Op 27 november 2015 heeft de Rechtbank Noord-Nederland uitspraak gedaan in de zaak tegen de verdachte, die werd beschuldigd van een ramkraak bij een juwelier en van heling en inbraak bij een telecomwinkel. De rechtbank sprak de verdachte vrij van de ramkraak die op 16 april 2015 zou hebben plaatsgevonden, omdat er onvoldoende bewijs was om zijn betrokkenheid te bevestigen. De rechtbank oordeelde dat de verklaringen van getuigen en het dossier geen aanknopingspunten boden voor de betrokkenheid van de verdachte bij deze inbraak.
Echter, de verdachte werd wel veroordeeld voor heling en inbraak. De rechtbank achtte bewezen dat de verdachte in de periode van 16 april 2015 tot en met 5 augustus 2015 sieraden had verworven en voorhanden had gehad, terwijl hij wist dat deze goederen van misdrijf afkomstig waren. Daarnaast werd hij schuldig bevonden aan de inbraak op 7 mei 2015 in een telecomwinkel, waarbij hij samen met anderen een kluis en telefoons had weggenomen. De rechtbank baseerde haar oordeel op de verklaringen van getuigen en het bewijs dat de verdachte op camerabeelden was herkend.
De rechtbank legde een gevangenisstraf op van 115 dagen, waarbij de tijd die de verdachte in voorlopige hechtenis had doorgebracht in mindering werd gebracht. Ook werd de tenuitvoerlegging van een eerder voorwaardelijk opgelegde gevangenisstraf van 4 weken gelast, omdat de verdachte zich niet aan de voorwaarden had gehouden. De benadeelde partijen werden niet ontvankelijk verklaard in hun vorderingen, omdat de rechtbank de feiten waaruit de schade zou zijn ontstaan niet bewezen achtte.