ECLI:NL:RBNNE:2015:5429
Rechtbank Noord-Nederland
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Verzoek om voorlopige voorziening inzake verwijdering caravans op perceel in Duitsland
Op 25 november 2015 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Noord-Nederland uitspraak gedaan in de zaak tussen de Volksvertegenwoordiging van Wonderland en het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Coevorden. De zaak betreft een verzoek om een voorlopige voorziening naar aanleiding van een brief van verweerder aan de Polizei Emlichheim, waarin werd verzocht om twee caravans van een perceel op het Europapark aan de Europarkallee te verwijderen. De Volksvertegenwoordiging van Wonderland heeft bezwaar gemaakt tegen deze brief en verzocht om een voorlopige voorziening.
De rechtbank heeft op basis van artikel 8:83, derde lid van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) uitspraak gedaan zonder zitting. In de overwegingen werd vastgesteld dat de brief van 17 november 2015 aan de Polizei Emlichheim geen besluit in de zin van de Awb bevatte, omdat het een verzoek aan een buitenlandse instantie was zonder publiekrechtelijke rechtshandeling. Hierdoor was het bezwaar van de verzoekster niet-ontvankelijk.
De voorzieningenrechter heeft geconcludeerd dat er geen aanleiding was om een voorlopige voorziening te treffen, aangezien het bezwaar geen kans van slagen had. De uitspraak werd gedaan door mr. M.W. de Jonge, in aanwezigheid van griffier mr. H.A. Hulst, en is openbaar uitgesproken op dezelfde datum.