ECLI:NL:RBNNE:2015:5650
Rechtbank Noord-Nederland
- Op tegenspraak
- Rechtspraak.nl
Ontruiming en spoedeisend belang in huurgeschil
In deze zaak, die voor de Rechtbank Noord-Nederland is behandeld, heeft eiser [A] een kort geding aangespannen tegen gedaagde [B] met als doel ontruiming van een studio die door [B] wordt gehuurd. De procedure is gestart met een dagvaarding op 28 oktober 2015, gevolgd door een mondelinge behandeling op 20 november 2015. De kern van de vordering van [A] is dat [B] de studio moet ontruimen en een bedrag van € 3.850,00 aan huurachterstand moet betalen.
[A] stelt dat hij spoedeisend belang heeft bij zijn vorderingen omdat [B] de afgelopen maanden geen huur heeft betaald. [B] heeft echter betwist dat er sprake is van een huurachterstand en heeft aangetoond dat zij in de periode van mei tot en met september 2015 huurbetalingen heeft gedaan. De discussie tussen partijen betreft ook de huurbetalingen die in de periode van 22 augustus 2014 tot 12 mei 2015 zouden zijn gedaan, waarbij [B] stelt dat deze contant zijn voldaan.
De kantonrechter heeft geoordeeld dat er onvoldoende bewijs is voor een huurachterstand en dat [A] daarom geen spoedeisend belang heeft bij zijn vorderingen. De vorderingen zijn afgewezen en [A] is veroordeeld in de proceskosten. De proceskosten aan de zijde van [B] zijn vastgesteld op € 400,00, te vermeerderen met wettelijke rente indien deze niet binnen veertien dagen na de uitspraak worden voldaan.