ECLI:NL:RBNNE:2015:6368
Rechtbank Noord-Nederland
- Op tegenspraak
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak van verdachte in ontuchtzaak na onvoldoende bewijs
In deze strafzaak heeft de Rechtbank Noord-Nederland op 18 december 2015 uitspraak gedaan in de zaak tegen de verdachte, die werd beschuldigd van ontuchtige handelingen jegens een slachtoffer. De zaak kwam voor de meervoudige kamer van de rechtbank in Assen, waar de verdachte werd bijgestaan door zijn advocaat, mr. J.B. Pieters, en het openbaar ministerie werd vertegenwoordigd door mr. T. Akkerman. De tenlastelegging omvatte verschillende ontuchtige handelingen die de verdachte op of omstreeks 18 oktober 2014 zou hebben gepleegd tegen het slachtoffer.
Tijdens de zitting op 8 december 2015 werd het bewijs besproken. De officier van justitie stelde dat het ten laste gelegde wettig en overtuigend bewezen kon worden, verwijzend naar de aangifte van het slachtoffer en verklaringen van getuigen. De verdediging betoogde echter dat er onvoldoende bewijs was om te concluderen dat de verdachte het slachtoffer had gedwongen tot het dulden van ontuchtige handelingen. De verdachte ontkende de beschuldigingen en verklaarde dat de interactie met het slachtoffer consensueel was.
Na zorgvuldige overweging van het bewijs kwam de rechtbank tot de conclusie dat er onvoldoende aanknopingspunten waren om de verdachte schuldig te verklaren. De rechtbank oordeelde dat niet bewezen kon worden dat de verdachte het slachtoffer had gedwongen tot de ontuchtige handelingen. Daarom sprak de rechtbank de verdachte vrij van alle ten laste gelegde feiten. Tevens werd de benadeelde partij niet ontvankelijk verklaard in haar vordering, aangezien het feit waaruit de schade zou zijn ontstaan niet bewezen was. De kosten werden door beide partijen zelf gedragen.