Uitspraak
RECHTBANK NOORD-NEDERLAND
vonnis van de meervoudige kamer voor de behandeling van strafzaken d.d.
10 december 2015 in de zaak van het openbaar ministerie tegen de verdachte
[verdachte] ,
Tenlastelegging
Ontvankelijkheid van de officier van justitie
Vordering officier van justitie
Beoordeling van het bewijs
Bewijsmiddelen
Bewezenverklaring
Strafbaarheid van het bewezen verklaarde
Strafbaarheid van verdachte
Strafmotivering
Benadeelde partijen
[benadeelde partij 2] en [benadeelde partij 3]heeft zich via haar gemachtigde mr. M.M.P.M. Lousberg voor de aanvang van de terechtzitting als benadeelde partij in het strafproces gevoegd door middel van indiening van het voorgeschreven formulier bevattende de opgave van een vordering tot vergoeding van door haar geleden schade ten gevolge van het aan verdachte onder 1 ten laste gelegde en bewezen verklaarde feit alsmede de gronden waarop deze berust.
Toepassing van wetsartikelen
DE UITSPRAAK VAN DE RECHTBANK LUIDT:
[benadeelde partij 1]in haar vordering niet-ontvankelijk is en dat deze slechts bij de burgerlijke rechter kan worden aangebracht.
[benadeelde partij 2]in haar vordering niet-ontvankelijk is en dat deze slechts bij de burgerlijke rechter kan worden aangebracht.
[benadeelde partij 3]in zijn vordering niet-ontvankelijk is en dat deze slechts bij de burgerlijke rechter kan worden aangebracht.