Uitspraak
RECHTBANK NOORD-NEDERLAND
uitspraak van de meervoudige kamer van 15 december 2015 in de zaak tussen
derde-partijheeft aan het geding deelgenomen: de besloten vennootschap Waddenvlees B.V., gevestigd te Dokkum, vergunninghoudster,
Rechtbank Noord-Nederland
In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Nederland op 15 december 2015 uitspraak gedaan in een geschil over de verlening van een revisievergunning voor een rundveeslachterij. De vergunninghoudster, Waddenvlees B.V., had een vergunning aangevraagd voor het veranderen van de werking van de inrichting. Eisers, waaronder Mollema Vastgoed B.V., hebben beroep ingesteld tegen het besluit van het college van burgemeester en wethouders van Dongeradeel, dat de vergunning had verleend. De rechtbank heeft de feiten en het procesverloop in detail uiteengezet, inclusief de eerdere vergunningen en meldingen die door de vergunninghoudster zijn gedaan. De rechtbank heeft de relevante wetgeving, zoals de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) en de Richtlijn 2010/75/EU inzake industriële emissies, besproken. De rechtbank heeft de argumenten van eisers over IPPC-installaties, geluidshinder en geurhinder beoordeeld. De rechtbank concludeert dat de vergunninghoudster niet als een IPPC-installatie kan worden aangemerkt, omdat de slachtcapaciteit onder de drempelwaarde blijft. Wat betreft de geurhinder heeft de rechtbank vastgesteld dat de vergunninghoudster de beste beschikbare technieken toepast en dat de geurcontouren binnen de vergunde waarden blijven. De rechtbank heeft het beroep van eisers gegrond verklaard voor wat betreft een specifiek voorschrift, maar de overige gronden van beroep verworpen. De rechtbank heeft verweerder veroordeeld in de proceskosten van eisers en het griffierecht vergoed.