In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Nederland op 20 november 2015 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen de verdachte, die op 3 mei 2015 opzettelijk brand heeft gesticht in zijn woning te [pleegplaats]. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte door het aansteken van een vuilniszak in zijn woning gemeen gevaar voor goederen en levensgevaar voor omwonenden heeft veroorzaakt. De verdachte is ter terechtzitting verschenen, bijgestaan door zijn advocaat, mr. S.G.E. Koumans, terwijl het openbaar ministerie werd vertegenwoordigd door mr. R. Wildeman en mr. C. Fahner. De rechtbank heeft de verdachte schuldig bevonden aan opzettelijk brand stichten, waarbij de brand zich had kunnen uitbreiden en gevaar voor zwaar lichamelijk letsel voor anderen te duchten was. De rechtbank heeft de verklaringen van getuigen en deskundigen als bewijs gebruikt, waaronder de verklaring van de verdachte zelf, die toegaf de brand te hebben gesticht. De rechtbank heeft de verdachte verminderd toerekeningsvatbaar geacht, gezien zijn geestelijke toestand, en heeft hem veroordeeld tot een gevangenisstraf van 12 maanden, met daarnaast de maatregel van terbeschikkingstelling onder voorwaarden. De rechtbank heeft de ernst van het feit en de impact op de omgeving meegewogen in de strafmaat. De uitspraak is gedaan met inachtneming van de relevante artikelen van het Wetboek van Strafrecht.