ECLI:NL:RBNNE:2015:6283
Rechtbank Noord-Nederland
- Op tegenspraak
- H.H.A. Fransen
- M.A.A. van Capelle
- P.J. van Steen
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak van verdachte in ontuchtzaak met minderjarige dochters
In deze strafzaak heeft de Rechtbank Noord-Nederland op 1 december 2015 uitspraak gedaan in de zaak tegen een verdachte die werd beschuldigd van ontuchtige handelingen met zijn minderjarige dochters. De rechtbank heeft de verdachte vrijgesproken van alle tenlastegelegde feiten, omdat niet wettig en overtuigend bewezen kon worden dat hij de feiten had gepleegd. De verklaringen van de aangeefsters, die jonge meisjes zijn, waren niet consistent en vertoonden tegenstrijdigheden. De rechtbank heeft ook rekening gehouden met de jonge leeftijd van de eerste aangeefster op het moment van de vermeende feiten, wat twijfels opriep over de betrouwbaarheid van hun verklaringen. De verdachte ontkende stellig de beschuldigingen en zijn verklaring dat hij zijn dochter bij het douchen hielp, werd door de rechtbank gezien als een zorgtaak die niet per definitie ontuchtig is.
Met betrekking tot de andere tenlastegelegde feiten, die ook betrekking hadden op de andere dochters van de verdachte, heeft de rechtbank vastgesteld dat er geen bewijs was dat de aangiften ondersteunde. De verklaringen van de aangeefsters waren wederom niet consistent en de verdachte ontkende de feiten. De rechtbank concludeerde dat de verklaringen van de aangeefsters onvoldoende overtuigingskracht hadden om tot een bewezenverklaring te komen, vooral gezien de stellige ontkenning van de verdachte en de ontlastende verklaring van een getuige die een ander beeld van de situatie schetste.
De rechtbank heeft ook de vorderingen van de benadeelde partijen afgewezen, omdat de feiten waaruit de schade zou zijn ontstaan niet bewezen werden geacht. De benadeelde partijen werden niet ontvankelijk verklaard in hun vorderingen en werd hen aangeraden om deze bij de burgerlijke rechter aan te brengen. De uitspraak van de rechtbank was dat de verdachte van alle tenlastegelegde feiten werd vrijgesproken en dat de kosten voor zowel de benadeelde partijen als de verdachte voor eigen rekening kwamen.