ECLI:NL:RBNNE:2015:6155
Rechtbank Noord-Nederland
- Raadkamer
- F.J. Agema
- Rechtspraak.nl
Ongegrondverklaring bezwaarschrift DNA-onderzoek veroordeelde na vijf jaar
Op 26 oktober 2015 heeft de Rechtbank Noord-Nederland uitspraak gedaan in een zaak betreffende een bezwaarschrift tegen het bepalen en verwerken van het DNA-profiel van een veroordeelde. Het bezwaarschrift, ingediend op 8 oktober 2015, richtte zich tegen het bevel tot afname van DNA, dat vijf jaar na de veroordeling was gegeven. De veroordeelde was niet in persoon verschenen, maar zijn raadsman, mr. A. Allersma, was aanwezig tijdens de behandeling. De rechtbank oordeelde dat de veroordeelde ontvankelijk was in zijn bezwaarschrift, omdat dit binnen de wettelijke termijn was ingediend.
De rechtbank overwoog dat de veroordeelde eerder was veroordeeld voor opzettelijk handelen in strijd met de Opiumwet en dat er reeds een DNA-profiel van hem was verwerkt. De raadsman voerde aan dat het openbaar ministerie de redelijke termijn had overschreden door pas vijf jaar na de veroordeling het bevel tot afname te geven, wat in strijd zou zijn met de beginselen van een behoorlijke procesorde. De officier van justitie stelde echter dat de ontwikkelingen in de maatschappij en de bevindingen van een onderzoekscommissie aanleiding gaven om alle tot dan toe niet opgeroepen veroordeelden op te roepen voor DNA-afname.
De rechtbank volgde de officier van justitie in zijn standpunt dat er geen uitzonderingssituatie was die het bevel tot DNA-afname zou uitsluiten. Het justitiële belang om het DNA-profiel van de veroordeelde te verwerken, prevaleerde boven zijn persoonlijke belangen. De rechtbank verwierp de verweren van de raadsman en verklaarde het bezwaarschrift ongegrond. De beschikking werd gegeven door mr. F.J. Agema, rechter, in tegenwoordigheid van W. Brandsma, griffier.