ECLI:NL:RBNNE:2015:5157
Rechtbank Noord-Nederland
- Op tegenspraak
- Rechtspraak.nl
Vordering tot exploitatie van winkelpand en spoedeisend belang
In deze zaak vorderde Raadhuisplein c.s. (de Stichting en de commanditaire vennootschap) dat Ahold, de huurder van een winkelpand, zou worden verplicht om een ongebruikt gedeelte van het pand te exploiteren. De vordering was gebaseerd op de stelling dat Ahold haar exploitatieplicht niet nakwam, aangezien een deel van het gehuurde (960 m2) niet in gebruik was genomen. De kantonrechter oordeelde dat Raadhuisplein c.s. niet-ontvankelijk was in haar vordering, omdat de Stichting geen partij was bij de huurovereenkomst. De rechter overwoog dat Ahold in beginsel voldeed aan haar verplichtingen, maar dat het geschil vooral draaide om de vraag of de exploitatieplicht ook gold voor het ongebruikte gedeelte. De kantonrechter concludeerde dat de Stichting onvoldoende spoedeisend belang had bij haar vordering, mede omdat de in geding zijnde ruimte zich op een minder zichtbare locatie bevond en Ahold een alternatief had geboden door de ruimte te voorzien van reclame-uitingen. De rechter wees de vorderingen van Raadhuisplein c.s. af en veroordeelde hen in de proceskosten. Het vonnis werd uitgesproken op 11 november 2015.