In deze zaak heeft de kinderrechter van de Rechtbank Noord-Nederland op 24 juni 2015 een beschikking gegeven met betrekking tot de spoeduithuisplaatsing van twee minderjarigen, [minderjarige 1] en [minderjarige 2]. De zaak werd behandeld met gesloten deuren, waarbij de moeder en vader van de minderjarigen aanwezig waren, bijgestaan door hun respectieve advocaten. De gezinsvoogden, die anoniem moesten blijven omwille van hun veiligheid, waren ook aanwezig. De kinderrechter heeft de identiteit van de gezinsvoogden vastgesteld aan de hand van identiteitsbewijzen en werkgeverspassen.
De aanleiding voor de uithuisplaatsing was de acute dreiging die uitging van de vader, die veel bedreigingen had geuit naar zijn omgeving, inclusief hulpverleners. De GI (William Schrikker Jeugdbescherming) had verzocht om de minderjarigen met spoed uit huis te plaatsen, wat door de kinderrechter werd toegewezen. De ouders hebben beiden hun standpunten naar voren gebracht, waarbij de moeder zich zorgen maakte over de reële dreiging van de vader en de vader zijn frustraties uitte over de situatie.
De kinderrechter heeft geconcludeerd dat de uithuisplaatsing noodzakelijk was voor de veiligheid van de minderjarigen en heeft een machtiging verleend voor een periode van drie maanden, tot 10 september 2015. De kinderrechter benadrukte het belang van het herstellen van het contact tussen de minderjarigen en hun moeder, en mogelijk ook met de vader, op een veilige manier. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en er zijn verdere onderzoeken aangekondigd om de situatie te monitoren en te beoordelen.