Uitspraak
RECHTBANK NOORD-NEDERLAND
1.Het procesverloop
2.2. De beoordeling
mr. P.J. Duinkerken, voorzitter, mr. M.W. de Jonge en mr. B.R. Tromp, rechters, in tegenwoordigheid van de griffier.
Rechtbank Noord-Nederland
Op 30 november 2015 heeft de Rechtbank Noord-Nederland, locatie Groningen, een beslissing genomen op een wrakingsverzoek van een verzoeker, die niet ontvankelijk werd verklaard. Het verzoek tot wraking was ingediend op 23 november 2015 in een andere procedure met registratienummer C18/154340/FT RK 15-310, die werd behandeld door mr. S. Dijkstra. Deze rechter heeft aangegeven niet in de wraking te berusten.
De rechtbank overwoog dat het wrakingsverzoek niet voldoende was gemotiveerd. Er werd niet duidelijk gemaakt tegen welke rechter het verzoek zich richtte en er ontbraken feiten en omstandigheden die zouden kunnen wijzen op partijdigheid of vooringenomenheid van de rechter. Hierdoor kon het verzoek niet tot toewijzing leiden en was een mondelinge behandeling niet nodig.
De rechtbank verklaarde de verzoeker niet-ontvankelijk in zijn verzoek en bepaalde dat de procedure in de oorspronkelijke zaak voortgezet zou worden in de stand waarin deze zich bevond ten tijde van het indienen van het wrakingsverzoek. De beslissing werd openbaar uitgesproken door de voorzitter en de andere rechters, in aanwezigheid van de griffier.