ECLI:NL:RBNNE:2015:6388

Rechtbank Noord-Nederland

Datum uitspraak
18 december 2015
Publicatiedatum
26 mei 2016
Zaaknummer
18.730302-15
Instantie
Rechtbank Noord-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Op tegenspraak
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling voor het telen van hennep en betrokkenheid bij afpersing

In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Nederland op 18 december 2015 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen de verdachte, die samen met anderen betrokken was bij een hennepkwekerij in de gemeente Smallingerland. De verdachte werd beschuldigd van het telen van hennepplanten en betrokkenheid bij afpersing. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte in de periode van 1 juli 2014 tot en met 15 april 2015 meermalen opzettelijk hennepplanten heeft geteeld, met een hoeveelheid van meer dan 30 gram, wat in strijd is met de Opiumwet. De verdachte werd veroordeeld tot een gevangenisstraf van drie maanden, met aftrek van voorarrest. De rechtbank sprak de verdachte vrij van andere tenlastegelegde feiten, waaronder wederrechtelijke vrijheidsberoving en bedreiging, omdat de betrokkenheid niet voldoende bewezen kon worden. De rechtbank overwoog dat de verdachte eerder was veroordeeld voor een soortgelijk delict, maar dat eerdere straffen niet hadden geleid tot een verandering in gedrag. De uitspraak benadrukt de ernst van het telen van hennep en de bijdrage aan de illegale drugshandel, die schadelijk is voor de volksgezondheid.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-NEDERLAND

Afdeling strafrecht
Locatie Leeuwarden
parketnummer 18/730302-15
vonnis van de meervoudige kamer voor de behandeling van strafzaken d.d. 18 december 2015 in de zaak van het openbaar ministerie tegen de verdachte

[verdachte] ,

geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats] ,
wonende te [woonadres] .
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 4 december 2015.
De verdachte is verschenen, bijgestaan door mr. R.P.G. van der Weide, advocaat te Amsterdam.
Het openbaar ministerie werd ter terechtzitting vertegenwoordigd door mr. R.G. de Graaf.

Tenlastelegging

Aan verdachte is, na nadere omschrijving van de tenlastelegging, ten laste gelegd dat:
1.
hij in of omstreeks de periode van 1 juli 2014 tot en met 15 april 2015 te
[pleegplaats 1] , in elk geval in de gemeente Smallingerland, meermalen, althans
eenmaal, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
(telkens) opzettelijk heeft geteeld en/of bereid en/of bewerkt en/of verwerkt
en/of (telkens) opzettelijk aanwezig heeft gehad (telkens) (in een pand
gelegen aan of bij [adres] ) een hoeveelheid van
(telkens) ongeveer 540, althans een groot aantal, hennepplanten en/of delen
daarvan, in elk geval (telkens) een hoeveelheid van meer dan 30 gram van een
materiaal bevattende hennep,
zijnde hennep een middel vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst II,
dan wel aangewezen krachtens artikel 3a, vijfde lid van die wet;
2.
hij in of omstreeks 1 april 2015 tot en met 15 april 2015 te [pleegplaats 2] en/of
[pleegplaats 3] en/of te [pleegplaats 4] en/of een of meerdere ander(e) plaats(en) in de
provincie Friesland en/of (elders) in Nederland,
A.
(op of omstreeks 11 april 2015)
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk
[slachtoffer 1] wederrechtelijk van de vrijheid heeft beroofd en/of beroofd
gehouden, immers is/heeft hij verdachte tezamen en in vereniging met zijn
mededader(s), althans alleen,
- met die [slachtoffer 1] in zijn/een auto naar [pleegplaats 4] gereden en/of
- ( aldaar en/of onderweg) die [slachtoffer 1] onder druk gezet om te vertellen wie
de partij hennep had geript en als hij dat niet deed dat hij dan 80.000 euro
moest betalen en dat hij anders wel onder de trein kon springen en/of
- die [slachtoffer 1] naar een andere plaats in [pleegplaats 4] doen of laten rijden
en/of
- die [slachtoffer 1] naar de [wijknaam] in [pleegplaats 2] doen of laten
rijden en/of
- een andere persoon aldaar (achter) in het voertuig doen of laten plaats
nemen en/of
- die [slachtoffer 1] in die auto (met kracht) aan zijn kraag/kleding getrokken
en/of
- die [slachtoffer 1] in die auto voortdurend bevraagd of doen of laten bevragen
over het rippen van de hennepplantage en
(aldus) die [slachtoffer 1] belet en/of belemmerd het (door hem) bestuurde
voertuig te verlaten en zodoende die [slachtoffer 1] gedurende enige tijd van de
vrijheid beroofd en/of beroofd gehouden en/of
B.
(op of omstreeks 11 april 2015 te [pleegplaats 4] )
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk
[slachtoffer 2] wederrechtelijk van de vrijheid heeft beroofd en/of beroofd gehouden,
immers is/heeft hij verdachte tezamen en in vereniging met zijn mededader(s),
althans alleen,
- [slachtoffer 2] naar de [eetgelegenheid] in [pleegplaats 4] doen of laten rijden en/of
- aldaar bij die [eetgelegenheid] bij [slachtoffer 2] in de/een (personen)auto
plaatsgenomen en/of
- tegen [slachtoffer 2] gezegd: "Rijden!" en/of
- [slachtoffer 2] meermalen, althans eenmaal, tegen het hoofd, althans het
lichaam, gestompt en/of geslagen en/of
(nadat [slachtoffer 2] uit die auto wilde stappen)
- [slachtoffer 2] bij de kleding vastgepakt en/of vastgehouden en zodoende
belet en/of belemmerd het voertuig te verlaten en/of
- de contactsleutel van die (personen)auto uit het contact genomen en
weggegooid en
(aldus) [slachtoffer 2] belet en/of belemmerd het voertuig te verlaten en
zodoende gedurende enige tijd van de vrijheid beroofd en/of beroofd gehouden;
3.
hij in of omstreeks 1 april 2015 tot en met 15 april 2015 te [pleegplaats 2] en/of
[pleegplaats 5] en/of [pleegplaats 3] en/of [pleegplaats 1] en/of [pleegplaats 4] en/of op een of
meerdere ander(e) plaatsen in de provincie Friesland en/of (elders) in
Nederland, (naar aanleiding van een ripdeal met betrekking tot een
hennepplantage, althans het zogenoemd rippen van een hennepplantage, aanwezig
in een bij/van die [slachtoffer 1] in gebruik zijnde/gehuurde bedrijfsruimte)
ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en in
vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk om zich
en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en/of
bedreiging met geweld [slachtoffer 1] te dwingen
- tot de afgifte van geld (80.000 euro), in elk geval van enig
goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 1] , in elk geval aan een
ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) en/of
- tot het aangaan van een schuld en/of het teniet doen van een inschuld en/of
- tot het ter beschikking stellen van gegevens, te weten het noemen van de
na(a)m(en) van de perso(o)n(en) die betrokken waren geweest de/een ripdeal,
immers is/heeft verdachte tezamen en in vereniging met zijn mededader(s) in
voornoemde periode
- die [slachtoffer 1] dwingend medegedeeld (zakelijk weergegeven) dat hij niet
naar de politie moest gaan, omdat hij anders ernstige problemen zou krijgen
en dat hij verantwoordelijk werd gesteld voor de geripte partij hennep die
een waarde van 80.000 euro had en/of
- in een (personen)auto die [slachtoffer 1] onder druk gezet te vertellen wie de
partij had geript en die [slachtoffer 1] medegedeeld (zakelijk weergegeven) dat
wanneer hij dat niet deed, hij 80.000 euro moest betalen en anders wel voor
de trein kon springen en/of dat dat ze hem anders dood zouden schieten en/of
- die [slachtoffer 1] naar de [wijknaam] in [pleegplaats 2] doen of laten
rijden en/of
- een andere persoon aldaar (achter) in het voertuig doen of laten plaats
nemen en/of
- die [slachtoffer 1] in die auto (met kracht) aan zijn kraag/kleding getrokken
en/of in die (personen)auto die [slachtoffer 1] voortdurend bevraagd over het
rippen van de hennepplantage en/of
- ( te [pleegplaats 5] ) die [slachtoffer 1] medegedeeld (zakelijk weergegeven) dat ze hem
niet langer uit de wind konden houden en/of dat de [motorgroep] naar hem op
zoek waren, omdat de partij hennep van hun was en/of dat die [slachtoffer 1]
moest vertellen waar de partij hennep was gebleven, anders zou hem wat
overkomen en/of
- die [slachtoffer 1] meermalen, althans eenmaal, op de grond gegooid en/of tegen
het lichaam geschopt en/of geslagen en/of medegedeeld (zakelijk weergegeven)
dat hij 80.000 euro moest betalen en/of
- ( te [pleegplaats 3] ) bij de woning van die [slachtoffer 1] langs gegaan en die
[slachtoffer 1] een ultimatum gesteld en die [slachtoffer 1] medegedeeld (zakelijk
weergegeven) dat hij 15 april voor 19.00 uur 80.000 euro moest betalen en
dat hij er anders niet goed afkwam en dat hij het met [slachtoffer 2] met wapens
moest uitvechten in een bos en/of
- daarbij zichtbaar een wapen in zijn broekzak gedragen en/of
- die [slachtoffer 1] telefonisch benaderd en laten meeluisteren met een
bedreiging van een persoon ( [slachtoffer 2] ), waarbij die persoon de woorden werd
toegevoegd: "Je hebt een pistool op je kop en beken het nu maar, ik heb hier
geen zin in, vertel nou maar waar het is." en/of
- die [slachtoffer 1] (later) medegedeeld (zakelijk weergegeven) dat [slachtoffer 2]
door één lid van de [motorgroep] met de voornaam [naam] was bedreigd en dat
[naam] een pistool op het hoofd had gezet om er op die manier achter te
komen waar de partij hennep was gebleven,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
althans, indien terzake van het vorenstaande geen veroordeling mocht volgen, dat
hij in of omstreeks 1 april 2015 tot en met 15 april 2015 te [pleegplaats 2] en/of
[pleegplaats 5] en/of [pleegplaats 3] en/of [pleegplaats 1] en/of [pleegplaats 4] en/of op een of
meerdere ander(e) plaatsen in de provincie Friesland en/of (elders) in
Nederland, (naar aanleiding van een ripdeal met betrekking tot een
hennepplantage, althans het zogenoemd rippen van een hennepplantage, aanwezig
in een bij/van die [slachtoffer 1] in gebruik zijnde/gehuurde bedrijfsruimte)
ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en in
vereniging met een ander of anderen, althans alleen, [slachtoffer 1] door geweld
of enige andere feitelijkheid en/of door bedreiging met geweld of enige andere
feitelijkheid gericht tegen die [slachtoffer 1] , die [slachtoffer 1] wederrechtelijk
te dwingen iets te doen, niet te doen of te dulden, te weten
- tot de afgifte van geld (80.000 euro), in elk geval van enig
goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 1] , in elk geval aan een
ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) en/of
- tot het aangaan van een schuld en/of het teniet doen van een inschuld en/of
- tot het ter beschikking stellen van gegevens, te weten het noemen van de
na(a)m(en) van de perso(o)n(en) die betrokken waren geweest de/een ripdeal,
immers is/heeft verdachte tezamen en in vereniging met zijn mededader(s) in
voornoemde periode
- die [slachtoffer 1] dwingend medegedeeld (zakelijk weergegeven) dat hij niet
naar de politie moest gaan, omdat hij anders ernstige problemen zou krijgen
en dat hij verantwoordelijk werd gesteld voor de geripte partij hennep die
een waarde van 80.000 euro had en/of
- in een (personen)auto die [slachtoffer 1] onder druk gezet te vertellen wie de
partij had geript en die [slachtoffer 1] medegedeeld (zakelijk weergegeven) dat
wanneer hij dat niet deed, hij 80.000 euro moest betalen en anders wel voor
de trein kon springen en/of dat dat ze hem anders dood zouden schieten en/of
- die [slachtoffer 1] naar de [wijknaam] in [pleegplaats 2] doen of laten
rijden en/of
- een andere persoon aldaar (achter) in het voertuig doen of laten plaats
nemen en/of
- die [slachtoffer 1] in die auto (met kracht) aan zijn kraag/kleding getrokken
en/of in die (personen)auto die [slachtoffer 1] voortdurend bevraagd over het
rippen van de hennepplantage en/of
- ( te [pleegplaats 5] ) die [slachtoffer 1] medegedeeld (zakelijk weergegeven) dat ze hem
niet langer uit de wind konden houden en/of dat de [motorgroep] naar hem op
zoek waren, omdat de partij hennep van hun was en/of dat die [slachtoffer 1]
moest vertellen waar de partij hennep was gebleven, anders zou hem wat
overkomen en/of
- die [slachtoffer 1] meermalen, althans eenmaal, op de grond gegooid en/of tegen
het lichaam geschopt en/of geslagen en/of medegedeeld (zakelijk weergegeven)
dat hij 80.000 euro moest betalen en/of
- ( te [pleegplaats 3] ) bij de woning van die [slachtoffer 1] langs gegaan en die
[slachtoffer 1] een ultimatum gesteld en die [slachtoffer 1] medegedeeld (zakelijk
weergegeven) dat hij 15 april voor 19.00 uur 80.000 euro moest betalen en
dat hij er anders niet goed afkwam en dat hij het met [slachtoffer 2] met wapens
moest uitvechten in een bos en/of
- daarbij zichtbaar een wapen in zijn broekzak gedragen en/of
- die [slachtoffer 1] een telefonisch benaderd en laten meeluisteren met een
bedreiging van een persoon ( [slachtoffer 2] ), waarbij die persoon de woorden wordt
toegevoegd: "Je hebt een pistool op je kop en beken het nu maar, ik heb hier
geen zin in, vertel nou maar waar het is." en/of
- die [slachtoffer 1] (later) medegedeeld (zakelijk weergegeven) dat [slachtoffer 2]
door één lid van de [motorgroep] met de voornaam [naam] was bedreigd en dat
[naam] een pistool op het hoofd had gezet om er op die manier achter te
komen waar de partij hennep was gebleven,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
4.
hij in of omstreeks 1 april 2015 tot en met 15 april 2015, in elk geval in het
jaar 2015, te [pleegplaats 4] en/of [pleegplaats 2] en/of [pleegplaats 5] en/of [pleegplaats 1] en/of
elders in de provincie Friesland/Fryslân, in elk geval in Nederland, tezamen
en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
A.
[slachtoffer 1] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht, althans
met zware mishandeling,
immers is/heeft verdachte tezamen en in vereniging zijn mededader(s), althans
alleen, opzettelijk dreigend (naar aanleiding van een ripdeal met betrekking
tot een hennepplantage, althans het zogenoemd rippen van een hennepplantage,
aanwezig in een bij/van die [slachtoffer 1] in gebruik zijnde/gehuurde
bedrijfsruimte)
- die [slachtoffer 1] medegedeeld (zakelijk weergegeven) dat hij niet naar de
politie moest gaan, omdat hij dan ernstige problemen zou krijgen en/of
- in een (personen)auto die [slachtoffer 1] onder druk gezet te vertellen wie de
partij had geript en die [slachtoffer 1] medegedeeld (zakelijk weergegeven) dat
wanneer hij dat niet deed, hij 80.000 euro moest betalen en anders wel voor
de trein kon springen en/of dat dat ze hem anders dood zouden schieten en/of
- ( te [pleegplaats 5] ) die [slachtoffer 1] medegedeeld (zakelijk weergegeven) dat ze hem
niet langer uit de wind konden houden en/of dat de [motorgroep] naar hem op
zoek waren, omdat de partij hennep van hun was en/of dat die [slachtoffer 1]
moest vertellen waar de partij hennep was gebleven, anders zou hem wat
overkomen en/of
- ( te [pleegplaats 3] ) bij de woning van die [slachtoffer 1] langs gegaan en die
[slachtoffer 1] een ultimatum gesteld en die [slachtoffer 1] medegedeeld (zakelijk
weergegeven) dat hij 15 april voor 19.00 uur 80.000 euro moest betalen en
dat hij er anders niet goed afkwam en dat hij het met Hans [slachtoffer 2] met wapens
moest uitvechten in een bos en/of
- daarbij zichtbaar een wapen in zijn broekzak gedragen en/of
- die [slachtoffer 1] telefonisch benaderd en laten meeluisteren met een
bedreiging van een persoon ( [slachtoffer 2] ), waarbij die persoon de woorden werd
toegevoegd: "Je hebt een pistool op je kop en beken het nu maar, ik heb hier
geen zin in, vertel nou maar waar het is." en/of
- die [slachtoffer 1] (later) medegedeeld (zakelijk weergegeven) dat [slachtoffer 2]
door één lid van de [motorgroep] met de voornaam [naam] was bedreigd en dat
[naam] een pistool op het hoofd had gezet om er op die manier achter te
komen waar de partij hennep was gebleven, en/of
B.
heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht, althans
met zware mishandeling,
immers is/heeft verdachte tezamen en in vereniging zijn mededader(s), althans
alleen, opzettelijk dreigend (naar aanleiding van een ripdeal met betrekking
tot een hennepplantage, althans het zogenoemd rippen van een hennepplantage,
aanwezig in een bij/van die [slachtoffer 1] in gebruik zijnde/gehuurde
bedrijfsruimte)
- [slachtoffer 2] (de woorden) medegedeeld (zakelijk weergegeven) dat hij 80.000
euro op zijn hoofd had staan en dat hij het huis niet meer uit hoefde te
gaan en/of
- [slachtoffer 2] de woorden toegevoegd: "Ik laat je niet met rust, met of
zonder politie.", althans woorden van gelijke aard of strekking.
In de tenlastelegging voorkomende schrijffouten of kennelijke misslagen worden verbeterd gelezen. De verdachte is hierdoor niet in zijn belangen geschaad.

Vordering officier van justitie

De officier van justitie heeft ter terechtzitting gevorderd:
- veroordeling voor het onder 1., 2.A., 2.B., 3. primair, 4.A. en 4.B. ten laste gelegde;
- oplegging van een gevangenisstraf voor de duur van 30 maanden, met aftrek van voorarrest.
In de tenlastelegging voorkomende schrijffouten of kennelijke misslagen worden verbeterd gelezen. De verdachte is hierdoor niet in zijn belangen geschaad.

Beoordeling van het bewijs

Bewijsoverwegingen
De raadsman heeft gesteld dat de fotoconfrontatie ondeugdelijk is uitgevoerd en onbetrouwbaar is en daardoor niet kan meewerken tot bewijs. De raadsman heeft daarbij aangegeven dat, toen hem de reeks ter beoordeling werd getoond, de foto van verdachte zich op plaats 8 bevond terwijl bij het tonen van de foto's aan de getuige de foto van verdachte zich op plaats 9 bevond. Dit geeft het vermoeden dat er een andere selectie is getoond. Dit is in strijd met de richtlijn voor meervoudige fotoconfrontatie waar maar over één selectie wordt gesproken, aldus de raadsman.
De officier van justitie heeft aangegeven dat het bij de meervoudige fotoconfrontatie gebruikelijk is dat de computer bij iedere beoordeling de foto's op een willekeurige plaats zet maar dat het daarbij steeds om dezelfde reeks geselecteerde foto's gaat.
De rechtbank overweegt als volgt. Op de meervoudige fotoconfrontatie is het Besluit toepassing maatregelen in het belang van het onderzoek van toepassing. In dit besluit wordt gesproken over "de te observeren selectie" van foto's. Uit de tekst van dit besluit vloeit niet voort dat hiermee eveneens wordt bedoeld dat de foto's binnen deze selectie telkens in exact dezelfde volgorde moeten worden getoond. Dit vloeit evenmin voort uit het recht. De rechtbank ziet geen grond te twijfelen aan de opgemaakte processen-verbaal waaruit blijkt dat de getoonde selecties steeds uit dezelfde reeks foto's heeft bestaan. De rechtbank verwerpt het verweer.
De raadsman heeft voor het overige bepleit dat er onvoldoende redengevend bewijs is voor de betrokkenheid van verdachte bij de ten laste gelegde feiten en dat verdachte daarom geheel moet worden vrijgesproken.
De rechtbank is van oordeel dat de onder 2.A. en 2.B. laste gelegde feitelijkheden niet opleveren een wederrechtelijke vrijheidsberoving als bedoeld in artikel 282 van het Wetboek van Strafrecht. De omstandigheden waaronder [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] akkoord zijn gegaan met een ontmoeting alsmede het door onder andere verdachte plaats nemen in de auto zijn niet zodanig dat gesproken kan worden van vrijheidsberoving. Daarnaast is de tijdsduur van het beletten of belemmeren van [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] om uit de auto te stappen naar het oordeel van de rechtbank te kort om te kunnen worden aangemerkt als vrijheidsberoving. Verdachte zal van dit feit worden vrijgesproken.
Ten aanzien van de onder 3. primair en 3. subsidiair ten laste gelegde poging tot afpersing, subsidiair poging tot dwang en de onder 4.A. en 4.B. ten laste gelegde bedreigingen van [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] , is de rechtbank van oordeel dat er wel sprake is van enige betrokkenheid van verdachte bij (een onderdeel van) de ten laste gelegde handelingen. Deze betrokkenheid is echter niet dusdanig geweest dat kan worden gesproken van een zodanige bewuste en nauwe samenwerking dat verdachte als medepleger van deze feiten moet worden aangemerkt.
De rechtbank acht de uit het bewijs voortvloeiende betrokkenheid van verdachte bij de onder 1. ten laste gelegde hennepkwekerij voldoende significant om te komen tot het oordeel dat er sprake is geweest van een bewuste en nauwe samenwerking tussen de verdachte en de medeverdachten, gericht op het telen van hennep.
De bewijsmiddelen
1. pagina 220 proces-verbaal 001Hansa]
Een ambtsedig proces-verbaal, nummer PL0100-2015102690-2, d.d. 11 april 2015 opgemaakt in wettelijke vorm door daartoe bevoegde opsporingsambtenaren, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, als verklaring van verbalisanten:
Op zaterdag 11 april 2015 waren wij belast met de surveillance. De surveillanten van SVS troffen een openstaande deur aan bij [adres] te [pleegplaats 1] . Wij zijn ter plaatse gegaan. Aangekomen bij het pand aan [adres] zagen wij verbalisanten dat de deur links van het pand opengebroken was. Wij verbalisanten gaan hierop naar binnen.
In het pand zien wij verbalisanten dat de deur recht tegenover de opengebroken deur, ook is opengebroken. Wij verbalisanten komen dan in een ruimte van ongeveer 3 bij 4 meter. Wij verbalisanten ruiken in deze ruimte een sterke geur die ons ambtshalve bekend is als een wietgeur. In deze ruimte is een grotere deur gemaakt. Deze deur was ook opengebroken. Door deze deur kwamen wij in een grotere ruimte. Wij verbalisanten zien een grote deur, die eerst gebruikt werd voor een koelcel. Toen wij verbalisanten deze deur openden zagen wij verbalisanten, filterapparatuur voor luchtbehandeling en diverse stroomvoorzieningen. Dit zijn regeleenheden voor lampen. In deze ruimte stonden ook twee watervaten voor de watervoorziening. In deze ruimte van 1 bij 4 meter zagen wij een schuifdeur van ongeveer 1 bij 1 meter. Toen wij verbalisanten deze deur openden zagen wij lampen branden. De ruimte die wij toen zagen was ongeveer 5 bij 5 meter. Wij verbalisanten zagen 36 lampen met armaturen. Op de grond lagen irrigatiebenodigdheden. Aan de wand zagen wij ventilatoren hangen. Wij verbalisanten hebben geen planten meer in deze ruimte aangetroffen. Alle planten waren uit deze ruimte gehaald. In de tweede ruimte na de toegangsdeur troffen wij een vuilniszak vol henneptoppen aan.
2. [ pagina 222 proces-verbaal 001Hansa]
Een ambtsedig proces-verbaal, nummer PL0100-2015102690-7, d.d. 12 april 2015 opgemaakt in wettelijke vorm door daartoe bevoegde opsporingsambtenaren, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, als verklaring van verbalisanten:
Op 11 april 2015 werd op [adres] te [pleegplaats 1] een hennepkwekerij aangetroffen. [slachtoffer 1] is de huurder van het gedeelte van de loods. [slachtoffer 1] heeft in een gedeelte hiervan een broodjeszaak gevestigd. [slachtoffer 1] verhuurde het overige deel van de loods sinds december 2014. Door de collega's van de nachtdienst is in het pand een zak met planten aangetroffen. In de zak zaten 24 planten welke door ons, op basis van ervaring, aan de geur en vorm herkend werden als hennepplanten.
3. [ pagina 14 proces-verbaal 001Hansa]
Een ambtsedig proces-verbaal, nummer PL0100-2015102690-7, d.d. 14 juli 2015 opgemaakt in wettelijke vorm door een daartoe bevoegde opsporingsambtenaar, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, als verklaring van verbalisant:
Geschat wordt dat in de kwekerij ± 540 hennepplanten aanwezig moeten zijn geweest, dit aan de hand van de oppervlakte en het aantal planten per m².
4. [ pagina 645 proces-verbaal 001Hansa]
Een ambtsedig proces-verbaal, nummer PL0100-2015102690-51, d.d. 29 april 2015 opgemaakt in wettelijke vorm door daartoe bevoegde opsporingsambtenaren, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, als verklaring van [slachtoffer 1] :
De broodjeszaak is op 15 januari 2014 open gegaan. Ik heb [medeverdachte 1] toen, dat was augustus/ september 2014, gevraagd om de problemen met de stroom te verhelpen. Toen kwam [medeverdachte 1] met [medeverdachte 2] aanzetten. [medeverdachte 2] was een maat van [medeverdachte 1] . [medeverdachte 2] en [medeverdachte 1] gaven toen ook aan dat zij de ruimte wel wilden huren. [medeverdachte 2] wilde de ruimte wel huren. Ik denk eind oktober begin november 2014 dat ik wist dat het niet goed was. Ik kwam toen binnen en mijn ramen van de broodjeszaak waren beslagen, ik rook toen een 'aardelucht'. Toen dacht ik dit kon wel eens foute boel zijn. Nadat ik de zaak in de middag had gesloten, ben ik op onderzoek uitgegaan. Ik ben via het kantoortje achter mijn toiletten bovenop mijn zoldertje gegaan. Ik heb toen gipsplaten afgeschroefd en toen kwam ik een dikke afvoerbuis tegen. Ik liep over de buis en kwam een trap tegen en ik liep naar beneden en ik was in de ruimte die ik onderverhuurde. Ik rook een aardelucht. Er is vooraf nooit met mij gesproken dat [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] een wietkwekerij erin wilden hebben. In het begin toen ik het onderverhuurde waren ze veel bezig in de loods.
Toen ik de wietkwekerij ontdekte, ben ik naar [medeverdachte 1] gegaan en we hebben buiten gesproken. Ik vertelde aan [medeverdachte 1] wat ik ontdekt had en dat zij dat moesten verwijderen. [medeverdachte 1] gaf aan: "Ik zit hier niet alleen in, ik moet dit met anderen bespreken."
De volgende dag was ik in mijn zaak, en waren zij bezig in de loods. Op een gegeven moment werd er op de groene deur geklopt, de tussendeur tussen de zaak en de doorloop naar de loods. [medeverdachte 1] liep voor mij uit. Toen stond daar ineens een neger, dat was in het voorstuk, mijn stuk van de loods. De tussendeuren in de loods waren dicht. De neger
stond dreigend tegenover mij. [medeverdachte 2] zei: "Dit is de hoge baas van de wietkwekerij." Hij bedoelde de neger. Dit is de man die erover gaat. Dit is de grote baas, de [motorgroep] zitten erbij in. Hij was volgens [medeverdachte 2] de hoogste baas van wietkwekerijen in Friesland. [medeverdachte 2] bracht dit op een wijze dat je voor de neger ontzag moest hebben. De neger zei in eerste instantie niets. De neger heeft zich niet aan mij voorgesteld. [medeverdachte 1] vertelde toen: "Het staat er al, ik zit er ook tot de oren in. Straks hebben ik en [persoon] geen geld." [medeverdachte 2] begon op een zakelijke manier, dat ik mee kon delen in opbrengst. [medeverdachte 2] zei: "Je kunt er van mee profiteren." Ze gaven aan dat ze de huur wel voor mij wilden betalen. De neger zei: "Ik weet wie je bent, waar je woont, wie je broertje is en welke auto je rijdt." Hij gaf aan dat hij de remmen wilde doorsnijden en dat hij mijn broertje wat wilde aandoen. Ook noemde hij de [motorgroep] . Ze wilden dat de wietplantage bleef staan. De neger maakte indruk, hij had een uitstraling dat ik dacht dit is foute boel.
[persoon] benaderde mij, dat was in de beginperiode, dat zij wist dat ik wist dat er een wietkwekerij zat. Ze zei: " [medeverdachte 1] heeft mij nu verteld, we hebben het geld nodig." Ze gaf aan dat het voor mij ook beter was, en dat zij mij geld wilden geven of de huur wilden betalen.
Tegen sluitingstijd van de zaak kwamen [medeverdachte 2] en [medeverdachte 1] langs om te controleren of ik het ook had verteld aan een ander. Op een gegeven moment liep ik met de huur achter. [medeverdachte 2] en [medeverdachte 1] gaven mij toen 1000 euro. Zij gaven aan dat ik een kwitantie moest hebben. Ik heb de kwitantie aan [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] getoond.
V: Na de leegstand zijn er nieuwe planten erin gekomen, hoe zit dat?
A: Zij wilden doorgaan. Mij is beloofd dat ik bij een volgende oogst van hun geld voor de huur zou krijgen. Ik heb de huur en wat geld gekregen, ongeveer 2500-3500 euro.
5. [ pagina 54 proces-verbaal nummer 001Hansa]
Een ambtsedig proces-verbaal, nummer PL0100-2015102690-36, d.d. 20 april 2015 opgemaakt in wettelijke vorm door daartoe bevoegde opsporingsambtenaren, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, als verklaring van [slachtoffer 1] , afgelegd op maandag 20 april 2015:
Later heb ik de drie mannen voor de tweede keer gezien. De donkere man was er ook weer bij. De donkere man greep mij in mijn kraag. Ze vroegen mij weer over [slachtoffer 2] , of ik zelf de plantage had geript en wie er nog meer bij betrokken waren etc.
6. [ pagina 144 proces-verbaal 001Hansa]
Een ambtsedig proces-verbaal, nummer PL0100-2015102690-47, d.d. 22 april 2015 opgemaakt in wettelijke vorm door daartoe bevoegde opsporingsambtenaren, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, als verklaring van [slachtoffer 2] , afgelegd op 22 april 2015:
V: Waarom heeft [slachtoffer 1] je die kwekerij laten zien. Hoe ging dat?
A: Hij kwam daar zelf mee. Hij begon eerst te vertellen over [medeverdachte 2] die bang was dat ik hem daar had gezien. Ze waren daar toen ook aan het verbouwen in de loods. [slachtoffer 1] vertelde dat ze daar een kwekerij zouden hebben. Hij begon daar zelf over.
V: Van wie was de kwekerij?
A: Die was van hun vieren. [slachtoffer 1] vertelde mij dat zij er met vier man in zaten. Dat waren [medeverdachte 2] , [medeverdachte 1] , die zwarte en [slachtoffer 1] . Het geld moest door hun vieren gedeeld worden. Hij heeft mij een keer verteld dat hij er 5000 euro van kreeg.
7. [ pagina 40 proces-verbaal 001-HANSA-02]
Een ambtsedig proces-verbaal, nummer 2015102690-H-1-2, d.d. 10 september 2015 opgemaakt in wettelijke vorm door een daartoe bevoegde opsporingsambtenaar, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, als verklaring van verbalisant:
Ik confronteerde de getuige [slachtoffer 1] met een fotoselectie van 9 personen. Ik observeerde de getuige terwijl hij naar de selectie keek. Tijdens de gehele fotoconfrontatie nam ik geen non-verbale en geen verbale reactie waar tot het moment dat foto nummer 9 verscheen. Ik hoorde toen de getuige zeggen: "Dat is hem. Hebben ze hem dus wel gevonden. Viel mij mee dat ik niet erger schrok." Ik zag aan de getuige dat hij schrok, verbaasd keek, op het moment dat foto 9 verscheen. Na afloop van de confrontatie deelde de confrontatieleider mij mee, dat in de getoonde selectie de foto van de verdachte [verdachte] op plaats 9 stond.

Bewezenverklaring

De rechtbank acht het onder 1. ten laste gelegde bewezen, met dien verstande dat:
1.
hij in de periode van 1 juli 2014 tot en met 15 april 2015 te [pleegplaats 1] , meermalen, tezamen en in vereniging met anderen, telkens opzettelijk heeft geteeld, telkens in een pand gelegen aan of bij [adres] , een hoeveelheid hennepplanten, telkens van meer dan 30 gram, zijnde hennep een middel vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst II.
De verdachte zal van het meer of anders ten laste gelegde worden vrijgesproken, aangezien de rechtbank dat niet bewezen acht.

Strafbaarheid van het bewezen verklaarde

Het bewezen verklaarde levert op:
1. Medeplegen van opzettelijk handelen in strijd met een in artikel 3, onder B, van de Opiumwet gegeven verbod, meermalen gepleegd.
Deze feiten zijn strafbaar nu geen omstandigheden aannemelijk zijn geworden die de strafbaarheid uitsluiten.

Strafbaarheid van verdachte

De rechtbank acht verdachte strafbaar nu niet van enige strafuitsluitingsgrond is gebleken.
Strafmotivering
Bij de bepaling van de straf heeft de rechtbank rekening gehouden met de aard en de ernst van het bewezen en strafbaar verklaarde, de omstandigheden waaronder dit is begaan, de persoon van verdachte zoals deze naar voren is gekomen uit het onderzoek op de terechtzitting, het hem betreffende uittreksel uit de justitiële documentatie, alsmede de vordering van de officier van justitie en het pleidooi van de raadsman.
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan het telen van hennep. Hij heeft aldus bijgedragen aan het in stand houden van de illegale handel in voor de volksgezondheid schadelijke (soft)drugs en de daarmee gepaard gaande criminaliteit. Uitgangspunt voor de strafoplegging van het met een zekere professionaliteit telen van rond de 500 hennepplanten is een taakstraf, in combinatie met een voorwaardelijke gevangenisstraf. Uit de bewijsmiddelen blijkt dat er in ieder geval tweemaal is geteeld.
Verdachte is eerder veroordeeld voor een soortgelijk delict waarbij een werkstraf en een voorwaardelijke gevangenisstraf zijn opgelegd. Deze straffen hebben niet het effect gehad dat verdachte zich niet meer met hennepkwekerijen heeft ingelaten. De rechtbank zal daarom in deze zaak een onvoorwaardelijke gevangenisstraf opleggen en wel voor de duur van drie maanden, met aftrek van voorarrest.

Toepassing van wetsartikelen

De rechtbank heeft gelet op de artikelen 47 en 57 van het Wetboek van Strafrecht en de artikelen 3 en 11 van de Opiumwet, zoals deze artikelen golden ten tijde van het bewezenverklaarde.

DE UITSPRAAK VAN DE RECHTBANK LUIDT:

Verklaart niet bewezen hetgeen verdachte onder 2.A., 2.B., 3. primair, 3. subsidiair, 4.A. en 4.B. is ten laste gelegd en spreekt verdachte daarvan vrij.
Verklaart het onder 1. ten laste gelegde bewezen, te kwalificeren en strafbaar zoals voormeld en verdachte daarvoor strafbaar.
Veroordeelt verdachte tot:
Een gevangenisstraf voor de duur van drie maanden.
Beveelt, dat de tijd door de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en/of voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf geheel in mindering zal worden gebracht.
Verklaart niet bewezen hetgeen aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan het bewezen verklaarde en spreekt verdachte daarvan vrij.
Dit vonnis is gewezen door mr. I.M. Dölle, voorzitter, mr. F. Sieders en mr. T. Kortlang-de Vries, rechters, bijgestaan door T.L. Komrij, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 18 december 2015.
Mr. Kortlang-de Vries is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.
w.g.
Dölle
VOOR EENSLUIDEND AFSCHRIFT
Sieders
de griffier van de rechtbank Noord-Nederland,
Komrij
locatie Leeuwarden,