1.3.In het primaire besluit, gehandhaafd in het bestreden besluit, heeft verweerder aan eiser boetes opgelegd van in totaal € 10.500,- voor zeven overtredingen. De boetes en de gestelde overtredingen zijn:
- € 1.800,- € 1.800,- aangezien afvalstoffen, ontstaan als gevolg van het bewerken of
verwerken van asbest of asbesthoudende materialen niet direct verpakt en
afgevoerd werden in een daartoe geschikte en gesloten verpakking. Dit betreft
een overtreding van artikel 4.45, eerste lid, van het Arbeidsomstandighedenbesluit (Arbobesluit) juncto artikel 4.45, tweede lid onder d, van het Arbobesluit;
- € 300,- € 300,- aangezien er geen schriftelijke melding is ontvangen bij de Inspectie
SZW voorafgaand aan de hiervoor genoemde werkzaamheden. Dit betreft een
overtreding van artikel 4.47c, eerste lid, van het Arbobesluit;
- € 1.800,- € 1.800,- aangezien voordat met andere werkzaamheden werd aangevangen
niet al het aanwezige asbest dan wel aanwezige asbesthoudende producten
werden verwijderd. Dit betreft een overtreding van artikel 4.48a, vierde lid,
van het Arbobesluit;
- € 600,- € 600,- aangezien na het beëindigen van de saneringswerkzaamheden geen
visuele inspectie is uitgevoerd, als bedoeld in artikel 4.51a, derde lid, van het Arbobesluit;
- € 600,- € 600,- aangezien voordat een handeling als gesteld in artikel 4.54a, eerste lid
van het Arbobesluit werd begonnen, in het kader van de beoordeling, zoals bedoeld in
artikel 4.2 van het Arbobesluit, de aanwezigheid van asbest of asbesthoudende producten
niet volledig werd geïnventariseerd en de resultaten hiervan niet werden
opgenomen in een inventarisatierapport. Dit is een overtreding van artikel 4.54a,
eerste lid, van het Arbobesluit;
- € 2.700,- € 2.700,- aangezien de werkzaamheden niet werden verricht door een bedrijf
dat in het bezit is van een certificaat asbestverwijding. Dit betreft een overtreding
van artikel 4.54d, eerste lid, van het Arbobesluit;
- € 2.700,- € 2.700,- aangezien belanghebbende niet in het bezit was van het diploma
Deskundig Toezichthouder Asbestsloop (DTA). Ook was geen DTA aanwezig ten
behoeve van het houden van toezicht op de saneringswerkzaamheden. Dit betreft
een overtreding van artikel 4.54d, vijfde lid, van het Arbobesluit.
Tevens heeft verweerder besloten om een aantal gegevens betreffende de overtredingen van eiser openbaar te maken.
2. Eiser voert aan dat het bestreden besluit ondeugdelijk is gemotiveerd omdat verweerder ten onrechte stelt dat het dakbeschot aan drie zijden zwaar beschadigd is. Voorts wordt ten onrechte gesteld dat eiser wist dat het dakbeschot asbesthoudend, terwijl hij slechts heeft verklaard dat hij wist dat het dakbeschot mogelijk asbesthoudend was.
Eiser stelt voorts dat de opgelegde boetes niet evenredig zijn. Uit het boeterapport en de asbestinventarisatie volgt dat overschrijding van de normconcentratie asbest hoogstwaarschijnlijk niet heeft plaatsgevonden en dat in drie kleefmonsters geen sporen van asbest zijn aangetroffen. De aard en de ernst van de overtredingen valt dus mee. De overtredingen kunnen eiser bovendien in mindere mate worden verweten, omdat de toezichthouder van de gemeente hem niet voor alle overtredingen heeft gewaarschuwd. Door de hoogte van het boetebedrag wordt bovendien de continuïteit van de onderneming van eiser ernstig bedreigd. Gelet op het voorgaande moet de boete worden gematigd. Ook het publiceren van (onjuiste) inspectiegegevens is niet evenredig.
3. Volgens verweerder staat vast dat eiser een deel van het asbesthoudende dakbeschot heeft afgebroken aan de noordoostelijke kant van de woning ten behoeve van het plaatsen van nieuwe dakgoten. De boetes zijn enkel hierop gebaseerd.
Ten aanzien van de evenredigheid van de boete stelt verweerder zich op het standpunt dat de ernst van de overtreding geen aanleiding geeft om de boete te matigen. Asbestvezels kunnen leiden tot dodelijke ziektes zoals longkanker en mesothelioom. Gelet op de zeer ernstige gevolgen die werkzaamheden met asbest met zich mee kunnen brengen, mag geen enkel risico worden genomen. Achteraf is vastgesteld dat daadwerkelijk sprake was van asbest. Van verminderde verwijtbaarheid is evenmin sprake, omdat eiser bewust asbesthoudend dakbeschot heeft afgebroken, waarbij hij geen enkele maatregel heeft getroffen als bedoeld in het Arbobesluit. Een gemeentelijk toezichthouder hoeft volgens verweerder niet exact op te sommen welke gevolgen het niet naleven van zijn instructie heeft.
Verweerder heeft vastgesteld dat eiser de boete niet direct kan voldoen. Gelet op het gemiddelde jaarinkomen van € 25.083,- verminderd met de verplichtingen voor levensonderhoud, die gelijk worden gesteld aan de hoogte van de bijstandsnorm resteert een bedrag van € 8.612,- per jaar dat aangemerkt is als betalingscapaciteit voor de boete. Aan eiser is een betalingsregeling geboden van € 437,50 per maand zodat de boete in twee jaar kan worden afbetaald. Er is dan ook geen aanleiding om de boete te matigen.
4. De rechtbank komt tot de volgende beoordeling.