Uitspraak
RECHTBANK NOORD-NEDERLAND
1.[A] ,
[B],
1.De procedure
- de dagvaarding met producties;
- de conclusie van antwoord met productie;
- de mondelinge behandeling van de zaak, gehouden op 4 november 2015;
- de pleitnota van [A] c.s.;
- de pleitnota van de Staat.
3.De feiten
De Staat vervult met betrekking tot de aardgaswinning uit het Groninger gasveld meerdere rollen. Het is daarbij evident dat de Staat dominant aanwezig is bij de gaswinning. In dit verband vloeit uit het EVRM, in het bijzonder artikel 2, 3 en 8, zowel positieve als negatieve verplichtingen van de Staat voort. (…).
4.Het geschil
5.De beoordeling
tot het staken en gestaakt houden van de volledige gaswinning in het Groningenveld." [A] c.s. heeft ter zitting d.d. 4 november 2015 - bij monde van mr. Kalmijn - desgevraagd toegelicht dat hij ervan uitgaat dat de Staat exploitant is van het Groningenveld en dat hij van de Staat in zijn hoedanigheid van exploitant van het Groningenveld vordert dat de gaswinning wordt gestaakt. Met de onderhavige vordering is - aldus [A] c.s. - niet beoogd om de Staat in zijn rol als toezichthouder of concessieverlener aan te spreken.
816,00