ECLI:NL:RBNNE:2015:6097
Rechtbank Noord-Nederland
- Op tegenspraak
- Rechtspraak.nl
Ontvankelijkheid van het Openbaar Ministerie in een zaak van ontucht met een minderjarige
In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Noord-Nederland op 20 oktober 2015, staat de ontvankelijkheid van het Openbaar Ministerie (OM) centraal in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd wordt van ontuchtige handelingen met een minderjarige. De verdachte, bijgestaan door zijn advocaat mr. R.P. Snorn, is aangeklaagd voor het plegen van ontuchtige handelingen met een meisje van twaalf jaar, waarbij de tenlastelegging onder andere het seksueel binnendringen van het lichaam van het slachtoffer omvat. Tijdens de zitting op 6 oktober 2015 heeft de verdachte verklaard, en het OM heeft betoogd dat de vervolging noodzakelijk is, ondanks de wens van het slachtoffer en haar moeder om geen vervolging te wensen. De rechtbank overweegt dat het OM verplicht is om de mening van het minderjarige slachtoffer te horen, maar dat de beslissing om te vervolgen uiteindelijk aan het OM is. De rechtbank concludeert dat het OM ontvankelijk is in de vervolging, ondanks de bezwaren van de verdediging.
De rechtbank heeft vervolgens de bewijsvoering beoordeeld en acht de tenlastelegging bewezen. De verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan ontuchtige handelingen met het slachtoffer, wat een ernstige inbreuk op de lichamelijke integriteit van het slachtoffer met zich meebracht. De rechtbank houdt rekening met de omstandigheden waaronder de feiten zijn gepleegd, de leeftijd van de verdachte en het slachtoffer, en de impact van de daden op het slachtoffer. De rechtbank legt een voorwaardelijke gevangenisstraf op van zes maanden, met bijzondere voorwaarden waaronder reclasseringstoezicht en behandeling voor zedendelinquenten. De rechtbank benadrukt het belang van bescherming van minderjarigen tegen seksueel misbruik en de noodzaak om herhaling van dergelijk gedrag te voorkomen.