ECLI:NL:RBNNE:2015:6324
Rechtbank Noord-Nederland
- Op tegenspraak
- Rechtspraak.nl
Veroordeling tot een gevangenisstraf van een jaar voor poging tot doodslag en zware mishandeling
In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Nederland op 4 december 2015 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen de verdachte, die werd beschuldigd van poging tot doodslag en zware mishandeling. De verdachte, geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats] en thans gedetineerd, werd bijgestaan door mr. H.D. Postma, terwijl het openbaar ministerie werd vertegenwoordigd door mr. E.R. Jepkema. De tenlastelegging omvatte twee hoofdpunten: de verdachte zou op 15 mei 2015 in [pleegplaats] met een breekijzer op het hoofd van het slachtoffer, [slachtoffer], hebben geslagen, met de intentie om deze van het leven te beroven, en daarnaast zou hij het slachtoffer zwaar lichamelijk letsel hebben toegebracht door hem meermalen met het breekijzer op de arm te slaan.
Tijdens de zitting op 20 november 2015 heeft de verdachte verklaard dat hij het slachtoffer meerdere malen met het breekijzer heeft geslagen. De rechtbank heeft op basis van getuigenverklaringen, forensisch bewijs en de medische rapporten vastgesteld dat de verdachte het slachtoffer daadwerkelijk op het hoofd heeft geslagen, wat leidde tot een barstwond en een gebroken ellepijp. De rechtbank oordeelde dat de verdachte met zijn handelen een aanmerkelijke kans op de dood van het slachtoffer heeft aanvaard, wat de poging tot doodslag bevestigde.
De rechtbank heeft de verdachte schuldig bevonden aan zowel poging tot doodslag als zware mishandeling. Bij de strafoplegging heeft de rechtbank rekening gehouden met de ernst van de feiten, de eerdere veroordelingen van de verdachte voor geweldsdelicten, en het feit dat de verdachte geen spijt toonde en niet openstond voor behandeling. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van één jaar, met aftrek van het voorarrest, en heeft het in beslag genomen breekijzer verbeurd verklaard. Daarnaast is de verdachte veroordeeld tot betaling van schadevergoeding aan de benadeelde partij, [slachtoffer], ter hoogte van € 942,-, vermeerderd met wettelijke rente.