Uitspraak
RECHTBANK NOORD-NEDERLAND
1.De procedure
- het tussenvonnis van 26 maart 2014;
- het proces-verbaal van getuigenverhoor van 21 mei 2014;
- het proces-verbaal van getuigenverhoor van 10 september 2014;
- het proces-verbaal van contra-enquête van 26 maart 2015;
- de conclusie na getuigenverhoor;
- de antwoordconclusie na getuigenverhoor.
2.De verdere beoordeling
al deze hoedanighedenverzekerd waren van dekking. Dus ook, uitdrukkelijk, de hoedanigheid van (papieren) vervoerder. Daarbij heeft de rechtbank overwogen dat, indien Amlin deze dekking slechts had willen beperken tot die van expediteur, met de door haar gestelde - subsidiaire - parapludekking, het voor de hand had gelegen dat van die (wezenlijke) beperking in de bewoordingen van de verzekeringspolissen expliciet melding was gemaakt, hetgeen niet het geval is. Ook is niet gebleken dat Amlin JDV anderszins omtrent de door haar gestelde beperkte dekking van de verzekeringspolissen heeft geïnformeerd. Eventuele onduidelijkheden in de bewoordingen van de verzekeringspolissen dienen voor rekening en risico te komen van de professionele partij die deze polissen heeft opgesteld en verstrekt, in casu is dat Amlin.
en ik zie dat daar ook meerdere hoedanigheden opgesomd staan onder het kopje "verzekerd belang" en concludeer daaruit dat die opsomming kennelijk wel in andere stukken staat."