Uitspraak
RECHTBANK NOORD-NEDERLAND
[verdachte] ,
Tenlastelegging
Vordering officier van justitie
Beoordeling van het bewijs
Redengeving bewezenverklaring
Bewezenverklaring
Strafbaarheid van het bewezen verklaarde
ten aanzien van het bereiden:
Rechtbank Noord-Nederland
De rechtbank Noord-Nederland heeft op 20 november 2015 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die werd beschuldigd van het voorhanden hebben van munitie en oplichting, maar werd vrijgesproken van deze beschuldigingen. De verdachte werd echter wel veroordeeld voor het medeplegen van het telen, bereiden en aanwezig hebben van hennep. De rechtbank hield rekening met de 'undue delay' in de procedure, aangezien er meer dan twee jaar verstreken waren tussen de aanhouding en de dagvaarding. De verdachte was aanwezig op de zitting, bijgestaan door zijn advocaat, en het openbaar ministerie werd vertegenwoordigd door de officier van justitie. De rechtbank oordeelde dat de verdachte niet kon worden bewezen dat hij zich bewust was van de aanwezigheid van munitie in een garagebox die hij huurde, en sprak hem daarom vrij van het vierde ten laste gelegde feit. Evenzo werd de verdachte vrijgesproken van het valselijk opmaken van een schadeformulier voor een gestolen fiets, omdat de rechtbank niet kon vaststellen dat hij dit daadwerkelijk had gedaan. De rechtbank achtte echter de feiten met betrekking tot de hennepteelt en -bereiding bewezen, op basis van de verklaringen van de verdachte en de medeverdachten, alsook de in beslag genomen hennep. De rechtbank legde een taakstraf op van 140 uren, met vervangende hechtenis van 70 dagen indien de taakstraf niet naar behoren wordt verricht. De rechtbank overwoog dat de verdachte geen voorwaardelijke gevangenisstraf nodig had, gezien zijn eerdere strafblad en de omstandigheden van de zaak.