Uitspraak
RECHTBANK NOORD-NEDERLAND
1.Het procesverloop
2.De feiten
3.Het verzoek
4.Het verweer, tevens houdende een voorwaardelijk / zelfstandig tegenverzoek
5.De beoordeling
Stcrt.2015/12685) zijn daarvoor nadere regels gesteld (Ontslagregeling).
Rechtbank Noord-Nederland
In deze zaak heeft de werkgever een verzoek ingediend tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst met de werknemer, op grond van een verstoorde arbeidsverhouding. De werknemer heeft hiertegen verweer gevoerd en een tegenverzoek ingediend om wedertewerkstelling. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de werkgever geen redelijke grond heeft aangetoond voor de ontbinding van de arbeidsovereenkomst. De kantonrechter oordeelt dat de werkgever onvoldoende dossier heeft opgebouwd om de verstoorde arbeidsverhouding te onderbouwen. De kantonrechter wijst erop dat eerdere incidenten, die door de werkgever zijn aangevoerd, niet meer relevant zijn voor de beoordeling van de huidige situatie, aangezien deze zich in het verleden hebben voorgedaan en er geen recente feiten zijn die een ontbinding rechtvaardigen. Bovendien is de kantonrechter van mening dat herplaatsing van de werknemer binnen een redelijke termijn nog mogelijk is. De kantonrechter wijst het verzoek van de werkgever tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst af en kent het tegenverzoek van de werknemer toe, waarbij de werkgever verplicht wordt om de werknemer binnen 14 dagen in de gelegenheid te stellen zijn werkzaamheden te hervatten. De proceskosten worden toegewezen aan de werknemer, omdat de werkgever ongelijk heeft gekregen.