Uitspraak
RECHTBANK NOORD-NEDERLAND
1.De procedure
- de dagvaarding;
- de mondelinge behandeling d.d. 22 september 2015;
- tussenvonnis in kort geding van 22 september 2015;
- akte uitlaten ex artikel 245 lid 2 Rv d.d. 1 oktober 2015.
2.De beoordeling
Bovendien was de voorzieningenrechter in kort geding bevoegd om van de ingestelde vordering kennis te nemen en was er dan ook geen aanleiding de zaak met toepassing van artikel 71 lid 2 Rv te verwijzen.
Het verweer van mr. Meis wordt dan ook verworpen.
2.4. Gelet op het vorenoverwogene doet het verweer van mr. Meis niet af aan het oordeel dat een (rechtsgeldige) opdracht aan mr. Meis tot het starten van de onderhavige kort geding procedure heeft ontbroken.
Met toepassing van het bepaalde in art. 245 lid 1 Rv zal mr. Meis in de proceskosten worden veroordeeld.
De kosten aan de zijde van gedaagde worden begroot op vast recht ad € 613,00.
3.De beslissing
9 oktober 2015. [1]