ECLI:NL:RBNNE:2015:6331

Rechtbank Noord-Nederland

Datum uitspraak
3 december 2015
Publicatiedatum
18 maart 2016
Zaaknummer
18.730254-15
Instantie
Rechtbank Noord-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Op tegenspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak van verdachte in zaak van straatroof zonder medeplichtigheid

In de zaak van het openbaar ministerie tegen de verdachte, die aanwezig was bij een straatroof door een medeverdachte, heeft de rechtbank op 3 december 2015 uitspraak gedaan. De verdachte is vrijgesproken van de tenlastegelegde feiten, omdat hij geen bijdrage heeft geleverd die als medeplegen of medeplichtigheid kan worden aangemerkt. De rechtbank heeft vastgesteld dat er geen vooropgezet plan was tussen de verdachte en de medeverdachte om een beroving te plegen. De medeverdachte heeft wel goederen weggenomen en daarbij gebruik gemaakt van bedreiging met geweld, maar de rechtbank kon niet vaststellen dat de verdachte opzet had op het plegen van een diefstal met geweld of dat hij had kunnen voorzien dat dit feit zou worden gepleegd. De rechtbank heeft ook geen wezenlijke bijdrage van de verdachte aan het misdrijf kunnen vaststellen, waardoor hij van het primair en subsidiair ten laste gelegde is vrijgesproken. De officier van justitie had gevorderd tot veroordeling van de verdachte, maar de rechtbank heeft deze vordering afgewezen. Het vonnis is uitgesproken door een meervoudige kamer van de Rechtbank Noord-Nederland, locatie Leeuwarden, en is ondertekend door de voorzitter en de rechters, met de griffier aanwezig.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-NEDERLAND

Afdeling strafrecht
Locatie Leeuwarden
parketnummer 18/730254-15
vonnis van de meervoudige kamer voor de behandeling van strafzaken d.d. 3 december 2015 in de zaak van het openbaar ministerie tegen de verdachte

[verdachte] ,

geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats] ,
wonende te [woonplaats] .
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 20 november 2015.
De verdachte is verschenen, bijgestaan door mr. H.M. Terpstra, advocaat te Leeuwarden.
Het openbaar ministerie werd ter terechtzitting vertegenwoordigd door mr. R.G. de Graaf.

Tenlastelegging

Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
hij op of omstreeks 7 augustus 2015 te [pleegplaats] , tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, op een openbare weg (te weten een parkeerterrein) gelegen achter het station te [pleegplaats] , met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening heeft weggenomen
- ( uit de kofferbak van een auto) een tas met inhoud, te weten onder meer geld (150 euro), in elk geval geld (150 euro), en/of
- ( uit een auto) een telefoontoestel (HTC ONE) en/of een zonnebril (van het merk Ray-Ban), in elk geval enig goed, (telkens) geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 1] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, welke diefstal werd voorafgegaan en/of
vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen die [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] , gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat verdachte tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
- die [slachtoffer 1] de woorden heeft toegevoegd: "Je kost me tijd, je gaat me nu 100 euro geven." en/of "Ik ga pas weg als ik 100 euro heb gekregen.", althans (telkens) woorden van gelijke (dreigende) aard of strekking en/of (daarbij)
- op/tegen de/een auto (van die [slachtoffer 1] ) heeft geslagen en/of
- die [slachtoffer 3] een (op een) vuurwapen (gelijkend voorwerp) heeft getoond en/of
- op/tegen de achterklep van de/een auto (van die [slachtoffer 1] ) heeft geslagen en/of
- de woorden heeft uitgesproken: "Als je gaat vechten, vecht ik met je mee.", althans woorden van gelijke aard of strekking, en/of
- zichtbaar voor die [slachtoffer 3] een (op een) vuurwapen (gelijkend voorwerp) in zijn hand(en) heeft vastgehouden en/of
- ( met (een) gebalde vuist(en)) (een) slaande beweging(en) heeft gemaakt in de richting van die [slachtoffer 3] , waardoor die [slachtoffer 3] zich genoodzaakt achtte die slagen af te weren en/of achteruit te lopen en/of
- die [slachtoffer 2] de woorden heeft toegevoegd: "Kom eens hier!", althans woorden van gelijke aard of strekking en/of (vervolgens) die [slachtoffer 2] een (op een) vuurwapen (gelijkend voorwerp) heeft getoond en/of (vervolgens)
- die [slachtoffer 2] de woorden heeft toegevoegd: "Ga zitten, nu!", althans woorden van gelijke aard of strekking (waarna die [slachtoffer 2] zich gedwongen voelde (wederom) in de auto (van [slachtoffer 1] ) plaats te nemen);
althans, indien ter zake van het vorenstaande geen veroordeling mocht volgen, dat
[medeverdachte] op of omstreeks 7 augustus 2015 te [pleegplaats] , op een openbare weg (te weten een parkeerterrein) gelegen achter het station te [pleegplaats] , met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening heeft weggenomen
- ( uit de kofferbak van een auto) een tas met inhoud, te weten onder meer geld (150 euro), in elk geval geld (150 euro), en/of
- ( uit een auto) een telefoontoestel (HTC ONE) en/of een zonnebril (van het merk Ray-Ban), in elk geval enig goed, (telkens) geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 1] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan die [medeverdachte] , welke diefstal werd voorafgegaan
en/of vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen die
[slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] , gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat die [medeverdachte]
- die [slachtoffer 1] de woorden heeft toegevoegd: "Je kost me tijd, je gaat me nu 100 euro geven." en/of "Ik ga pas weg als ik 100 euro heb gekregen.", althans (telkens) woorden van gelijke (dreigende) aard of strekking en/of (daarbij)
- op/tegen de/een auto (van die [slachtoffer 1] ) heeft geslagen en/of
- die [slachtoffer 3] een (op een) vuurwapen (gelijkend voorwerp) heeft getoond en/of
- op/tegen de achterklep van de/een auto (van die [slachtoffer 1] ) heeft geslagen en/of
- zichtbaar voor die [slachtoffer 3] een (op een) vuurwapen (gelijkend voorwerp) in zijn hand(en) heeft vastgehouden en/of
- die [slachtoffer 2] de woorden heeft toegevoegd: "Kom eens hier!", althans woorden van gelijke aard of strekking en/of (vervolgens) die [slachtoffer 2] een (op een) vuurwapen (gelijkend voorwerp) heeft getoond en/of (vervolgens)
- die [slachtoffer 2] de woorden heeft toegevoegd: "Ga zitten, nu!", althans woorden van gelijke aard of strekking (waarna die [slachtoffer 2] zich gedwongen voelde (wederom) in de auto (van [slachtoffer 1] ) plaats te nemen,
tot en/of bij het plegen van welk misdrijf verdachte op of omstreeks 7 augustus 2015 te [pleegplaats] en/of elders in Nederland opzettelijk gelegenheid, middelen en/of inlichtingen heeft verschaft en/of opzettelijk behulpzaam is geweest door
- die [slachtoffer 1] te informeren over een telefoontoestel wat te koop zou zijn (en van welk telefoontoestel die [slachtoffer 1] had aangegeven dat hij die zou willen aankopen en voor welke aankoop hij naar [pleegplaats] was afgereisd) en/of
- met die [slachtoffer 1] in diens auto naar een door verdachte aangeven plaats (een parkeerterrein gelegen achter het station) te rijden (alwaar de verkoop/aankoop en levering van dat telefoontoestel zou plaatsvinden) en/of
- tegen die [slachtoffer 1] te zeggen dat verdachte een voorschot (van 100 euro) wilde en/of
- tegen/naar die [medeverdachte] de woorden uit te spreken: "Als je gaat vechten, vecht ik met je mee.", althans woorden van gelijke aard of strekking, en/of
- ( met (een) gebalde vuist(en)) (een) slaande beweging(en) te maken in de richting van die [slachtoffer 3] , waardoor die [slachtoffer 3] zich genoodzaakt achtte die slagen af te weren en/of achteruit te lopen,
althans op enigerlei wijze opzettelijk behulpzaam is geweest en/of gelegenheid en/of (een) middel(en) en/of (een) inlichting(en) heeft verschaft.
In de tenlastelegging voorkomende schrijffouten of kennelijke misslagen worden verbeterd gelezen. De verdachte is hierdoor niet in zijn belangen geschaad.

Vordering officier van justitie

De officier van justitie heeft ter terechtzitting gevorderd:
- veroordeling voor het primair ten laste gelegde;
- oplegging van een gevangenisstraf voor de duur van 229 dagen waarvan 180 dagen voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaren;
- oplegging van de bijzondere voorwaarde van een klinische opname;
- de dadelijke uitvoerbaarheid van deze bijzondere voorwaarde.

Beoordeling van het bewijs

Door de officier van justitie is betoogd dat niet kan worden bewezen dat er sprake was van een vooropgezet plan van verdachte en de medeverdachte om een beroving te plegen. In de uitvoeringsfase zouden echter zowel door verdachte als de medeverdachte handelingen zijn verricht die een bewezenverklaring van het medeplegen van de straatroof kunnen dragen.
De rechtbank overweegt, met de officier van justitie, dat niet is gebleken van een van tevoren tussen verdachte en de medeverdachte afgestemde of voorbereide beroving. Op basis van het dossier stelt de rechtbank vast dat de medeverdachte op enig moment goederen heeft weggenomen en zich daarbij heeft bediend van bedreiging met geweld. Het is de rechtbank niet gebleken dat verdachte opzet heeft gehad op het plegen van een diefstal met geweld of dat hij had kunnen voorzien dat dit feit zou worden gepleegd. Ook heeft de rechtbank geen wezenlijke bijdrage van verdachte aan het misdrijf kunnen vaststellen. Verdachte wordt daarom van het primair ten laste gelegde vrijgesproken.
Ten aanzien van de subsidiair ten laste gelegde medeplichtigheid overweegt de rechtbank als volgt. Voor medeplichtigheid is vereist dat de verdachte opzet heeft op zowel het grondfeit als op zijn bijdrage daaraan als medeplichtige. Ten aanzien van verdachte heeft de rechtbank op basis van de stukken niet kunnen vaststellen dat zijn opzet op diefstal gericht is geweest noch dat hij aan het door de hoofdverdachte gepleegde misdrijf enige bijdrage heeft geleverd die als medeplichtigheid kan worden aangemerkt. De rechtbank zal verdachte daarom ook van het subsidiair ten laste gelegde vrijspreken.

DE UITSPRAAK VAN DE RECHTBANK LUIDT:

Verklaart niet bewezen hetgeen verdachte onder 1. primair en subsidiair is ten laste gelegd en spreekt hem daarvan vrij.
Dit vonnis is gewezen door mr. I.M. Dölle, voorzitter, mr. M.B. de Wit en
mr. C.A.J. Tuinstra, rechters, bijgestaan door mr. J.C. Huizenga, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 3 december 2015.
Mr. Tuinstra is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.
w.g.
Dölle
VOOR EENSLUIDEND AFSCHRIFT
Wit
de griffier van de rechtbank Noord-Nederland,
Huizenga
locatie Leeuwarden,