14a, 14b, 14c, 14d, 22c, 22d, 36f, 57, 240b en 247 van het Wetboek van Strafrecht, zoals deze artikelen golden ten tijde van het bewezen verklaarde.

DE UITSPRAAK VAN DE RECHTBANK LUIDT:

Verklaart het onder 1 en 2 ten laste gelegde bewezen, te kwalificeren en strafbaar zoals voormeld en verdachte daarvoor strafbaar.
Veroordeelt verdachte tot:
Een gevangenisstraf voor de duur van 199 dagen.
Bepaalt dat van deze gevangenisstraf een gedeelte, groot 180 dagen, niet zal worden ten uitvoer gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten, op grond, dat de veroordeelde voor het einde van of gedurende de proeftijd, welke hierbij wordt vastgesteld op 3 jaren, de hierna te noemen algemene of bijzondere voorwaarden niet heeft nageleefd.
Stelt als algemene voorwaarden:
1. dat de veroordeelde zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
2. dat de veroordeelde ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking verleent aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbiedt;
3. dat de veroordeelde medewerking verleent aan het reclasseringstoezicht als bedoeld in artikel 14d, tweede lid, van het Wetboek van Strafrecht, de medewerking aan huisbezoeken daaronder begrepen.
Stelt als bijzondere voorwaarden:
1. dat de veroordeelde zich binnen 14 dagen na het onherroepelijk worden van de uitspraak meldt bij Reclassering Nederland, RN Adviesunit 5 Oost op het adres Dobbe 72 te Zwolle en zich hierna blijft melden zo frequent en zolang de reclassering dit noodzakelijk acht;
2. dat de veroordeelde zich onder behandeling zal stellen van (forensische) polikliniek [instantie] of soortgelijke ambulante forensische zorg, zulks ter beoordeling van de reclassering op de tijden en plaatsen als door of namens die instelling/behandelaar aan te geven, teneinde zich te laten behandelen voor de parafilie (NAO), de chronische partiële PTSS en de identiteitsproblematiek, waarbij de veroordeelde zich dient te houden aan de aanwijzingen zoals die hem in het kader van die behandeling door of namens de instelling/behandelaar zullen worden gegeven;
3. dat de veroordeelde zijn medewerking zal verlenen aan het onaangekondigd door de politie laten controleren van digitale gegevensdragers op kinderporno en/of seksueel getinte gesprekken met minderjarigen, waarbij de reclassering in overleg met de politie bepaalt in welke gevallen en op welke wijze een controle plaatsvindt.
Draagt de reclassering op toezicht te houden op de naleving van de voorwaarden en de veroordeelde ten behoeve daarvan te begeleiden.
Beveelt dat de tijd door de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en/of voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf geheel in mindering zal worden gebracht.
Een taakstraf, bestaande uit het verrichten van 240 uren onbetaalde arbeid.
Beveelt dat voor het geval de veroordeelde de taakstraf niet naar behoren verricht, vervangende hechtenis voor de duur van 120 dagen zal worden toegepast.
Verklaart niet bewezen hetgeen aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan het bewezen verklaarde en spreekt verdachte daarvan vrij.
Heft op het geschorste bevel tot voorlopige hechtenis.
Wijst de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer] toe en veroordeelt verdachte mitsdien tot betaling aan deze benadeelde partij van een bedrag van € 817,56 (zegge: achthonderdzeventien euro en zesenvijftig cent), te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 27 juli 2013.
Veroordeelt verdachte in de kosten van het geding door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak alsnog te maken, tot heden begroot op nihil.
Legt aan verdachte de verplichting op aan de staat, ten behoeve van het [slachtoffer] , te betalen een bedrag van € 817,56 (zegge: achthonderdzeventien euro en zesenvijftig cent), bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door hechtenis voor de duur van 16 dagen, met dien verstande dat de toepassing van de vervangende hechtenis de hiervoor opgelegde verplichting niet opheft. Dit bedrag bestaat uit € 41,56 aan materiële schade en uit € 776,00 aan immateriële schade. Bepaalt dat het te betalen bedrag wordt vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 27 juli 2013.
Bepaalt daarbij dat indien verdachte heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de staat ten behoeve van het [slachtoffer] , daarmee de verplichting van verdachte om aan de benadeelde partij dit bedrag te betalen komt te vervallen en omgekeerd, dat indien verdachte aan de benadeelde partij het opgelegde bedrag heeft betaald, daarmee de verplichting tot betaling aan de staat van dit bedrag komt te vervallen.
Dit vonnis is gewezen door mr. M. Brinksma, voorzitter, mr. A.H.M. Dölle en
mr. F. Sieders, rechters, bijgestaan door mr. A. Dijkstra, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 22 oktober 2015.
Mr. Dölle en mr. Sieders zijn buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.
w.g.
Brinksma
VOOR EENSLUIDEND AFSCHRIFT
Dijkstra
de griffier van de rechtbank Noord-Nederland,
locatie Leeuwarden,