Op 18 december 2015 heeft de Rechtbank Noord-Nederland in Assen uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van het bezit van amfetamine en het exploiteren van een hennepkwekerij. De verdachte, geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats] en thans gedetineerd in [verblijfplaats], was aanwezig op de zitting, bijgestaan door zijn advocaat mr. H.P. Eckert. Het openbaar ministerie werd vertegenwoordigd door mr. H.H. Louwes. De tenlastelegging omvatte onder andere het opzettelijk aanwezig hebben van ongeveer 95,737 gram amfetamine op 13 november 2015 in de gemeente Veendam, en het telen van meer dan 30 gram hennep in de periode van 1 juli 2015 tot en met 13 november 2015.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte bekend heeft met de feiten en dat er voldoende bewijs is geleverd door de verklaringen van verbalisanten en de verdachte zelf. De rechtbank heeft de verdachte schuldig bevonden aan de tenlastegelegde feiten en heeft hem veroordeeld tot een voorwaardelijke gevangenisstraf van 6 maanden, met bijzondere voorwaarden waaronder een klinische opname in een instelling voor verslavingszorg. De rechtbank heeft ook rekening gehouden met de eerdere veroordelingen van de verdachte en zijn verslaving aan amfetamine. De officier van justitie had een gevangenisstraf van 8 maanden geëist, maar de rechtbank besloot af te wijken van deze eis en de verdachte een kans te geven om zijn leven te beteren.
Daarnaast heeft de rechtbank de officier van justitie niet-ontvankelijk verklaard in de vordering tot tenuitvoerlegging van een eerdere voorwaardelijke gevangenisstraf, omdat deze niet onverwijld was ingediend. De uitspraak is gedaan door een meervoudige kamer van de rechtbank, waarbij de voorzitter mr. C.P. van Gastel was, samen met mr. E. Läkamp en mr. J.J. Schoemaker. De uitspraak is openbaar gedaan en de verdachte is in de gelegenheid gesteld om zich te laten behandelen voor zijn verslaving.