Uitspraak
RECHTBANK NOORD-NEDERLAND
vonnis van de meervoudige kamer voor de behandeling van strafzaken d.d.
10 december 2015 in de zaak van het openbaar ministerie tegen de verdachte
[verdachte] ,
Tenlastelegging
Vordering officier van justitie
Beoordeling van het bewijs
Bewijsmiddelen
Bewezenverklaring
Strafbaarheid van het bewezen verklaarde
Strafbaarheid van verdachte
Strafmotivering
Benadeelde partijen
[benadeelde partij 2] en [benadeelde partij 3]heeft zich via haar gemachtigde mr. M.M. P.M. Lousberg voor de aanvang van de terechtzitting als benadeelde partij in het strafproces gevoegd door middel van indiening van het voorgeschreven formulier bevattende de opgave van een vordering tot vergoeding van door haar geleden schade ten gevolge van het aan verdachte onder 1 ten laste gelegde en bewezen verklaarde feit alsmede de gronden waarop deze berust.
Toepassing van wetsartikelen
DE UITSPRAAK VAN DE RECHTBANK LUIDT:
[benadeelde partij 1]toe en veroordeelt verdachte mitsdien tot betaling aan deze benadeelde partij van een bedrag van € 8.419,12 (zegge: achtduizend vierhonderdnegentien euro en twaalf cent), in dier voege, dat indien dit bedrag door de mededader van verdachte geheel of gedeeltelijk is of wordt betaald, verdachte in zoverre is of zal zijn bevrijd.
[benadeelde partij 2]toe tot het hierna te noemen bedrag en veroordeelt verdachte mitsdien tot betaling aan deze benadeelde partij van een bedrag van € 150,00 (zegge: honderdvijftig euro), in dier voege, dat indien dit bedrag door de mededader van verdachte geheel of gedeeltelijk is of wordt betaald, verdachte in zoverre is of zal zijn bevrijd.
[benadeelde partij 3]toe tot het hierna te noemen bedrag en veroordeelt verdachte mitsdien tot betaling aan deze benadeelde partij van een bedrag van € 1.762,12 (zegge: duizend zevenhonderdtweeënzestig euro en twaalf cent), in dier voege, dat indien dit bedrag door de mededader van verdachte geheel of gedeeltelijk is of wordt betaald, verdachte in zoverre is of zal zijn bevrijd.