ECLI:NL:RBNNE:2015:5474
Rechtbank Noord-Nederland
- Op tegenspraak
- F. de Jong
- P.H.M. Tapper-Wessels
- J.J. Schoemaker
- Rechtspraak.nl
Gevangenisstraf voor overval op cafetaria met vrijspraak van woninginbraak
In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Nederland op 25 juni 2015 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen de verdachte, die werd beschuldigd van afpersing en woninginbraak. De rechtbank heeft de verdachte schuldig bevonden aan de afpersing van een cafetaria, waarbij hij onder bedreiging met een op een vuurwapen gelijkend voorwerp de eigenaar heeft gedwongen tot het afgeven van geld. De feiten vonden plaats op 1 januari 2015 in Groningen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte de eigenaar heeft bedreigd met woorden als 'doe de kassa open' en 'ik wil geld'. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van drie jaren.
De tweede tenlastelegging, die betrekking had op woninginbraak, is door de rechtbank niet bewezen verklaard. De rechtbank oordeelde dat er onvoldoende bewijs was om de verdachte schuldig te achten aan deze inbraak, ondanks het aangetroffen DNA op een fles frisdrank in de woning van het slachtoffer. De verdediging voerde aan dat het DNA daar eerder kan zijn terechtgekomen, gezien de bekende relatie tussen de verdachte en het slachtoffer. De rechtbank heeft dit verweer gevolgd en de verdachte vrijgesproken van de woninginbraak.
De officier van justitie had een gevangenisstraf van vier jaren geëist, maar de rechtbank kwam tot een lagere straf, rekening houdend met de omstandigheden van de zaak en de jonge leeftijd van de verdachte. De rechtbank heeft ook de impact van de afpersing op het slachtoffer in overweging genomen, evenals de eerdere veroordelingen van de verdachte voor soortgelijke feiten. De vordering van de benadeelde partij werd niet ontvankelijk verklaard, omdat het feit waaruit de schade zou zijn ontstaan niet bewezen was.