ECLI:NL:RBNNE:2015:5471

Rechtbank Noord-Nederland

Datum uitspraak
26 oktober 2015
Publicatiedatum
27 november 2015
Zaaknummer
18.930039-15
Instantie
Rechtbank Noord-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Op tegenspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bezit en verspreiden van kinderporno, meermalen gepleegd met gevangenisstraf en taakstraf

In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Nederland op 26 oktober 2015 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van het bezit en de verspreiding van kinderporno. De tenlastelegging omvatte het meermalen verspreiden en in bezit hebben van afbeeldingen en video's waarop seksuele gedragingen zichtbaar zijn van personen die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet hadden bereikt. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte in de periode van 19 januari 2014 tot en met 18 november 2014 in Nederland meerdere afbeeldingen en video's heeft verspreid en in bezit heeft gehad, waarbij de betrokken minderjarigen ernstig zijn misbruikt.

De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van 211 dagen, waarvan 210 dagen voorwaardelijk met een proeftijd van drie jaren. Daarnaast is er een taakstraf van 120 uren opgelegd. De rechtbank heeft bij de strafoplegging rekening gehouden met de ernst van de feiten, de persoonlijke omstandigheden van de verdachte en het recidiverisico. De verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan het in bezit hebben en verspreiden van kinderpornografisch materiaal, wat bijdraagt aan de productie en verspreiding van kinderporno en het misbruik van minderjarigen.

De rechtbank heeft ook bijzondere voorwaarden aan de voorwaardelijke straf verbonden, waaronder een meldplicht bij de reclassering en de verplichting om mee te werken aan een behandeling. De in beslag genomen computers en harddisk zijn onttrokken aan het verkeer, aangezien deze zijn gebruikt voor het begaan van de strafbare feiten. De uitspraak benadrukt de ernst van de misdrijven en de impact op de slachtoffers.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-NEDERLAND
Afdeling Strafrecht
Locatie Groningen
Parketnummer: 18/930039-15
Vonnis van de meervoudige kamer voor de behandeling van strafzaken
d.d. 26 oktober 2015 in de zaak van het openbaar ministerie tegen de verdachte
[verdachte],
geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats] ,
wonende te [woonplaats] .
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van
12 oktober 2015.
De verdachte is verschenen en bijgestaan door mr. J.B. Pieters, advocaat te Hoogeveen.
Het openbaar ministerie werd ter terechtzitting vertegenwoordigd door
mr. H. Supèr.

Tenlastelegging

Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
hij op een of meerdere tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 19-01-2014
tot en met 18-11-2014 te [pleegplaats] , in elk geval in Nederland, meermalen, althans
eenmaal, (telkens) een (groot aantal) afbeelding(en), te weten 132 foto's,
althans een (aantal) foto('s) en/of 12 videos, althans een (aantal) video('s),
en/of een (aantal) gegevensdrager(s) bevattende een (aantal) afbeelding(en)
heeft verspreid en/of aangeboden en/of openlijk tentoongesteld en/of ingevoerd
en/of doorgevoerd en/of uitgevoerd en/of verworven en/of in bezit gehad en/of
zich daartoe door middel van een geautomatiseerd werk en/of met gebruikmaking
van een communicatiedienst de toegang heeft verschaft, terwijl op die
afbeelding(en) (een) seksuele gedraging(en) zichtbaar is/zijn, waarbij
(telkens) een persoon die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had
bereikt, was betrokken of schijnbaar was betrokken, welke voornoemde seksuele
gedragingen - zakelijk weergegeven - bestonden uit:
het oraal en/of anaal met de penis en/of (een) voorwerp(en) en/of de
mond/tong penetreren van het lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd
van 18 jaar nog niet heeft bereikt
en/of
het oraal en/of anaal met de penis en/of (een) voorwerp(en) penetreren van het
lichaam van een (ander) persoon door een persoon die kennelijk de leeftijd van
18 jaar nog niet heeft bereikt
en/of
het met de penis en/of (een) vinger(s)/hand en/of de mond/tong betasten en/of
aanraken van de geslachtsdelen en/of de billen van een persoon die kennelijk
de leeftijd van 18 jaren nog niet heeft bereikt
en/of
het met de penis en/of (een) vinger(s)/hand en/of de mond/tong betasten en/of
aanraken van de geslachtsdelen en/of de billen van een (ander) persoon door
een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaren nog niet heeft bereikt
en/of
het geheel of gedeeltelijk naakt (laten) poseren van (een) perso(o)n(en) die
kennelijk de leeftijd van 18 jaren nog niet heeft/hebben bereikt, (waarna)
door de uitsnede van de afbeelding(en)/film(s) nadrukkelijk de (ontblote)
geslachtsdelen en/of borsten en/of billen in beeld gebracht worden (waarbij)
de afbeelding (aldus) een onmiskenbaar seksuele strekking heeft en/of strekt
tot seksuele prikkeling
en/of
het masturberen boven/bij en/of ejaculeren op het lichaam van een perso(o)n(en)
die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft/hebben bereikt en/of het
houden van een (stijve) penis bij/naast het gezicht/lichaam van een
perso(o)n(en) die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft/hebben
bereikt (waarbij) de afbeelding (aldus) een onmiskenbaar seksuele strekking
heeft en/of strekt tot seksuele prikkeling
van welk(e) misdrijf/misdrijven hij, verdachte, een gewoonte heeft gemaakt.

Bewijsvraag

Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat het ten laste gelegde kan worden bewezen.
Standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft zich aangesloten bij het standpunt van de officier van justitie.
Beoordeling van het bewijs
De rechtbank past met betrekking tot het ten laste gelegde feit de volgende bewijsmiddelen toe, met inachtneming van het bepaalde in artikel 359, derde lid, tweede volzin van het Wetboek van Strafvordering:
De bekennende verklaring van verdachte op de terechtzitting van 12 oktober 2015 afgelegd;
Een proces-verbaal van bevindingen d.d. 2 februari 2015, opgenomen op pagina 12 e.v van dossier met nummer 2014065232 d.d. 2 februari 2015 van Team Bestrijding Kinderpornografie en Kindersekstoerisme Noord-Nederland, inhoudende de relatering van verbalisanten;
Een proces-verbaal van bevindingen kinderporno-onderzoek d.d. 29 december 2014, opgenomen op pagina 94 e.v van voornoemd dossier, inclusief bijlagen, inhoudende de relatering van verbalisanten.
Bewezenverklaring
Op grond van bovenstaande bewijsmiddelen is wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het ten laste gelegde heeft begaan, met dien verstande dat
hij op meerdere tijdstippen in de periode van 19 januari 2014 tot en met 18 november 2014 te [pleegplaats] , in elk geval in Nederland, meermalen afbeeldingen, te weten 132 foto's
en 12 video's, heeft verspreid en/of in bezit heeft gehad en zich daartoe door middel van een geautomatiseerd werk en met gebruikmaking van een communicatiedienst de toegang heeft verschaft, terwijl op die afbeeldingen seksuele gedragingen zichtbaar zijn, waarbij
een persoon die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had
bereikt, was betrokken of schijnbaar was betrokken, welke voornoemde seksuele
gedragingen - zakelijk weergegeven - bestonden uit:
het oraal en/of anaal met de penis en/of (een) voorwerp(en) en/of de
mond/tong penetreren van het lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd
van 18 jaar nog niet heeft bereikt
en
het oraal en/of anaal met de penis en/of (een) voorwerp(en) penetreren van het
lichaam van een (ander) persoon door een persoon die kennelijk de leeftijd van
18 jaar nog niet heeft bereikt
en
het met de penis en/of (een) vinger(s)/hand en/of de mond/tong betasten en/of
aanraken van de geslachtsdelen en/of de billen van een persoon die kennelijk
de leeftijd van 18 jaren nog niet heeft bereikt
en
het met de penis en/of (een) vinger(s)/hand en/of de mond/tong betasten en/of
aanraken van de geslachtsdelen en/of de billen van een (ander) persoon door
een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaren nog niet heeft bereikt
en
het geheel of gedeeltelijk naakt (laten) poseren van (een) perso(o)n(en) die
kennelijk de leeftijd van 18 jaren nog niet heeft/hebben bereikt, (waarna)
door de uitsnede van de afbeelding(en)/film(s) nadrukkelijk de (ontblote)
geslachtsdelen en/of borsten en/of billen in beeld gebracht worden (waarbij)
de afbeelding (aldus) een onmiskenbaar seksuele strekking heeft en/of strekt
tot seksuele prikkeling
en
het masturberen boven/bij en/of ejaculeren op het lichaam van een perso(o)n(en)
die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft/hebben bereikt en/of het
houden van een (stijve) penis bij/naast het gezicht/lichaam van een
perso(o)n(en) die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft/hebben
bereikt (waarbij) de afbeelding (aldus) een onmiskenbaar seksuele strekking
heeft en/of strekt tot seksuele prikkeling.
De verdachte zal van het meer of anders ten laste gelegde worden vrijgesproken, aangezien de rechtbank dat niet bewezen acht.

Strafbaarheid van de feiten

Het bewezen verklaarde levert op:
Een gegevensdrager bevattende afbeeldingen van een seksuele gedraging, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft bereikt, is betrokken, in bezit hebben, meermalen gepleegd
EN
Afbeeldingen van een seksuele gedraging, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft bereikt, is betrokken, verspreiden, meermalen gepleegd.
Deze feiten zijn strafbaar nu geen omstandigheden aannemelijk zijn geworden die de strafbaarheid uitsluiten.

Strafbaarheid van verdachte

De rechtbank acht verdachte strafbaar nu niet van enige strafuitsluitingsgrond is gebleken.

Strafoplegging

Vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte ter zake van het ten laste gelegde wordt veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 30 weken, waarvan 29 weken voorwaardelijk met een proeftijd van drie jaren. Aan het voorwaardelijke deel van de straf moeten de bijzondere voorwaarden worden gekoppeld zoals vermeld in het reclasseringsadvies van Reclassering Nederland d.d. 23 juli 2015. Bij het bepalen van de eis heeft de officier van justitie rekening gehouden met de ernst van het feit, alsmede met het tijdsverloop in de zaak en de persoonlijke omstandigheden van verdachte.
Standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft aangevoerd dat er bij verdachte een vrij beperkt aantal afbeeldingen is aangetroffen. Verdachte heeft een prettige herinneringen aan zijn eerste ervaringen op seksueel gebied en was op zoek naar afbeeldingen die dit sfeerbeeld weergeven. Hij is nu wel voorgoed genezen van zijn zoektocht. Wat hij zoekt bestaat niet en de stress van deze zitting en alles wat hieraan vooraf is gegaan trekt hij niet nog een keer. Een passende straf zou naar de mening van de raadsvrouw daarom een geheel voorwaardelijke straf zijn, waaraan als bijzondere voorwaarde gekoppeld zou kunnen worden dat verdachte zijn computer moet laten controleren.
Oordeel van de rechtbank
Bij de bepaling van de straf heeft de rechtbank rekening gehouden met de aard en de ernst van het bewezen en strafbaar verklaarde, de omstandigheden waaronder dit is begaan, de persoon van verdachte zoals deze naar voren is gekomen uit het onderzoek op de terechtzitting en de over hem opgemaakte rapportage, het hem betreffende uittreksel uit de justitiële documentatie, alsmede de vordering van de officier van justitie en het pleidooi van de raadsvrouw.
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan het in bezit hebben en verspreiden van een aantal kinderpornografische foto's en video's. Door het handelen van verdachte heeft verdachte een bijdrage geleverd aan het in stand houden van de productie en verspreiding van kinderporno en hierdoor heeft hij ook meegewerkt aan het misbruik en de exploitatie van de betrokken minderjarigen. Het behoeft geen betoog dat dergelijk misbruik zeer nadelige gevolgen kan hebben (in de zin van psychische, emotionele en lichamelijke schade) bij de desbetreffende kinderen en dat zij hierdoor ernstig kunnen worden geschaad in hun verdere ontwikkeling.
Ten aanzien van de persoon van verdachte heeft de rechtbank acht geslagen op het ten aanzien van verdachte opgestelde reclasseringsadvies d.d. 23 juli 2015. Het recidiverisico wordt ingeschat als hoog/gemiddeld. Ondanks het gegeven dat verdachte in het verleden is behandeld naar aanleiding van het begaan van een soortgelijk feit, heeft verdachte zich schuldig gemaakt aan het onderhavige feit. Geadviseerd wordt om aan verdachte een (fors gedeeltelijk) voorwaardelijke gevangenisstraf op te leggen met daaraan gekoppeld als bijzondere voorwaarden een meldplicht bij de reclassering en de verplichting om mee te werken aan een intake, een persoonlijkheidsonderzoek en (indien geïndiceerd) een ambulante behandeling, alsmede de verplichting om mee te werken aan controle op gegevensdragers waarover hij kan beschikken.
De rechtbank zal alles afwegende en mede gelet op artikel 22b van het Wetboek van Strafrecht aan verdachte een deels onvoorwaardelijke gevangenisstraf van na te noemen duur opleggen. De rechtbank zal het onvoorwaardelijke deel van die gevangenisstraf vaststellen op de kortst mogelijke duur. Aan het voorwaardelijke deel van de gevangenisstraf zullen de bijzondere voorwaarden worden gekoppeld, zoals vermeld in het voornoemde reclasseringsadvies. Gelet op de oriëntatiepunten van het LOVS en de omstandigheid dat verdachte, hoewel enige tijd geleden, eerder is veroordeeld voor een soortgelijk feit, is de rechtbank van oordeel dat niet kan worden volstaan met enkel een grotendeels voorwaardelijke gevangenisstraf. De rechtbank zal dan ook, anders dan door de officier van justitie is gevorderd, aan verdachte tevens een taakstraf opleggen van na te melden duur.

Inbeslaggenomen goederen

De rechtbank acht de inbeslaggenomen voorwerpen, te weten 4 computers (goednummers 310703, 310704, 310710 en 310724), alsmede een harddisk (goednummer 310908) vatbaar voor onttrekking aan het verkeer, nu het feit met behulp van deze goederen is begaan en de goederen van zodanige aard zijn dat het ongecontroleerde bezit daarvan door verdachte in strijd is met de wet of met het algemeen belang.

Toepasselijke wettelijke voorschriften

De rechtbank heeft gelet op de artikelen 14a, 14b, 14c, 14d, 22b, 22c, 22d, 24c, 36b, 36c, 36f, 57 en 240b van het Wetboek van Strafrecht, zoals deze artikelen golden ten tijde van het bewezen verklaarde.
DE UITSPRAAK VAN DE RECHTBANK LUIDT:
Verklaart het ten laste gelegde bewezen, te kwalificeren en strafbaar zoals voormeld en verklaart verdachte daarvoor strafbaar.
Verklaart niet bewezen hetgeen aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan het bewezen verklaarde en spreekt verdachte daarvan vrij.
Veroordeelt verdachte tot:
een gevangenisstraf voor de duur van 211 dagen
Bepaalt dat van deze gevangenisstraf een gedeelte,
groot 210 dagen, niet zal worden ten uitvoer gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten, op grond dat de veroordeelde voor het einde van de proeftijd, welke hierbij wordt vastgesteld op
driejaren, de hierna te noemen algemene of bijzondere voorwaarden niet heeft nageleefd.
Stelt als algemene voorwaarden:
 dat de veroordeelde zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
 dat de veroordeelde ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking verleent aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbiedt;
 dat de veroordeelde medewerking verleent aan het reclasseringstoezicht als bedoeld in artikel 14d, tweede lid, van het Wetboek van Strafrecht, de medewerking aan huisbezoeken daaronder begrepen.
Stelt als bijzondere voorwaarden:
 dat de veroordeelde zich binnen 14 dagen na het onherroepelijk worden van het vonnis (tussen 09:00 uur en 11:00 uur) telefonisch meldt bij de bureaudienst van de Reclassering Nederland (050-3188188). Hierna moet de veroordeelde zich blijven melden zo frequent en zolang de reclassering dit noodzakelijk acht;
 dat de veroordeelde medewerking verleent aan een intake, een persoonlijkheidsonderzoek en, indien geïndiceerd, een behandeling voor de bij hem vastgestelde problematiek bij de AFPN of soortgelijke ambulante forensische zorg, zulks ter beoordeling van de reclassering, waarbij de veroordeelde zich zal houden aan de aanwijzingen die hem in het kader van die behandeling door of namens de instelling/behandelaar zullen worden gegeven;
 dat de veroordeelde medewerking verleent aan controle op gegevensdragers waarover hij kan beschikken. Hiervoor kan de reclassering het openbaar ministerie verzoeken om de politie onderzoek te laten doen, wanneer en zolang de reclassering dit noodzakelijk acht.
Draagt de reclassering op toezicht te houden op de naleving van de voorwaarden en de veroordeelde ten behoeve daarvan te begeleiden.
een taakstraf, bestaande uit het verrichten van 120 uren onbetaalde arbeid.
Beveelt dat voor het geval de veroordeelde de taakstraf niet naar behoren verricht, vervangende hechtenis voor de duur van 60 dagen zal worden toegepast.
Verklaart onttrokken aan het verkeer de in beslag genomen 4 computers (goednummers 310703, 310704, 310710 en 310724), alsmede een harddisk (goednummer 310908).
Dit vonnis is gewezen door mr. M. Haisma, voorzitter, mr. L.H.A.M. Voncken en
mr. A. Jongsma, rechters, bijgestaan door mr. E.A.B. de Jong, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 26 oktober 2015.