ECLI:NL:RBNNE:2015:6135

Rechtbank Noord-Nederland

Datum uitspraak
30 oktober 2015
Publicatiedatum
6 januari 2016
Zaaknummer
18.730079-15
Instantie
Rechtbank Noord-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Op tegenspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling voor overtreding van de Opiumwet, poging tot diefstal, opzetheling en schuldheling

Op 30 oktober 2015 heeft de Rechtbank Noord-Nederland in Leeuwarden uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die werd beschuldigd van meerdere strafbare feiten, waaronder overtredingen van de Opiumwet, poging tot diefstal, opzetheling en schuldheling. De verdachte, geboren op een onbekende datum en zonder bekende woon- of verblijfplaats, was op 18 maart 2015 aangehouden na een onderzoek in zijn woning, waar diverse verdovende middelen, waaronder amfetamine en GHB, werden aangetroffen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte in de periode van 1 juli 2014 tot en met 17 maart 2015 opzettelijk heeft gehandeld in harddrugs en dat hij op verschillende tijdstippen goederen heeft verworven die van diefstal afkomstig waren. De officier van justitie eiste een gevangenisstraf van 330 dagen, waarvan 182 dagen voorwaardelijk, en een taakstraf van 160 uren. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een taakstraf van 160 uren en een gevangenisstraf van 268 dagen, waarvan 120 dagen voorwaardelijk, met bijzondere voorwaarden zoals een meldplicht bij de reclassering en een behandelverplichting bij de GGZ. De rechtbank heeft de verdachte vrijgesproken van de poging tot diefstal, omdat er onvoldoende bewijs was voor dit deel van de tenlastelegging. De uitspraak benadrukt de ernst van de handel in harddrugs en de gevolgen daarvan voor de samenleving.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-NEDERLAND

Afdeling strafrecht
Locatie Leeuwarden
parketnummer 18/730079-15
vonnis van de meervoudige kamer voor de behandeling van strafzaken d.d. 30 oktober 2015 in de zaak van het openbaar ministerie tegen de verdachte

[verdachte] ,

geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats] ,
niet als ingezetene ingeschreven in de basisregistratie personen en zonder
bekende feitelijke woon- of verblijfplaats.
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 16 oktober 2015.
De verdachte is verschenen, bijgestaan door mr. E.M. Bakx, advocaat te Heerenveen.
Het openbaar ministerie werd ter terechtzitting vertegenwoordigd door mr. C.V. van Overbeeke.

Tenlastelegging

Aan verdachte is, na nadere omschrijving van de tenlastelegging, ten laste gelegd dat:
1.
verdachte in of omstreeks de periode omvattende het jaar 2014 en/of het jaar 2015 (tot en met 18 maart 2015), te [pleegplaats 1] (vanuit een woning gelegen aan de [straat 1] ( [nummer 1] )), in elk geval in de gemeente Leeuwarden, en/of (elders) in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, meermalen, althans eenmaal,
A.
in de periode van 1 juli 2014 tot en met 17 maart 2015, (telkens) opzettelijk heeft bereid en/of bewerkt en/of verwerkt en/of verkocht en/of afgeleverd en/of verstrekt en/of vervoerd en/of (telkens) opzettelijk aanwezig heeft gehad (telkens) (een) hoeveelhe(i)d(en) van een materiaal bevattende amfetamine (SPEED) en/of 4-hydroxybutaanzuur/GammaHydroxyBoterzuur (GHB), en/of
B.
op 18 maart 2015 te [pleegplaats 1] (in een woning gelegen aan de [straat 1] ( [nummer 1] )), opzettelijk aanwezig heeft gehad (in een of meerdere (plastic) zak(ken) en/of fles(sen) en/of anderszins)
- 0,782 gram van een materiaal bevattende amfetamine (SPEED) en/of
- 2,641 gram van een materiaal bevattende amfetamine (SPEED) en/of
- 55,685 gram van een materiaal bevattende amfetamine (SPEED) en/of
- 88,657 gram van een materiaal bevattende
4-hydroxybutaanzuur/GammaHydroxyBoterzuur (GHB) en/of
- 13,698 gram van een materiaal bevattende
4-hydroxybutaanzuur/GammaHydroxyBoterzuur (GHB) en/of
- 13,300 gram van een materiaal bevattende
4-hydroxybutaanzuur/GammaHydroxyBoterzuur (GHB)
zijnde amfetamine (SPEED) en/of 4-hydroxybutaanzuur/GammaHydroxyBoterzuur (GHB) (telkens) (elk) een middel vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst I;
2.
verdachte op of omstreeks 7 maart 2015, te [pleegplaats 2] , in elk geval in de gemeente Dongeradeel, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening in/uit een pand/gebouw, gelegen aan of bij de [straat 2] ( [nummer 2] ) weg te
nemen
- een aantal meters kabel en/of
- meerdere electrische gereedschappen en/of
- een compressor en/of
- 6 bouwlampen en/of
- een gereedschapskist met inhoud (gereedschap) en/of
- een bouwstofzuiger,
in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 1] en/of [bouwbedrijf] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) en zich daarbij de toegang tot dat pand/gebouw te verschaffen en/of die/dat weg te nemen goederen onder zijn/hun bereik te brengen door middel van braak, verbreking en/of inklimming, immers heeft/is verdachte tezamen en in vereniging van zijn mededader(s), althans alleen,
- een toegangsdeur tot dat pand/gebouw geforceerd en/of
- een of meerdere binnendeuren in dat pand/gebouw geforceerd en/of
- een of meerdere schuiframen/schuifruiten in dat pand geopend en/of (vervolgens) over een bij dat schuifraam/schuifruit aanwezige balie geklommen en/of (vervolgens) zich zodoende (door de ontstane opening) de toegang tot een daarachter gelegen ruimte in dat pand/gebouw verschaft en/of
- de eerder genoemde goederen in een of meerdere kruiwagen(s) klaargezet,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid,
terwijl nog geen vijf jaren zijn verlopen sedert een veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf wegens een daaraan soortgelijk misdrijf in kracht van gewijsde is gegaan;
3.
hij in of omstreeks 5 december 2012 tot en met 18 maart 2015 te [pleegplaats 1] , en/of elders in het arrondissement Noord-Nederland, in elk geval in Nederland, op verschillende tijdstippen, in elk geval eenmaal, (telkens) goederen heeft verworven, voorhanden heeft gehad en/of heeft overgedragen, te weten in of omstreeks de periode van
- 5 december 2012 tot en met 18 maart 2015 (een frame van) een scooter (van het merk Yamaha, type SA14, (toebehorende aan [slachtoffer 2] ) en/of
- 11 oktober 2014 tot en met 18 maart 2015 een tekker (van het merk Senko) (toebehorende aan [slachtoffer 3] ) en/of
- 1 maart 2015 tot en met 18 maart 2015 een vistas (met daarin onder meer een vispas en/of een vaarbewijs en/of een registratie formulier van een boot en/of allerlei visartikelen (toebehorende aan [slachtoffer 4] ) en/of
- 26 februari 2015 tot en met 18 maart 2015 een laptop (toebehorende aan [bouwservice] en/of [slachtoffer 5] en/of [slachtoffer 6] ) en/of
- 16 februari 2015 tot en met 18 maart 2015 een boormachine (van het merk Makita) en/of een Powerfile (van het merk Black & Decker en/of een heteluchtföhn (van het merk Black & Decker) (toebehorende aan [slachtoffer 7] Installatie techniek) en/of
- 12 februari 2015 tot en met 18 maart 2015 een schroefmachine (van het merk Hilti)
(toebehorende aan [bouwbedrijf] )
terwijl hij ten tijde van het verwerven of het voorhanden krijgen van een of meerdere van voornoemde goederen (telkens) wist of redelijkerwijs had moeten vermoeden dat het (een) door misdrijf verkregen goed(eren) betrof;
4.
hij in of omstreeks de periode van 27 juli 2014 tot en met 9 augustus 2014, in elk geval in het jaar 2014, te [pleegplaats 1] , in elk geval in de gemeente Leeuwarden, althans in Nederland, een telefoontoestel (communicatieapparaat), van het merk Samsung (type Galaxy S4) heeft verworven, voorhanden heeft gehad en/of heeft overgedragen, terwijl hij ten tijde van het verwerven of het voorhanden krijgen van dat telefoontoestel wist of redelijkerwijs had moeten vermoeden dat het (een) door misdrijf verkregen goed(eren) betrof.
In de tenlastelegging voorkomende schrijffouten of kennelijke misslagen worden verbeterd gelezen. De verdachte is hierdoor niet in zijn belangen geschaad.

Vordering officier van justitie

De officier van justitie heeft ter terechtzitting gevorderd:
- veroordeling voor het onder 1., 2., 3. en 4. ten laste gelegde;
- oplegging van een gevangenisstraf voor de duur van 330 dagen, waarvan 182 dagen voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaren, met aftrek van de tijd die verdachte heeft doorgebracht in voorlopige hechtenis;
- oplegging van de bijzondere voorwaarde van 1. een meldplicht bij de reclassering, 2. een ambulante behandelverplichting bij de GGZ Forensische Polikliniek of een soortgelijke instelling, 3. een alcohol- en drugsverbod waarbij controle zal plaatsvinden middels urinecontroles;
- oplegging van een taakstraf voor de duur van 160 uren, subsidiair 80 dagen vervangende hechtenis.

Beoordeling van het bewijs

Ten aanzien van het onder 1. ten laste gelegde

De rechtbank past bij de beoordeling van het onder 1.A en 1.B ten laste gelegde de volgende bewijsmiddelen toe.
1. Kennisgevingen van inbeslagneming (artikel 94), onder meer inhoudende:
1.1
een Kennisgeving van inbeslagneming (artikel 94), registratienummer: PL0100-2015066596-29, onder meer inhoudende:
Inbeslagneming
Plaats : [straat 1] [nummer 1] , [pleegplaats 1]
Datum : 18 maart 2015
Beslagene
Achternaam : [achternaam verdachte]
Voornamen : [voornaam verdachte]
Na de aanhouding van de verdachte, werd met zijn toestemming de woning onderzocht. Hierbij werd in de slaapkamer van de woning in een stellage, een maatbeker met een stroperige, doorzichtige vloeistof aangetroffen, met daarin tevens een spijt. Vloeistof is overgegoten in een leeg ijsthee flesje.
Goednummer: PL0100-2015066596-509892
Object: verdovende middelen (GHB)
Bijzonderheden: ongeveer 10 ml, inclusief maatbeker en spuit
1.2
een Kennisgeving van inbeslagneming (artikel 94), registratienummer: PL0100-2015066596-41, onder meer inhoudende:
Inbeslagneming
Plaats : [straat 1] [nummer 1] , [pleegplaats 1]
Datum : 18 maart 2015
Beslagene
Achternaam : [achternaam verdachte]
Voornamen : [voornaam verdachte]
Na de aanhouding van de verdachte werd met zijn toestemming onderzoek verricht in zijn woning en in de bij hem in gebruik zijnde bedrijfsauto, Seat Inca. In de auto werd een flesje met daarin vermoedelijk GHB aangetroffen.
Goednummer: PL0100-2015066596-510112
Object: verdovende middelen (GHB)
Inhoud: totaal gewicht 45 gr, onbekende hoeveelheid ml
Bijzonderheden: geel flesje met stroperige vloeistof, verm. GHB
1.3
een Kennisgeving van inbeslagneming (artikel 94), registratienummer: PL0100-2015066596-40, onder meer inhoudende:
Inbeslagneming
Plaats : [straat 1] [nummer 1] , [pleegplaats 1]
Datum : 18 maart 2015
Beslagene
Achternaam : [achternaam verdachte]
Voornamen : [voornaam verdachte]
Na de aanhouding van de verdachte werd met zijn toestemming de woning doorzocht. In de woonkamer op de tafel werd een flesje met vermoedelijk GHB aangetroffen.
Goednummer: PL0100-2015066596-510082
Object: verdovende middelen (GHB)
Bijzonderheden: flesje 'holy soda' met ongeveer 20 ml GHB, ongeveer 130 gr
1.4
een Kennisgeving van inbeslagneming (artikel 94), registratienummer: PL0100-2015066596-39, onder meer inhoudende:
Inbeslagneming
Plaats : [straat 1] [nummer 1] , [pleegplaats 1]
Datum : 18 maart 2015
Beslagene
Achternaam : [achternaam verdachte]
Voornamen : [voornaam verdachte]
Na de aanhouding van de verdachte werd met zijn toestemming de woning doorzocht. Hierbij werd op een zwarte steen op de bank in de woonkamer een kleine hoeveelheid speed aangetroffen. Verdachte verklaart hierover inmiddels dat dit speed is.
Goednummer: PL0100-2015066596-510053
Object: verdovende middelen (amfetamine)
Bijzonderheden: 2 gram speed vanaf zwarte steen op de bank in de woonkamer
1.5
een Kennisgeving van inbeslagneming (artikel 94), registratienummer: PL0100-2015066596-39, onder meer inhoudende:
Inbeslagneming
Plaats : [straat 1] [nummer 1] , [pleegplaats 1]
Datum : 18 maart 2015
Beslagene
Achternaam : [achternaam verdachte]
Voornamen : [voornaam verdachte]
Na de aanhouding van de verdachte werd met zijn toestemming de woning doorzocht. Hierbij werd in de vriezer, die in de keuken stond, een plastic zakje met daarin speed, aangetroffen. Verdachte heeft inmiddels verklaard dat is speed is.
Goednummer: PL0100020150665960510045
Object: verdovende middelen (amfetamine)
Inhoud: Lag in vriezer.
Bijzonderheden: speed in plastic zakje, totaal gewicht 63,4 gram
1.6
een Kennisgeving van inbeslagneming (artikel 94), registratienummer: PL0100-2015066596-32, onder meer inhoudende:
Inbeslagneming
Plaats : [straat 1] [nummer 1] , [pleegplaats 1]
Datum : 18 maart 2015
Beslagene
Achternaam : [achternaam verdachte]
Voornamen : [voornaam verdachte]
Na de aanhouding van de verdachte werd met zijn toestemming de woning doorzocht. Hierbij werd in de slaapkamer van de woning in een stellage een boterhamzakje met wit poeder aangetroffen, vermoedelijk speed
Goednummer: PL0100-2015066596-509926
Bijzonderheden: boterhamzakje met verm. speed, 5,8 gram inclusief plastic zakje
2. De inhoud van een zaaksdossier, OPS-dossiernummer 2015066596, gesloten op 14 april 2014, bestaande uit diverse processen-verbaal waaronder:
2.1.
een ambtsedig proces-verbaal, nummer PL0100-2015066596-62, d.d. 14 april 2015 opgemaakt in wettelijke vorm door daartoe bevoegde opsporingsambtenaren, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, als verklaring van [verbalisant 1] en [verbalisant 2] :
Wij beide werkzaam als Forensisch medewerker bij politie Eenheid Noord-Nederland verklaren het volgende.
Op 30 maart 2015 ontvingen wij een hoeveelheid vermoedelijk verdovende middelen.
De vermoedelijke verdovende middelen werden door mij, [verbalisant 1] , getest.
Waarnemingen en bevindingen.
Goednummer : PL0100-2015066596-510053
Omschrijving : een dichtgeknoopt zakje met kleurloos plastic met lichtgeel fijn poeder
Bruto : 1,993 gram
Netto : 0,782 gram
Het bovenstaande goed werd getest met de MMC Opiaten/Amfetamine test
positief/negatief: positief op amfetamine
Goednummer : PL0100-2015066596-509926
Omschrijving : een dichtgeknoopt zakje met blauw plastic met lichtgeel brokkelig poeder
Bruto : 5,644 gram
Netto : 2,641 gram
Het bovenstaande goed werd getest met de MMC Opiaten/Amfetamine test
positief/negatief: positief op amfetamine
Goednummer : PL0100020150665960510045
Omschrijving : een dichtgeknoopt zakje met kleurloos plastic met een lichtroze vochtige substantie
Bruto : 61,483 gram
Netto : 55,685 gram
Het bovenstaande goed werd getest met de MMC Opiaten/Amfetamine test
positief/negatief: positief op amfetamine
Goednummer : PL0100-2015066596-510082
Omschrijving : een drinkflesje met kleurloos plastic met zwarte draaidop, etiket 'Holy Soda appel-framboos' (0,5 L) gevuld met een heldere kleurloze lobbige vloeistof
Bruto : 121,725 gram
Netto : 88,657 gram
Het bovenstaande goed werd getest met de MMC GHB test
positief/negatief: positief op GHB
Goednummer : PL0100-2015066596-510112
Omschrijving : een flesje met geel plastic met roze draaidop, gevuld met een heldere kleurloze lobbige vloeistof
Bruto : 34,930 gram
Netto : 13,698 gram
Het bovenstaande goed werd getest met de MMC GHB test
positief/negatief: positief op GHB
Goednummer : PL0100-2015066596-509892
Omschrijving : een drinkflesje van kleurloos plastic met oranje draaidop, etiket 'Pataya peach' (0,5 L) gevuld met een lichtoranje heldere lobbige vloeistof. Een plastic maatbeker en een lege plastic spuit, merk 'MSH' (10ML)
Bruto : 64,802 gram
Netto : 31,300 gram
Het bovenstaande goed werd getest met de MMC GHB test
positief/negatief: positief op GHB
2.2.
een ambtsedig proces-verbaal, nummer PL0100-2015066596-26, d.d. 18 maart 2015 opgemaakt in wettelijke vorm door daartoe bevoegde opsporingsambtenaren, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, als verklaring van verdachte:
Ik gebruik speed.
De poeder die u op de tafel in mijn woning hebt aangetroffen is speed. Van deze speed had ik al gebruikt. De uitwerking van de speed was de uitwerking die ik ervan verwachte. Ik werd er rustig van.
De witte poeder die u in mijn vriezer heeft aangetroffen is dezelfde speed als die op de woonkamertafel. Ik schat dat dit rond de 30 gram speed is.
Ik heb anderen wel eens speed gegeven.
2.3.
een ambtsedig proces-verbaal, nummer PL0100-2015066596-55, d.d. 25 maart 2015 opgemaakt in wettelijke vorm door daartoe bevoegde opsporingsambtenaren, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, als verklaring van [persoon 1] :
Ik heb wel eens een nakje speed van [verdachte] gehad. Ik heb ongeveer 5 à 6 keer speed van [voornaam verdachte] gekocht. Ik kocht dan per keer 25 gram speed. Dat was dan natte speed en daar bleef ongeveer 22 gram van over. Ik kreeg de speed dan van hem in een plastic zakje. Ik moest de speed zelf verdelen in grammen. Dat heb ik wel bij [voornaam verdachte] thuis in [pleegplaats 1] gedaan en ook wel in mijn auto. Voor 25 gram speed betaalde ik 175 of 200 euro. [voornaam verdachte] haalde speed altijd vanuit zijn keuken. De speed die ik kocht van [voornaam verdachte] was altijd wel van goede kwaliteit. Het had de uitwerking op mij als de speed die ik altijd wel gebruikte.
Vanaf de bouwvak 2014 heb ik de speed verkocht van [voornaam verdachte] . Daarvoor kreeg ik wel eens een nakje speed van hem.
2.4.
een ambtsedig proces-verbaal, nummer PL0100-2015008634-13, d.d. 10 maart 2015 opgemaakt in wettelijke vorm door daartoe bevoegde opsporingsambtenaren, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, als verklaring van [persoon 2] :
Vanaf november 2014 ben ik ongeveer 10 keer met [persoon 1] naar [verdachte] in [pleegplaats 1] gegaan. [persoon 1] ging dan naar [verdachte] om drugs. Hij haalde daar dan speed op. Ik ging dan met [persoon 1] mee de woning van [verdachte] in. Ik bleef dan in de woonkamer staan en [persoon 1] en [verdachte] gingen in de keuken staan.
[persoon 1] vertelde mij dan wel dat hij speed kreeg en dat dit gemiddeld 10 tot 15 gram speed was. [persoon 1] betaalde hier geen geld voor maar verkocht dit voor [verdachte] . Het geld hiervan bracht hij dan terug naar [verdachte] en hier mocht hij een klein percentage van houden.
[persoon 1] kreeg de keren dat ik met hem bij [verdachte] was alleen speed mee.
U laat mij een foto zien van [verdachte] . De foto die u mij toont is de persoon die ik bedoel als ik spreek over [verdachte] uit [pleegplaats 1] .
2.5.
een ambtsedig proces-verbaal, nummer PL0100-2015041422-19, d.d. 4 maart 2015 opgemaakt in wettelijke vorm door daartoe bevoegde opsporingsambtenaren, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, als verklaring van [persoon 3] :
Ik weet dat [verdachte] uit [pleegplaats 1] GHB verkoopt. Ik zat zelf bij [verdachte] in zijn woning. Ik zag dat toen meer dan één keer mensen aan de deur kwamen. Ik zag dat die mensen binnenkwamen en GHB kregen en daarvoor betaalden. Ik zag dat deze mensen de GHB van [verdachte] kregen. Ik heb gezien dat de GHB in flesjes verkocht werd. Het waren kleine flesjes, groter dan een flügelflesje. Ik weet niet wat [verdachte] daarvoor betaald kreeg. Dat ik dit zelf gezien heb was ergens in november/december 2014. Ik heb zelf ook wel eens GHB van [verdachte] gekregen. De kwaliteit van de GHB was goed. Het brandde niet op de tong. Het had dezelfde uitwerking als de andere GHB. Deze GHB kreeg ik bij [verdachte] thuis. Ik heb er niet voor betaald.
2.6.
een ambtsedig proces-verbaal, nummer PL0100-2015066596-63, d.d. 27 maart 2015 opgemaakt in wettelijke vorm door daartoe bevoegde opsporingsambtenaren, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, als verklaring van [persoon 4] :
Ik heb ongeveer een jaar een relatie gehad met [verdachte] . Eind september 2014 is onze relatie uitgegaan. Ik kreeg via [verdachte] GHB. Ik had hierover de vrije beschikking.
Ten aanzien van het onder 2. ten laste gelegde
De rechtbank past bij de beoordeling van het onder 2. ten laste gelegde de volgende bewijsmiddelen toe.
1. De door verdachte op de terechtzitting van 16 oktober 2015 afgelegde verklaring, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
Ik ben op 7 maart 2015 met [persoon 1] op het bouwterrein van een oude school in [pleegplaats 2] geweest. [persoon 1] wilde op dit terrein in een container kijken. Hij wilde kijken of er nog oud ijzer of koper lag. Wij hebben samen in de container gekeken.
2. De inhoud van een zaaksdossier, OPS-dossiernummer 2015066596, gesloten op 14 april 2014, bestaande uit diverse processen-verbaal waaronder:
2.1.
een ambtsedig proces-verbaal, nummer PL0100-2015066596-1, d.d. 7 maart 2015 opgemaakt in wettelijke vorm door daartoe bevoegde opsporingsambtenaren, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, als verklaring van [slachtoffer 1] :
Samen met een zakenpartner ben ik eigenaar van de voormalige mavo school aan de [straat 2] [nummer 2] te [pleegplaats 2] . Dit pand verbouwt [bouwbedrijf] in opdracht van ons tot 25 appartementen. Op 6 maart 2015 omstreeks 16:00 uur hebben de medewerkers van [bouwbedrijf] het pand volledig afgesloten en in goede staat achtergelaten. Op 7 maart 2015 omstreeks 13:10 uur werd ik gebeld door [familie] . Zij vertelden mij het volgende: 'Er staat een rode Volkswagen Polo geparkeerd voor onze woning. Er zijn twee mannen uitgestapt. Deze mannen hebben geprobeerd het perceel recht tegenover hun woning te betreden. Deze oprit richting de school is afgeschermd met hekken, het perceel hier betreden lukte hen niet. Wij vertrouwden de situatie niet. De mannen hebben de auto hier voor ons huis laten staan en zijn verderop bij de kerk het perceel op gegaan.' Hierop ben ik ernaar toe gereden. Ik zag twee mannen het voormalige schoolplein rennend oversteken. Voor zover wij weten is het hen niet gelukt goederen weg te nemen.
2.2.
een ambtsedig proces-verbaal, nummer PL0100-2015066596-10, d.d. 8 maart 2015 opgemaakt in wettelijke vorm door daartoe bevoegde opsporingsambtenaren, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, als verklaring van [persoon 1] van 8 maart 2015:
Ik ben gisteren op heterdaad aangehouden op een bouwlocatie te [pleegplaats 2] . Ik was daar samen met mijn maat [voornaam verdachte] uit [pleegplaats 1] . We waren in een rode Volkswagen Polo. Ik kom graag op bouwplaatsen om oud ijzer/koper en andere goederen die over zijn mee te nemen. In [pleegplaats 2] was niemand aanwezig. Ik ben in een grote container geweest. Het is mij bekend dat het terrein was afgesloten met bouwhekken en dat het niet de bedoeling is om daar dan op het terrein te komen.
3. Een uittreksel uit de op naam van verdachte opgemaakte justitiële documentatie, voor zover inhoudende dat verdachte op 29 december 2011 ter zake onder meer de artikelen 310 en 311 van het Wetboek van Strafrecht bij inmiddels onherroepelijk geworden vonnis veroordeeld is tot onder meer gevangenisstraf.
Bewijsoverweging
De rechtbank is -in tegenstelling tot de officier van justitie- van oordeel dat voor de poging tot diefstal uit het pand onvoldoende wettig en overtuigend bewijs voorhanden is, nu verdachte en de medeverdachte beide verklaren enkel in de container te zijn geweest. Op grond van het onderzoek kan de rechtbank niet vaststellen dat dit anders is geweest. De rechtbank zal verdachte dan ook vrijspreken van dit deel van de tenlastelegging.
Ten aanzien van het onder 3. ten laste gelegde
De rechtbank past bij de beoordeling van het onder 3. ten laste gelegde de volgende bewijsmiddelen toe.
1. De door verdachte op de terechtzitting van 16 oktober 2015 afgelegde verklaring, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
Ik heb het frame van een Yamaha Aerox Scooter in mijn bezit gehad. Op het moment dat ik dit frame voorhanden kreeg zag ik dat het framenummer was weggehaald.
2. De inhoud van een zaaksdossier, OPS-dossiernummer 2015066596, gesloten op 14 april 2014, bestaande uit diverse processen-verbaal waaronder:
2.1.
een ambtsedig proces-verbaal, nummer Pl02SM 2013044829-1, d.d. 29 april 2013 opgemaakt in wettelijke vorm door daartoe bevoegde opsporingsambtenaren, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, als verklaring van [slachtoffer 2] :
Tussen 5 december 2012 en 20 december 2012 werd mijn scooter, een Yamaha Aerox, met het kenteken DP455G, gestolen.
2.2.
een proces-verbaal, nummer PL01N4-2014127490, d.d. 24 oktober 2014, opgemaakt in wettelijke vorm door daartoe bevoegde opsporingsambtenaren, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, als verklaring van [slachtoffer 3] :
Anderhalve week terug is er in ons dorp op verschillende plekken ingebroken en spul gestolen. Op 18 oktober 2014 kwam mijn man er achter dat er verschillende dingen uit onze bouwcontainer missen, dus ook zijn gestolen. We missen onder andere een tekker.
2.3.
een ambtsedig proces-verbaal, nummer PL0100-2015078753-1, d.d. 19 maart 2015 opgemaakt in wettelijke vorm door daartoe bevoegde opsporingsambtenaren, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, als verklaring van [slachtoffer 4] :
Ik doe aangifte van diefstal van mijn vistas. Ik doe aangifte op verzoek van de politie omdat de politie mijn vistas had gevonden. Mijn vistas had ik 1 maart in het hok geplaatst achter mijn woning. Toen ik 5 maart mijn vistas wilde pakken zag ik dat deze niet meer op de plaats stond waar ik deze eerder had neergezet. In mijn vistas zaten mijn vispas, mijn vaarbewijs en een registratieformulier van mijn boot. Genoemde documenten staan op mijn naam. Verder zaten er in deze tas nog verschillende soorten vishaken, vistangen en een visdraad, een roestvrijstalen schaar en een klein mesje. En nog diverse andere visartikelen.
2.4
een proces-verbaal, nummer 2015066596, d.d. 19 maart 2015 opgemaakt door een daartoe bevoegde opsporingsambtenaar, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, als relaas van verbalisant S.Z. de Boer:
Dit proces-verbaal is opgemaakt contra [verdachte] .
Begin februari 2015 werden er uit de garage aan [adres 1] te [plaats 1] twee scooters in beslaggenomen. Na onderzoek bleken deze van diefstal afkomstig te zijn. Eén van de scooters betrof een Yamaha Aerox scooter. Deze bleek na onderzoek eigendom te zijn van [slachtoffer 2] .
Bij de doorzoeking op 18 maart 2015 in de woning [straat 1] [nummer 1] te [pleegplaats 1] is door verbalisanten gereedschap aangetroffen waarvan het vermoeden bestond dat deze van diefstal afkomstig waren. Dit bestond onder andere uit een tekker, merk Senko. Dit gereedschap is in beslag genomen. In de politiesystemen is een zoekslag gemaakt, er zijn foto's van het gereedschap gemaakt en door bureau communicatie is hier een persbericht van gemaakt.
Dit resulteerde erin dat [verbalisant 3] een sticker zag zitten op de genoemde tekker. Op deze stekker stond: 'Varia Stuc'. Een zoekslag in de politiesystemen leverde de genoemde aangifte van 24 oktober 2014 van [slachtoffer 3] op, waarbij dus onder andere een tekker gestolen was. Aangever [slachtoffer 3] is op het politiebureau in Dokkum geweest en herkende het goed als zijn eigendom.
Tijdens de doorzoeking op 18 maart 2015 in de woning [straat 1] [nummer 1] te [pleegplaats 1] is door verbalisanten een vistas aangetroffen in de slaapkamer van verdachte [achternaam verdachte] . Op deze vistas stond het [adres 2] . Een zoekslag door verbalisanten in de politiesystemen leerde ons dat door de bewoner [slachtoffer 4] geen aangifte in de afgelopen jaren was gedaan.
Door [verbalisant 3] is telefonisch contact opgenomen met deze bewoner. Hieruit bleek dat uit de schuur van bewoner begin maart 2015 een vistas was gestolen met hierin visartikelen, een vaarbewijs en visakte. [slachtoffer 4] heeft alsnog aangifte gedaan. Bij het zien van de vistas herkende aangever deze als zijn eigendom. De visakte en vaarbewijs zijn tot op heden niet aangetroffen.
Bewijsoverweging
De raadsvrouw heeft gemotiveerd vrijspraak van dit feit bepleit.
De rechtbank overweegt het volgende met betrekking tot dit feit.
Uit de weergegeven bewijsmiddelen leidt de rechtbank het volgende af ten aanzien van het frame van de scooter van het merk Yamaha.
Verdachte heeft het frame van een gestolen scooter verworven en overgedragen. Gelet op de omstandigheden waaronder verdachte dit frame heeft verworven, kan het naar het oordeel van de rechtbank niet anders zijn, dan dat verdachte op dat moment wist dat dit van een misdrijf afkomstig was. Het was voor verdachte immers duidelijk zichtbaar dat het framenummer was verwijderd. Door het frame desondanks te verwerven, heeft verdachte zich naar het oordeel van de rechtbank schuldig gemaakt aan opzetheling.
Ten aanzien van de tekker van het merk Senko en de vistas leidt de rechtbank het volgende af uit de bewijsmiddelen.
Deze beide goederen zijn afkomstig van diefstallen en in de woning van verdachte aangetroffen. Hieruit leidt de rechtbank af dat verdachte de feitelijke beschikkingsmacht had over deze goederen, waarvan hij naar eigen zeggen de afkomst niet wist.
De rechtbank is van oordeel dat verdachte gelet hierop nader onderzoek had moeten verrichten naar de herkomst van deze goederen. Verdachte had bij enig nadenken over de bij hem bekende gegevens van het goed, kunnen vermoeden dat het goed gestolen was. Verdachte heeft zich daarom naar het oordeel van de rechtbank schuldig gemaakt aan schuldheling van deze beide goederen.
Ten aanzien van het onder 4. ten laste gelegde
De rechtbank past bij de beoordeling van het onder 4. ten laste gelegde de volgende bewijsmiddelen toe.
1. De door verdachte op de terechtzitting van 16 oktober 2015 afgelegde verklaring, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
Ik heb een witte Samsung Galaxy S4 gekocht van mijn broer voor een bedrag van € 65,00. Ik heb deze telefoon via Markplaats.nl verkocht voor een bedrag € 180,00.
Ik heb niet aan mijn broer gevraagd hoe hij aan deze telefoon is gekomen. Ik heb de telefoon zonder originele verpakking van hem ontvangen. Ik heb de telefoon niet aangezet om te bekijken of het goed zat.
2. De inhoud van een zaaksdossier, OPS-dossiernummer 2015095648, gesloten op 17 april 2015, bestaande uit diverse processen-verbaal waaronder:
2.1.
een ambtsedig proces-verbaal, nummer PL02HH-20140810402-1, d.d. 28 juli 2014 opgemaakt in wettelijke vorm door daartoe bevoegde opsporingsambtenaren, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, als verklaring van [persoon 5] :
Op 27 juli 2014 was ik op het sportterrein te [plaats 2] . Ik had mijn mobiele telefoon op een tafel liggen. Ik ging op enig moment even weg. Toen ik terug kwam bij de tafel zag ik dat mijn mobiele telefoon verdwenen was. Mijn mobiele telefoon betrof een witte GSM, merk Samsung, type Galaxy S4.
Aan niemand werd het recht of de toestemming gegeven tot het plegen van het feit, een diefstal.
Bijzonderheden: [telefoonnummer 1] , beschadiging bovenkant glas. [IMEI-nummer] .
2.3.
een ambtsedig proces-verbaal, nummer PL0200-2014081402-8, d.d. 17 april 2015 opgemaakt in wettelijke vorm door een daartoe bevoegde opsporingsambtenaar, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, als relaas van [verbalisant 4] :
Op 9 januari 2015 zijn door mij de historische gegevens opgevraagd van de Samsung Galaxy S4 met [IMEI-nummer] . Uit de gegevens bleek mij het volgende. Aangeseinde zendmasten:
09/08/2014 op [adres 3] .
Gebruikte nummers.
Op 09/08/2014 om 16:41 uur [telefoonnummer 2] . Dit nummer staat op naam van [persoon 6] , wonende te [plaats 3] .
2.4.
een ambtsedig proces-verbaal, nummer PL0200-2014087507-12, d.d. 26 februari 2015 opgemaakt in wettelijke vorm door daartoe bevoegde opsporingsambtenaren, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, als verklaring van [persoon 7] :
Eind juli 2014 wilde mijn vriendin [persoon 6] een nieuwe telefoon. We zijn gaan zoeken op markplaats en vonden een witte Samsung S4 te koop in [pleegplaats 1] voor 200 euro. We belden de verkoper. Hij gaf zijn adres op. Dat was [straat 1] [nummer 1] te [pleegplaats 1] . Een dag later ben ik naar die man gegaan.
De man liet mij de witte Samsung S4 zien. Hij vertelde er bij dat er een klein barstje links boven onder het glas zat. Ik bood hem 180 euro. Ter plaatse heb ik de telefoon getest. Nadat ik de telefoon in orde heb bevonden heb ik de man 180 euro contant betaald.
Bewijsoverweging
Uit de weergegeven bewijsmiddelen leidt de rechtbank het volgende af. Verdachte heeft een telefoon die van een misdrijf afkomstig was verworven en overgedragen. Gelet op de omstandigheden waaronder verdachte de telefoon heeft verworven, kan het naar het oordeel van de rechtbank niet anders zijn, dan dat verdachte op dat moment wist dat deze van een misdrijf afkomstig was. Hij heeft de telefoon immers gekocht voor een prijs die een stuk lager ligt dan marktconform is en uit het feit dat hij deze telefoon voor een hele andere prijs op marktplaats te koop heeft aangeboden blijkt dat hij zich hier ook bewust van was: hij kocht de telefoon voor slechts € 65,00 terwijl hij deze voor € 200,00 te koop heeft aangeboden op marktplaats. Verdachte had, zeker gelet op deze prijs, een onderzoeksplicht, mede nu hem bij de telefoon geen originele verpakking was geleverd. Verdachte heeft echter nagelaten om aan de verkoper te vragen wat de afkomst van deze telefoon was en heeft hiertoe ook niet de telefoon bekeken.
Verdachte heeft aldus naar het oordeel van de rechtbank willens en wetens de aanmerkelijke kans aanvaard dat de telefoon uit misdrijf afkomstig was. Daarmee is het naar het oordeel van de rechtbank een gegeven dat verdachte (ten minste) voorwaardelijk opzet heeft gehad. Verdachte heeft zich daarmee schuldig gemaakt aan opzetheling.

Redengeving bewezenverklaring

De rechtbank acht de in de bewijsmiddelen genoemde feiten en omstandigheden redengevend voor hetgeen bewezen is verklaard en op grond daarvan heeft de rechtbank de overtuiging bekomen dat verdachte het bewezen verklaarde heeft begaan. Ieder bewijsmiddel is -ook in onderdelen- slechts gebruikt voor het bewijs van het feit waarop het blijkens zijn inhoud betrekking heeft.

Bewezenverklaring

De rechtbank acht het onder 1., 2., 3. en 4. ten laste gelegde bewezen, met dien verstande dat:
1.
verdachte in de periode omvattende het jaar 2014 en het jaar 2015 tot en met 18 maart 2015, te [pleegplaats 1] vanuit een woning gelegen aan de [straat 1] [nummer 1] , in de gemeente Leeuwarden ,
A.
meermalen in de periode van 1 juli 2014 tot en met 17 maart 2015, opzettelijk heeft verkocht en verstrekt hoeveelheden van een materiaal bevattende amfetamine (SPEED) en opzettelijk heeft verstrekt hoeveelheden van een materiaal bevattende 4-hydroxybutaanzuur/GammaHydroxyBoterzuur (GHB), en
B.
op 18 maart 2015 te [pleegplaats 1] in een woning gelegen aan de [straat 1] [nummer 1] , opzettelijk aanwezig heeft gehad in een of meerdere plastic zakken en flessen en anderszins
- 0,782 gram van een materiaal bevattende amfetamine (SPEED) en
- 2,641 gram van een materiaal bevattende amfetamine (SPEED) en
- 55,685 gram van een materiaal bevattende amfetamine (SPEED) en
- 88,657 gram van een materiaal bevattende
4-hydroxybutaanzuur/GammaHydroxyBoterzuur (GHB) en
- 13,698 gram van een materiaal bevattende
4-hydroxybutaanzuur/GammaHydroxyBoterzuur (GHB) en
- 13,300 gram van een materiaal bevattende
4-hydroxybutaanzuur/GammaHydroxyBoterzuur (GHB)
zijnde amfetamine (SPEED) en 4-hydroxybutaanzuur/GammaHydroxyBoterzuur (GHB) elk een middel vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst I;
2.
verdachte op 7 maart 2015, te [pleegplaats 2] , in de gemeente Dongeradeel, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met een ander met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening van een terrein gelegen aan of bij de [straat 2] [nummer 2] weg te nemen enig goed, toebehorende aan [slachtoffer 1] en/of [bouwbedrijf] ,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid, terwijl nog geen vijf
jaren zijn verlopen sedert een veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf wegens
een daaraan soortgelijk misdrijf in kracht van gewijsde is gegaan;
3.
hij in de periode van 5 december 2012 tot en met 18 maart 2015 te [pleegplaats 1] , en elders in het arrondissement Noord-Nederland, op verschillende tijdstippen, telkens goederen voorhanden heeft gehad te weten in de periode van
- 5 december 2012 tot en met 18 maart 2015 een frame van een scooter van het merk Yamaha, type SA14, toebehorende aan [slachtoffer 2] en
- 11 oktober 2014 tot en met 18 maart 2015 een tekker van het merk Senko toebehorende aan [slachtoffer 3] en
- 1 maart 2015 tot en met 18 maart 2015 een vistas met daarin onder meer allerlei visartikelen toebehorende aan [slachtoffer 4]
terwijl hij ten tijde van het voorhanden krijgen van voornoemde goederen wist of redelijkerwijs had moeten vermoeden dat het door misdrijf verkregen goederen betrof;
4.
hij in de periode van 27 juli 2014 tot en met 9 augustus 2014, in Nederland, een telefoontoestel, communicatieapparaat, van het merk Samsung, type Galaxy S4, heeft verworven en heeft overgedragen, terwijl hij ten tijde van het verwerven van dat telefoontoestel redelijkerwijs had moeten vermoeden dat het een door misdrijf verkregen goed betrof.
De verdachte zal van het meer of anders ten laste gelegde worden vrijgesproken, aangezien de rechtbank dat niet bewezen acht.

Strafbaarheid van het bewezen verklaarde

Het bewezen verklaarde levert op:
1.A Opzettelijk handelen in strijd met het in artikel 2, onder B, van de Opiumwet gegeven verbod, meermalen gepleegd en
1.B Opzettelijk handelen in strijd met het in artikel 2, onder C van de Opiumwet gegeven verbod.
2. Poging tot diefstal, door twee of meer verenigde personen, terwijl tijdens het plegen van het misdrijf nog geen vijf jaren zijn verlopen sedert een vroegere veroordeling van de schuldige tot gevangenisstraf, wegens een daaraan soortgelijk misdrijf, in kracht van gewijsde is gegaan.
3. Opzetheling
en schuldheling, meermalen gepleegd.
4. Opzetheling.
Deze feiten zijn strafbaar nu geen omstandigheden aannemelijk zijn geworden die de strafbaarheid uitsluiten.

Strafbaarheid van verdachte

De rechtbank acht verdachte strafbaar nu niet van enige strafuitsluitingsgrond is gebleken.

Strafmotivering

Bij de bepaling van de straf heeft de rechtbank rekening gehouden met de aard en de ernst van het bewezen en strafbaar verklaarde, de omstandigheden waaronder dit is begaan, de persoon van verdachte zoals deze naar voren is gekomen uit het onderzoek op de terechtzitting en de over hem opgemaakte rapportages van Reclassering Nederland d.d. 21 mei 2015 en het Pro Justitia Psychologisch rapport van mw. E. de Vrij, GZ-psycholoog d.d. 25 augustus 2015, het hem betreffende uittreksel uit de justitiële documentatie, alsmede de vordering van de officier van justitie en het pleidooi van de raadsvrouw.
De rechtbank heeft in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
Verdachte heeft zich vanaf de zomer van 2014 tot maart 2015 bezig gehouden met het handelen in harddrugs. Het gebruik van harddrugs, en daarmee ook de handel in harddrugs, zorgt voor veel onrust in de maatschappij en is zeer nadelig voor de gezondheid van de gebruikers.
Verdachte heeft zich daarnaast schuldig gemaakt aan een poging tot het medeplegen van een diefstal en aan schuldheling van verschillende goederen. Door zich schuldig te maken aan heling houdt verdachte de vermogenscriminaliteit in stand. Een heler treft een soortgelijk verwijt als een dief, nu diefstal lonend wordt gemaakt door heling.
De rechtbank acht de handel in harddrugs het meest ernstige bewezen verklaarde feit. De rechtbank neemt daarom de landelijke oriëntatiepunten voor dit feit als uitgangspunt. Op grond van de bewijsmiddelen kan vastgesteld worden dat verdachte zo'n acht maanden lang in harddrugs heeft gehandeld. Het uitgangspunt voor de op te leggen straf zal daarom acht maanden zijn.
Uit het over verdachte opgemaakte rapport door de psycholoog blijkt dat er bij verdachte sprake is van middelenmisbruik. In persoonlijkheid komen afwerende, wantrouwende en antisociale trekken naar voren. Voorts is mogelijk sprake van ADHD. De delicthistorie, de terugkerende verslavingsproblematiek en de antisociale persoonlijkheidstrekken zijn belangrijke risicofactoren en daarom wordt het risico op herhaling beoordeeld als hoog. De psycholoog heeft geadviseerd tot het opleggen van een toezichthoudend en ondersteunend reclasseringscontact met daarbij een ambulant behandeltraject bij de forensische psychiatrie. Dit komt overeen met het advies dat is gegeven door de reclassering in haar rapport van 21 mei 2015. Zij adviseert naast een meldplicht en de ambulante behandeling bij de GGZ Forensische Polikliniek een alcohol- en drugsverbod waarbij controle zal plaatsvinden middels urinecontroles.
Strafverzwarend is dat verdachte zich niet alleen schuldig heeft gemaakt aan de handel in harddrugs, maar ook aan vermogensdelicten. Bovendien blijkt uit het uittreksel van de justitiële documentatie dat verdachte eerder is veroordeeld voor vermogensdelicten.
Verdachte is sinds zijn schorsing van de voorlopige hechtenis gestart met een ambulante behandeling bij de GGZ. Dit is voor de rechtbank, zoals ook is geëist door de officier van justitie en bepleit door de raadsvrouw, aanleiding om geen onvoorwaardelijke gevangenisstraf op te leggen die langer duurt dan de door verdachte doorgebrachte tijd in voorlopige hechtenis.
De door de reclassering geadviseerde bijzondere voorwaarden acht de rechtbank, evenals de officier van justitie en de verdediging, passend en geboden.
De rechtbank zal gelet op de oriëntatiepunten en de persoonlijke omstandigheden van verdachte deze voorwaarden koppelen aan een voorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van vier maanden.
Om de ernst van de feiten te benadrukken zal de rechtbank tevens, zoals is geëist door de officier van justitie, aan verdachte een taakstraf opleggen voor de duur van 160 uren.

Toepassing van wetsartikelen

De rechtbank heeft gelet op de artikelen 14a, 14b, 14c, 14d, 43a, 43b, 45, 57, 310, 311, 416 en 417bis van het Wetboek van Strafrecht en de artikelen 2 en 10 van de Opiumwet, zoals deze artikelen golden ten tijde van het bewezenverklaarde.

DE UITSPRAAK VAN DE RECHTBANK LUIDT:

Verklaart het onder 1., 2., 3. en 4. ten laste gelegde bewezen, te kwalificeren en strafbaar zoals voormeld en verdachte daarvoor strafbaar.
Veroordeelt verdachte tot:
Een taakstraf, bestaande uit het verrichten van 160 uren onbetaalde arbeid.
Beveelt dat voor het geval de veroordeelde de taakstraf niet naar behoren verricht, vervangende hechtenis voor de duur van 80 dagen zal worden toegepast.
Een gevangenisstraf voor de duur van 268 dagen.
Bepaalt, dat van deze gevangenisstraf een gedeelte, groot 120 dagen niet zal worden ten uitvoer gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten, op grond, dat de veroordeelde voor het einde van of gedurende de proeftijd, welke hierbij wordt vastgesteld op 2 jaren, de hierna te noemen algemene of bijzondere voorwaarden niet heeft nageleefd.
Stelt als algemene voorwaarden:
1. dat de veroordeelde zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
2. dat de veroordeelde ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking verleent aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbiedt;
3. dat de veroordeelde medewerking verleent aan het reclasseringstoezicht als bedoeld in artikel 14d, tweede lid, van het Wetboek van Strafrecht, de medewerking aan huisbezoeken daaronder begrepen.
Stelt als bijzondere voorwaarden:
1. dat veroordeelde zich binnen 14 dagen na het onherroepelijk worden van de uitspraak meldt bij Reclassering Nederland op het adres Zoutbranderij 1 in Leeuwarden en zich tijdens de proeftijd van 2 jaren zo frequent als de reclassering dit nodig acht blijft melden;
2. dat veroordeelde zich gedurende de proeftijd van 2 jaren onder ambulante behandeling zal stellen van GGZ Forensische Polikliniek of een soortgelijke ambulante (forensische) zorg, zulks ter beoordeling van de reclassering, op de tijden en plaatsen als door of namens die zorginstelling aan te geven, waarbij veroordeelde zich zal houden aan de aanwijzingen die hem in het kader van die behandeling door of namens de instelling/behandelaar zullen worden gegeven;
3. dat veroordeelde zich gedurende de proeftijd van 2 jaren zal onthouden van het gebruik van drugs en alcohol en zich verplicht ten behoeve van de naleving van dit verbod mee te werken aan urineonderzoek.
Draagt de reclassering op toezicht te houden op de naleving van de voorwaarden en de veroordeelde ten behoeve daarvan te begeleiden.
Beveelt, dat de tijd door de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en/of voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf geheel in mindering zal worden gebracht.
Verklaart niet bewezen hetgeen aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan het bewezen verklaarde en spreekt verdachte daarvan vrij.
Heft op het geschorste bevel tot voorlopige hechtenis.
Dit vonnis is gewezen door mr. M. Brinksma, voorzitter, mr. L.G. Wijma en mr. C.A.J. Tuinstra, rechters, bijgestaan door mr. E. de Vries-Haitsma, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 30 oktober 2015.
Mr. Tuinstra is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.
w.g.
Brinksma
VOOR EENSLUIDEND AFSCHRIFT
Wijma
de griffier van de rechtbank Noord-Nederland,
de Vries-Haitsma
locatie Leeuwarden ,